Filip le formidable - Van Dievel Consulting

‘Meneer Van Dievel, kunnen die andere meneren niet wat stiller spreken? Ik kan mij niet concentreren.’

Aan het woord was Filip, koning der Belgen sinds juli van dit jaar, die voor zijn eerste grote televisionele confrontatie met zijn onderdanen – de kersttoespraak - toch bij Van Dievel Consulting was komen aankloppen. Kwaliteit drijft altijd boven, nietwaar? En de ”meneren” waarover hij met gekweld en toch nobel aangezicht zijn beklag deed, zaten in de kamer ernaast luidruchtig te vergaderen over de oprichting van een belangenvereniging voor inhalige CEO’s van overheidsbedrijven & hun sympathisanten, kortweg de BICOS. Maar laten we, voor een beter begrip, even teruggaan in de tijd.

Carte blanche

Eigenlijk was het niet Filip zelve die mij had gecontacteerd, en al evenmin zijn kabinetschef- de stugge Frans Van Daele, maar de sympathieke koningin Mathilde.
‘Meneer Van Piemel,’ had zij zich slechts licht versproken, ‘kunt u mijn Philippe onder handen nemen? U hebt carte blanche.’
‘Dat zullen we nog wel zien’, had ik mij tot mijn nauwe medewerkers Brabançonne en Dinska Bronska gericht, ‘ik vrees dat hare majesteit een beetje overmoedig is.’
Dat bleek ten overvloede ten paleize, alwaar de koningin met een pruillip van hier tot in Tokio moest dulden dat niet zij, maar de al eerder genoemde kabinetschef, het laatste woord had over de kersttoespraak, over de vorm waarin wij hem wilden gieten, althans. Alle voorstellen om de koninklijke boodschap in een frisse en originele verpakking op te dienen en waarover ikzelf, mijn junior partner en onze trainee urenlang hadden gebreinstormd, werden door Van Daele afgeschoten. Ik begon zowaar heimwee te krijgen naar van Ypersele de Spirou, de trouwe factotum van Albert.

En dus kwam er geen rondedansje met vrouw en kinderen rondom de kerstboom, mocht koning Filip geen schattige roodwitte kerstmuts op het hoofd, de kleine prinses Elisabeth mocht niet op zijn schoot zitten en wereldwijs kijken, er mocht geen opgezet rendier uit de stock van het Afrikamuseum worden geleend, er mocht geen kerstlied worden gezongen, er mocht niet getoost worden met cava uit de Aldi, de kerstboom mocht niet gesponsord worden door Electrawinds, … er mocht, enfin, niks. ‘Er kijkt geen kat, het interesseert geen kat, doe maar gelijk uwe pa, en niet langer dan tien minuten! En gij, Van Dievel, scheer u weg!’ blafte de kabinetschef ons, de vorst en zijn familie toe. Waarop de twee kleinste koters onbedaarlijk begonnen te bleiten en de koninklijke kater in de kerstboom klom.

Marxistische regering

‘Psst, majesteit,’ fluisterde ik in Filips oor, ‘probeer morgen ongemerkt het paleis te verlaten. Afspraak in de modeste villa van VDC.’
En zo geschiedde.
Helaas was ik vergeten dat ik onze bedrijfsruimten inmiddels ook te beschikking had gesteld van enige mistevreden, want opgestapte of buitengewerkte managers van overheidsbedrijven, dewelke er een bond wilden oprichten om hun exorbitante salarissen te vrijwaren van overheidsbemoeienis alsmede hun misprijzen voor de politiek en voor de marxistische regering Di Rupo -De Crem-De Croo in het bijzonder te vertolken. Vermits Van Dievel Consulting het altijd al heeft opgenomen voor de zwakken en de verdrukten, had ik het initiatief ten zeerste verwelkomd. En dus zaten Baron Buysse, Karel Vinck, Didier Bellens, Marc Descheemaecker en Jean- Luc Dehaene, plus enkele gemaskerde topfiguren van Dexia, elkander met rode gezichten op te peppen en op te ruien in de keuken, daarbij geholpen door de overvloedig vloeiende huiswijn van VDC en de aanwezigheid van de ravissante Dinska Bronska, die voor de gelegenheid haar rijlaarzen had aangetrokken en suggestief met een rijzweepje op de tafel tikte.

