De moeder aller peilingen - Van Dievel Consulting

‘Weet ge al iets, Lowie?’ ‘Neen.’ ‘Kunt ge mij al een tip geven, Lowie? ’’Neen.’ ‘Stijgen we of dalen we nog meer, Lowie?’ ‘Weet niet.’ ‘Allez, kameraad Lowie, we zijn toch vrienden, ik zal het niet voort vertellen.’ ’Haha.’ ‘‘Allez toe, meneer Van Dievel, u kunt toch wel iets verklappen!’ ‘Wachten tot vrijdagnamiddag, zoals iedereen.’ Zo was het de hele ochtend gegaan, tot ik de ringtone van mijn gsm uit had gezet en vervolgens geen acht meer sloeg op de sms’jes die bleven binnenstromen. U bent niet mee? Het gaat uiteraard over de moeder aller kiespeilingen, de laatste serieuze voor D-Day zelf, waarmee de VRT en De Standaard groots uitpakken, maar die in werkelijkheid ineen wordt geflanst door Van Dievel Consulting.

En uiteraard konden wij ten behoeve van de partijhoofdkwartieren niet eens een tipje van de sluier oplichten, daar wij pas de dag voordien aan die peiling beginnen.
Zo weet u meteen ook dat wij helemaal geen duizenden mensen bevragen over hun electorale voorkeur. De mensen worden al genoeg lastig gevallen door godsdienstwaanzinnigen en verkopers van gsm-abonnementen, mijn gedacht. Maar het is nu ook weer niet helemaal nattevingerwerk, zoals u uit het voorgaande zou kunnen afleiden.

Een verse makreel

Het zit zo: door de band lezen wij de electorale prognoses af uit de ingewanden van een verse makreel. Zo raar is dat niet, in de Oudheid gingen alle kiespeilers op die manier te werk. Maar soms is er geen verse makreel voorhanden en met diepvriesvis is de foutenmarge te groot. We hebben – bij vorige federale verkiezingen - ook wel eens een vlaswijting opengesneden en met een stokje in zijn binnenste geroerd, maar het resultaat klopte van geen kanten: wij voorspelden 12,5 procent voor LDD terwijl Jean-Marie in de Kamer enkel zijn eigen zetel overhield.

De geloofwaardigheid van VDC heeft toen een ferme deuk gekregen en wij hebben heel hard moeten werken om het vertrouwen van onze klanten te herwinnen. Sindsdien zweren wij bij verse makreel. Bij de gemeenteraadsverkiezingen hadden wij er de afgang van Patrick Janssens in Antwerpen mee voorspeld, hij moest eens lachen. ‘Och Van Dievel, ik win die verkiezing met mijn neusgaten in mijn vingers,’ smaalde hij bovendien taalkundig oncorrect.

Maar toen kwamen Luc Rademakers van VRT Nieuws en Karel Verhoeven van De Standaard der Letteren op bezoek in onze modeste villa. En personne, dat had bij mij al een alarmlichtje moeten doen branden. Maar ik was vereerd. Wij hebben de fine fleur van de vaderlandse politiek over de vloer gehad, allemaal hebben ze hun hart bij VDC (en bij onze trainee Dinska Bronska in het bijzonder) uitgestort, en allemaal hebben we ze met raad en daad bijgestaan. Maar de visite van de Murdochs van de Vlaamse media, dat was toch van een ander kaliber.

De klant is koning

‘Het zit zo, Louis,’ sprak Luc Rademakers mij beminnelijk toe, ‘wij zetten met VRT Nieuws hoog in op de verkiezingen, en wij kunnen ons geen flaters permitteren.’
‘Ik zou zelfs meer zeggen,’ bevestigde Karel Verhoeven van De Standaard der Letteren, ‘wij kunnen ons in geen geval flaters permitteren.’
‘En daarom,’ hernam Luc Rademakers, ‘moet de laatste kiespeiling er boenk op zitten.’
‘Ik zou zelfs meer zeggen, ‘voegde Karel Verhoeven eraan toe, ‘de peiling moet er knal opzitten.’
Ik was al blij dat Rademakers niet begon over mijn veelvuldige afwezigheid op de redactie in Brussel en over mijn imponerende kostennota’s, en dus verzekerde ik hem en zijn collega-perstycoon dat er op de kiespeiling van vrijdag 16 mei niets zou aan te merken zijn. Bij deze woorden maakte Dinska Bronska een bevallige révérence en knikte Brabançonne op vertrouwenwekkende wijze.
‘Hebt u speciale wensen?’ informeerde ik, ‘Moet een of andere partij een beetje stijgen of fors omhoog gaan of net een beetje dalen, moet er eentje struikelen over de kiesdrempel? Bij VDC is de klant koning.’
De ogen van mijn bezoekers vielen bijna uit hun kassen.
Brabançonne gaf mij een trap tegen mijn knoesels, Dinska Bronska plantte haar ellenboog in mijn ribben.
‘Ik maak natuurlijk een grapje, heren!’ riep ik met overslaande stem, en zette zelf een bijzonder kunstmatig lachje in waar niemand intrapte .

