De dunne Vandaele - Van Dievel Consulting

Een doordeweekse ochtend ten huize van Van Dievel Consulting, elf uur of daaromtrent. Het was Dinska Bronska's beurt om het ontbijt te prepareren en dus sopten wij suikerwafels van de Aldi in cola van de Lidl, een slechte gewoonte die ze heeft overgehouden aan haar jeugdjaren in het sombere oostblok. 'Patron,' zei Brabançonne met de muil vol junkfood, 'zie nu hier.' En hij wees op de voorpagina van zekere populaire krant. "SP.A KRIJGT GASBOETE", schreeuwde een vette kop, "BRUNO TUYBENS BIJ GROOT VUIL GEZET OP DAG DAT VUILKAR NIET LANGS KOMT!"

Geconstipeerd

Nog maar net hadden wij de tafel afgeruimd of de bel ging. Ik keek op mijn horloge. Onze eerste klant was perfect op tijd.
'Kom binne, meniereke ,' hoorde ik Dinska Bronska het Vlaamse parlementslid Wilfried Vandaele - verkozen op de lijst van de N-VA - in haar charmante mengtaal verwelkomen, 'ik zèn Dinska'.
'De dichter Karel Van den Oever,' meende Vandaele zich interessant te moeten maken, 'heeft uw schoonheid aan het begin van de twintigste eeuw bezongen in een prachtig gedicht'
Waarna hij op geaffecteerde toon de eerste regels begon te citeren.
"Zijt gij soms geconstipeerd?' wilde Dinska Bronska weten.
'Wat belieft er u?' vroeg Vandaele verbouwereerd.
'Of ge niet kunt k***, of verstaat ge geen Vloms?' verduidelijkte Dinska, die een hekel heeft aan aanstellers.
'Het juiste woord is "hardlijvigheid",' meende het N-VA parlementslid de puntjes op de i te moeten zetten, wat hem op een draai rond de oren van onze trainee te staan kwam.
'Vetzak!', riep ze hem toe, wijl ze naar de keuterhaak van de open haard greep om haar eerbaarheid zo nodig met geweld te verdedigen.
'Dat is juist het probleem van meneer Vandaele, 'sprak ik verzoenend tot onze Moldavische furie, 'hij kan zich enkel in het Algemeen Beschaafd Nederlands uitdrukken, een vervelende en hardnekkige aandoening voor een West-Vlaming, Geert Bourgeois lijdt er ook aan.'

De taal van de gewone man

'Ik wil zo graag de volkstaal kunnen spreken, meneer Van Dievel,' vertrouwde Wilfried Vandaele mij toe.
'Met het oog op de kiescampagne, vermoed ik?' opperde ik.
'Eensdeels wel,' gaf de N-VA mandataris toe, 'ik zou zoals Paul Van den Driessche spontaan willen kunnen grappen en grollen op de markt, in de herberg en op de tribune van het voetbalspel, mij minzaam met de volksmensen kunnen onderhouden zonder dat ze mij aankijken alsof ik van een andere planeet kom.'
'Waarom gaat u dan niet in de leer bij Pol?' wilde ik weten, 'mensen helpen is zijn tweede natuur.'
'Dat is delicaat,' sprak Wilfried Vandaele aarzelend, 'Paul is wat rancuneus sinds hij op de lijstduwersplaats terecht is gekomen. En daarbij, ik wil niet louter het West-Vlaams kunnen beheersen, ik wens het verkavelingsvlaams machtig te worden.'
'Omdat?'
'Omdat ik anderdeels de ambitie koester om de nieuwe minister van Vlaamse cultuur te worden en ik mij in alle culturele centra van het vlakke land dat 't mijne is verstaanbaar moet kunnen maken. '
'Zoals Bert Anciaux in zijn gloriedagen?'
'Juist,' zei Wilfried Vandaele, 'denkt u dat het een haalbare kaart is voor mij?'

