Het DNA van de N-VA - Van Dievel Consulting

‘Nee, mevrouw Moerman,’ zei ik op kordate toon aan de telefoon, ‘Van Dievel Consulting kan u geen asiel verschaffen in onze modeste villa, tevens maatschappelijke zetel, uw leven is niet in gevaar.’ Ik keek ongeduldig op mijn horloge. Al ruim een kwartier hield de vroegere Vlaamse minister en heden -naar eigen zeggen althans - vervolgde , bespotte & verguisde politica de telefoonlijn bezet met haar klaagzang. Door het raam zag ik hoe aan de poort Brabançonne en onze trainee Dinska Bronska onze gasten hartelijk verwelkomden. 'Tot genoegen, ' maakte ik een eind aan het gesprek met de Open VLD-politica.

Gaston

Tok Tok, klonk het op de deur van de bibliotheek, waar een gezellig en weldoend (en helaas ook sterk vervuilend) haardvuur brandde. Met gespreide armen heette ik Stefaan De Clerck en de verantwoordelijke voor het economaat van de N-VA welkom.
‘Bart De Wever zit zeker vast op de Antwerpse Ring?’ peilde Stefaan De Clerck wijl hij ongeruste blikken wierp op de grijze stofjas van de N-VA-afgevaardigde.
‘Den Bart komt niet,’ temperde de econoom van het N-VA- economaat (niet te verwarren met econoom Johan Van Overtveldt) de verwachtingen van de christendemocraat.
‘Ben Weyts?’
‘Ook niet.’
‘Jan Jambon?’
‘Nope.’
‘Siegfried Bracke?’
‘Ge zult het met mij moeten stellen, ‘sprak de econoom niet zonder tevredenheid, ‘maar zijt gerust: het partijbureel heeft mij gemachtigd om met u besprekingen over het samengaan van CD&V en N-VA te voeren.’
Nu vond ik persoonlijk ook wel dat het hoofdkwartier van de Vlaams-nationalisten best een wat hogere vertegenwoordiger met een wat klinkerderder naam dan Gaston van het economaat (want zo heette de goede man) had mogen sturen, maar dienstdoend voorzitter Ben Weyts had mij aan de telefoon voor de keuze gesteld: Gaston of Lorin Parys, waarna de keuze snel gemaakt was.

De Gestapo

Weer ging de telefoon. Opnieuw smeekte Fientje Moerman in tranen om asiel, daar zij zich bedreigd voelde door louche uitziende lieden van de belastingadministratie.
‘Mevrouw Moerman,’ interrumpeerde ik haar, ‘ik heb ook al controle van de belastingen gehad. Heel vriendelijke en correcte mensen zijn dat daar. Het zou mij ten zeerste verbazen als in uw woonplaats een – hoe noemde u dat – Gestapo -eenheid van de fiscus uw belastingaangifte onder de microscoop legt. Ik raad u aan om uw edele ros van stal te halen en een frisse neus te halen, zoals u jaren geleden maandenlang hebt gedaan in het Wilde Westen toen u uw verdriet om uw verloren ministerpost moest verwerken. Op mijn kosten, onder meer, en die van andere belastingbetalers.‘
Aan de ander kant werd de verbinding verbroken.

De grondstroom

'Ik ben zo vrij de contouren van deze bijeenkomst te schetsen,’ vatte ik als gastheer van deze geheime besprekingen de gedachtenwisseling aan, ‘ de heer De Clerck is van oordeel dat –en ik citeer – de relatie tussen de christendemocratie en het Vlaams-nationalisme diep geworteld zit in het Vlaamse DNA en sluit niet uit dat CD&V en N-VA ooit opnieuw samensmelten. Is dat correct, heer De Clerck?’
‘Wij kunnen elkaar beter maken,’ stak De Clerck van wal. In zijn ogen was een vreemde gloed gekomen, een beetje zoals bij de apostelen in hun tijd, de apostel Mattheus in het bijzonder. Zijn onderlip trilde en er kwam een krop in zijn keel. ‘De warmte van CD&V en de scherpte van N-VA, daar zullen schone kinderen van komen.’
‘Heer De Clerck,’ was ik zo vrij hem op de feiten te wijzen, ‘beide partijen zijn in 2008 met klinkende ruzie uit elkaar gegaan en de huidige relatie is alles behalve hartelijk te noemen. Is dat geen bezwaar?’
‘Die grondstroom,’ zei De Clerck, die grondstroom…’ De CD&V’er stak de armen in vervoering in de lucht.
‘Ja,’ moedigde ik hem aan, ‘die grondstroom dus.’
‘Die grondstroom, waarin beide componenten vertegenwoordigd zijn, die blijft bestaan. Toen wij het kartel sloten, was dat een tamelijk warme grondstroom. Intussen is de N-VA een beetje veranderd, en niet ten goede.’
Er verscheen een spijtige maar tegelijk vergevingsgezinde en ook wel smartelijke maar tegelijk hoopvolle en niet te vergeten een gepijnigde maar tegelijk toch liefdevolle uitdrukking op zijn gelaat. U moet dat thuis eens proberen voor de spiegel.