Gelukkig werd de aandacht van Rademakers en Verhoeven op dat moment afgeleid door een campagneteam van de N-VA dat, weliswaar met veel vakmanschap en in een oogwenk, maar voorts zonder boe of ba en zonder ook maar iets te vragen , een manshoog verkiezingsbord in de weelderige tuin van onze modeste villa oprichtten. Als een Romeinse keizer maakte Bart De Wever het zegeteken in onze richting. Vrolijk zwaaiend naar onze gezichten achter het raam begaf de ploeg van de N-VA zich vervolgens naar de voortuin van onze buurman, waar ze het bord van de PVDA uit de grond rukten om plaats te maken voor de beeltenis van een andere supersociale kandidaat.

Een andere vis

‘Louis,’ drong Luc Rademakers van VRT Nieuws aan, ‘wij weten dat gij bij verse makreel zweert, en allicht is dat in gewone omstandigheden geen slechte keuze, maar voor de laatste kiespeiling willen wij 100 procent zekerheid.’
‘En daarom,’ liet Karel Verhoeven van De Standaard der Letteren eindelijk het achterste van zijn tong zien, ‘zouden wij willen dat gij deze keer kiest voor een bedreigde vissoort, wij hebben het gevoel dat de ingewanden van een zeldzame vis een beter electoraal beeld geven dan die van een banale makreel.’

Dinska Bronska, Brabançonne en ikzelf keken elkaar zorgelijk aan. Waar vonden wij – los van alle morele en ecologische bezwaren tegen de keuze van een bedreigde vissoort – nog zo snel een blauwvintonijn, om maar iets te zeggen.
‘Als ge dat niet kunt geregeld krijgen, Louis,’ sprak ook Luc Rademakers klare taal, ‘dan zullen wij de bestelling voor de kiespeiling annuleren en de kiesprognose zelf proberen af te leiden uit de dagschotel van de VRT-personeelsmess.’ ‘Bovendien, ‘voegde hij er dreigend maar haast terloops aan toe, ‘zullen wij uw positie op onze nieuwsredactie moeten herzien. De post van aanvuller van de snoepautomaten is nog altijd vacant.’ ‘Hèhèhè,’ voegde Karel Verhoeven daar ongevraagd aan toe.

Met trillende hand

Nog diezelfde middag sprongen wij in de VDC-mobiel en koersten richting kust, naar de vismijn van Johan Vande Lanotte, maar daar waren nog slechts kwalijk riekende modderkruipers te bekomen. In Zeebrugge waren slibtongetjes op Vlaamse wijze het beste wat men ons kon aanbieden en in Vlissingen - u ziet dat wij echt onze best gedaan hebben! – wilde men ons bakvissen in de handen duwen . Dan maar terug naar Heide/Kalmthout. Op het internet werden wij overspoeld met aanbiedingen van biologisch geteelde cocaïne, huisgemaakte viagra en generieke computervirussen. Maar een bedreigde vissoort, ho maar! Wij waren de wanhoop nabij. En toen nam ik die drastische en verscheurende beslissing.

En nu staan wij hier, buiten in de tuin, aan het schuurtje, bij het kapblok. Brabançonne heeft de bijl geslepen en heeft ze mij met afgewende blik overhandigd. Ik wik het moordtuig met trillende hand. Dinska Bronska heeft het arme dier in de armen, fluistert troostende woorden in het oor van Conchita wijl ze haar pluimen streelt. Dat het voor de goede zaak is. Dat haar overlijden de democratie zal dienen. Dat het voortbestaan van VDC ervan afhangt. Dat ze toch een schoon leven heeft gehad. Dat het amper pijn zal doen. Dat we haar naast Casanova zullen begraven, haar kompaan van vele jaren.

Dat we daarna met een stok in de ingewanden van onze enige kip gaan roeren en dat Ivan De Vadder daar een schone diavoorstelling met aanschouwelijke blokjes van gaat maken op de televisie, dat moet de arme kip allemaal niet weten. Haar darmen zouden van de stress in een knoop slaan.

 

(De auteur is journalist bij VRT Nieuws en schrijver.)

Meest gelezen