Het middagjournaal

In de verte sloeg de klok van de St-Jozefkerk in Heide één uur. Fluks greep ik naar de zapper, teneinde het middagjournaal van de VRT te bekijken. Ik had namelijk een idee.
Alles kits àchter de rits?’ wilde ankervrouw Natalia van de kijkers weten. ‘Zet u mèr schrap wan tet niefs hangt schief van de ràmpe , te beginnen met den Engelsman. Ik zén der gewèst, mèr toen scheen de zon.’
Op het scherm verscheen Ollevier Ivan, een gouwgenoot van onze klant, dewelke met zijn voeten in het wassende Theemswater de nakende Armaggedon beschreef.
Komiek manneke,’ sloot Natalia zijn relaas af. Waarna zij zich spontaan tot weerman Frank Deboosere richtte.
Awel Frankie boy, hedde gij beter weer oep zak of gaget opnieft ouw wijve regene?’
De weerman die een volzin had ingeoefend, verslikte zich in zijn eigen speeksel.
De nieuwbakken ankervrouw porde eens speels in zijn ribben.
Wà zitte gij ner mijn t*** te loere, Frankie Boy?
De mond van Wilfried Vandaele viel net als die van de weerman wijd open. Ik zag een aantal vullingen alsmede bruine vlekjes die op caries wezen. Het zweet brak hem uit en hij werd zo bleek als een lijk.

‘In het kader van de diversiteitsafspraken,’ legde ik geduldig uit, ‘maakt de nieuwsdienst van de VRT met plezier plaats voor wat wij eufemistisch minderheden noemen, in dit geval personen uit het Kempense Oevel.’
Via een straalverbinding met de golfstaat Qatar had Natalia inmiddels aan een gemoedelijke gesprek in streektaal aangevat met wielrenner Tom Boonen.
Hédde gij nog zier aan uwe z**, Tommeke, persies nie hé?’ wilde zij van hem weten.
Gij zijdeen tof wijf,’ antwoordde Tom Boonen spontaan, ‘als gij iet vroagt verstonne kik het tenminste. Bij de Weuts moet ik altij raaie wattem wilt.
‘Ik kan u alleen maar aanraden,’ adviseerde ik de intussen heftig hyperventilerende Wilfried Vandaele, ’om dagelijks op het VRT Nieuws af te stemmen en u aldus de volkstaal eigen te maken.'

Een bedelaar aan de poort

Hoffelijk vergezelde ik onze klant naar de fraaien gietijzeren poort die onze modeste villa scheidt van de boze buitenwereld. Net wilde ik vragen aan welk kabinet ik de factuur mocht richten, toen mijn aandacht werd getrokken door een bedelaar die zich daar in kleermakerszit had geïnstalleerd. De bedelaar, in wie ik tot mijn verbazing Bruno Tuybens herkende, hield een bruin stuk karton voor zich uit. U kent dat wel, meestal staat er “J’ai faim” of “Geld voor drugs alstublieft” op geschreven. Maar het stuk karton van Bruno Tuybens was van onder tot boven vol gekriebeld met volgende boodschap:

Ben 52 jaar.
KBC-bonus van 250.000 euro al lang op.
Pree van staatssecretaris al lang op.
Slechts zeven jaar wedde van parlementair getrokken.
Heb maar recht op anderhalf jaar vertrekpremie.
Kan niks. Wil niks kunnen.
Heb compassie met mij.

‘Maar Bruno toch!’ riep ik uit, ‘met zulke negatieve boodschap gaat uw winkeltje niet draaien hoor.’
En inderdaad was - als om mijn woorden kracht bij te zetten - Wilfried Vandaele zijn minder fortuinlijke collega haastig en met afgekeerde blik en uiteraard zonder iets te geven voorbij gelopen.
Ik draaide zijn stuk karton om en ik schreef met een dikke zwarte stift:


Zoek werk!
Ben nog maar 52 jaar en goed ter been.
Ben partijloos.
Ben van alle markten thuis, ook in het bankwezen.
Ken alle truuken van de foor maar ben bereid bij te leren.
Wil overal gaan werken, behalve in Aalst.
Breng de zon in uw huis.


Maar dat laatste haalde ik bij nader inzien toch maar weer door.
 

 

(Louis van Dievel is journalist bij VRT Nieuws en schrijver.)

Meest gelezen