Schoensmeer

‘U moet uitstralen dat u zich zeer ontspannen voelt, sire,’ richtte ik mij tot de koning nadat die door Brabançonne onder handen was genomen en voor onze kerstboom was neergepoot, ‘het is Kerstmis en u gaat er bij de bevolking de sfeer inhouden. Want het is nog altijd crisis. Voor u iets minder, maar toch. En u moet ook een paar keren tegelijk triestig en hoopvol kijken, als u het over overleden wereldleiders hebt. Zal dat lukken?’

‘Ik voel mij toch niet helemaal op mijn gemak, meneer Van Dievel,’ sputterde Filip tegen.
Nochtans stond de grijze korte kostschoolbroek het staatshoofd beeldig. Nochtans had Brabançonne niet op een lik zwarte schoensmeer gekeken bij het schminken van het koninklijke gelaat. Nochtans was de gelijkenis met het fenomeen Stromae meer dan treffend.
‘Vous êtes formidable,’ sprak ik hem bemoedigend toe, maar de jonge koning schudde spijtig het hoofd.
‘Ik geloof nooit dat ons Mathilde dat goed zou vinden. De korte broek misschien wel, maar de schoensmeer zeker niet.’

Een oxymoron

‘Overheidsbedrijven!’ kreet Baron Buysse in de kamer ernaast, ‘zijn een anomalie!’
‘Nee, een oxymoron!’ riep Karel Vinck.
‘Een schande is het!’ lieten de gemaskerde oud-toplieden van Dexia zich horen, zonder te specificeren.
‘Openbare dienst, mon oeil! Sprak Didier Bellens ferm.
‘Staatsmonopolies, hoe antiek kunt ge zijn, ‘grijnsde de edelman Buysse.
‘Money, money, money, money!’ hinnikte Bellens, ‘en macht!’
‘Waar is de politiek mee bezig?’ dat was weer baron Buysse.
‘Ze kennen er niks van!’ voegde Karel Vinck eraan toe.
‘Ik ook niet!’ versprak De Scheemaecker zich.
‘De regering heeft zich niet met de verloning van de CEO’s te moeien!’ sprak de oud-scoutsleider en ACW’er Dehaene onder luid gejuich.
‘De manager moet een overheidsbedrijf kunnen runnen als een privé-bedrijf!’
'Er moet een bestaansminimum komen voor CEO's!'
En zo ging dat maar voort.

Johnny Thijs zat er met tranen in de ogen bij, aan zoveel belangeloze solidariteit had hij zich niet verwacht. Zijn tranen vloeiden nog rijkelijker toen hij eenparig tot eerste voorzitter van de Bond van Inhalige Overheidsmanagers & hun sympathisanten, de BICOS dus, werd verkozen. Die “& sympathisanten” moest er overigens bij om Dehaene een plezier te doen, die enkel in de privé een centje bijverdient.
In min of meer beschonken toestand verlieten zij, al strijdliederen zingend (“’t Zijn zotten die werken”, van Juul Kabas, onder meer) onze modeste villa, met het oogmerk de Wetstraat 16 te bestormen, Elio Di Rupo een poepie te laten ruiken en vervolgens de bevolking tot ongehoorzaamheid op te roepen en de staat van beleg uit te roepen.

Een ijslolly

Intussen begon de kerstspeech van de nieuwe koning steeds meer op die van zijn vader te lijken. Ja natuurlijk zat papa aan zijn bureau en stond Filip recht. En ja natuurlijk had papa niet het probleem van zijn zoon, die met zijn lange armen en aanhangende handen geen blijf wist. We probeerden een micro uit, een krant, een ijslolly, een leiband van een hond, een komkommer, een oxymoron, een paraplu, een klerenhanger, een vaatdoek, een handschoen, een paternoster,… Het bleef allemaal even stroef. Uiteindelijk raakten we het eens over een spiekbriefje, dat zogezegd de trefwoorden van zijn losjes uit de mouw geschudde kerstrede bevatte.
‘Beter dan dat kan niet, enfin, nu toch nog niet,’ stelde ik koningin Mathilde met spijt in de stem telefonisch op de hoogte.
‘Wie is eigenlijk die meneer Nelson Mandela, waarover ik het de hele tijd moet hebben ?’ hoorde ik op de achtergrond koning Filip aan Brabançonne vragen, 'is dat misschien een voetballer van Anderlecht?

(De auteur is schrijver en VRT-journalist.)

Meest gelezen