Opnieuw weerklonk het irritante geluid van de telefoon. Ik beduidde Brabançonne dat hij het gesprek moest aannemen en kort houden. 'Ha Fientje,' hoorde ik hem smoezelen, 'hoe gaat het ermee? Hebt ge zorgen? Allez zeg. Van mij moogt ge hier komen logeren hoor. Maar de baas, weet ge...' Onder mijn borende blik verliet Brabançonne haastig de bibliotheek, zonder het gesprek evenwel te beëindigen.

De Bics

'Wat zegt de N-VA op het voorstel van Stefaan De Clerck, hier aanwezig?’ wilde ik weten?
Ja aan de opslorping van CD&V door de N-VA, zei Gaston van de N-VA, 'maar niet vroeger dan Allerheiligen volgend jaar.'
‘Opslorping? Ja maar, zo gaan we toch niet beginnen hé! De oud-minister en het voormalige parlementslid, thans geparkeerd bij Belgacom, liep rood aan.
‘Verklaar u nader, Gaston,’ verzocht ik de N-VA-onderhandelaar op vriendelijke toon om opheldering.
‘Wel,’ expliceerde Gaston zijn stellingname, ‘wij hebben pas nieuwe Bics en briefpapier en omslagen en de hele hannekesnest besteld met het logo van N-VA erop, en die moeten eerst op, wat hadt gij anders gedacht?’
‘Maar het gaat hier toch niet om onnozele Bics! kreet de Kortrijkzaan, tevens vader van een christelijk gezin.
‘Besteld is besteld,’ antwoordde zijn tegenspeler bedaard edoch vastberaden.

Brabançonne had nog maar net, met een macho-grijns op de hondensnuit, de bibliotheek weer betreden of de telefoon floot andermaal zijn deuntje.
Ik gaf teken aan onze ravissante trainee Dinska Bronska.
'Het is Gwendolyne Rutten,' fluisterde Dinska, 'of wij Fientje Moerman echt niet in huis kunnen nemen. Voor een week, langer niet. Open VLD betaalt alles, als we haar maar uit de spotights houden.'
Ik schudde resoluut het hoofd.
'Dat is nu spijtig zie, madame Rutten, maar wij zijn juist aan het behangen... ' hoorde ik Dinska de voorzitster van de liberale partij afschepen.

Het zaadje

Buiten sloeg de klok van de Sint-Jozefkerk vier uur.
'Mijn werkdag zit erop!' kondigde Gaston monter aan, 'het was mij een waar genoegen.'
Stefaan De Clerck bleef wat terneergeslagen achter.
‘We hebben nog veel werk voor de boeg,’ zei ik om iets te zeggen.
‘Maar het zaadje is wel in vruchtbare bodem gevallen,’ poogde Stefaan De Clerck zichzelf te overtuigen.
‘Als u het zegt.’
‘Misschien,’ zei Stefaan De Clerck terwijl hij zich plots vol enthousiasme oprichtte, ‘misschien moet ik mij opofferen!’
‘Opofferen?’ riepen wij in triplo, voorbereid op het slechtst mogelijke nieuws.
‘Misschien, ja misschien (opnieuw gingen zijn handen de hoogte in, opnieuw gloeide gans zijn wezen alsof de heilige geest bezit van hem had genomen), moet ik naar de N-VA overstappen om de Vlaamse grondstroom in goede banen te leiden en het eenmakingsproces te bespoedigen!’
Voorzichtig duwde onze trainee Dinska Bronska onze gast opnieuw in zijn zetel, voorzichtig legde zij haar hand op zijn hete voorhoofd , voorzichtig goot Brabançonne een overdosis paracetamol tussen zijn koortsige lippen.

‘En wat vindt ge van onze Gaston?’ vroeg Ben Weyts van de N-VA later op de avond aan de telefoon.
‘Een kwaaie klant,’ gaf ik toe, ‘een taaie onderhandelaar. Uw middenkader mag er zijn.’
‘Dus die fusie is dood en begraven?’
‘Tja,’ zei ik aarzelend, ‘maar ik vrees dat Stefaan De Clerck eenzijdig zijn overstap naar de N-VA gaat aankondigen. Ge gaat die niet kunnen weigeren.'
'Miljaar!' vloekte de dienstdoende voorzitter, ' en er zit hier al iemand met haar valieske op de dorpel van ons partijgebouw, ge moogt drie keer raden wie?

(De auteur is schrijver en VRT-journalist.)

Meest gelezen