Het zomerkamp van VDC - Van Dievel Consulting

‘Beste vrienden, welkom op het zomerkamp van Van Dievel Consulting.’ Welwillend liet ik mijn blik dwalen over de gezichten van de deelnemers die – in vrijetijdskleding, zij het dat sommigen een das of een witte boord boven hun korte broek droegen - in een halve cirkel rondom mij waren geschaard.

Ik las hoop en verwachting in hun gelaatsuitdrukking, maar ook vrees voor de toekomst. Dat was ook het thema van het zomerkamp, de jaarlijkse voltreffer van VDC: “Wat brengt de toekomst?"

Klein grut, nou ja

Met twintig waren ze, meer kan VDC er inhoudelijk en logistiek niet behandelen, als u mij dit vakjargon wil vergeven. Er zat wat klein grut bij (Patrick Janssens en Steve Stevaert, bijvoorbeeld), niet om de hoop te vergroten maar om aan de anderen duidelijk te maken hoe belangrijk het is om de toekomst goed te plannen; het gros van de deelnemers had evenwel reeds naam en faam of hoopte die alsnog spoedig te verwerven.

Name dropping

Bisschop Bonny was erbij, niet voor zichzelf natuurlijk, want hij zit al aan het glazen plafond van de katholieke kerk, maar om via VDC een opvolger te vinden voor Mieke de Tank, de bazin van het katholiek onderwijs die vanaf 1 september wat leven gaat brengen in de bond van christene gepensioneerden. Karel De Gucht tekende present, want het risico is reëel dat hij volgend jaar, na de grootmoeder van alle verkiezingen, in Berlare terugvalt op het bestaansminimum. Yves Leterme – nu we toch bezig zijn met name dropping – droeg wel een T-shirt I ♥ OESO, maar in gedachten is hij al in Europa, tenzij hij in eigen land iemand een hak kan zetten. Ivo Belet zocht werkzekerheid, het liefst in eigen gouw, want hij is toch zo lief en hij doet toch zo zijn best.

De SP-L

Ben Weyts zocht vrouwen voor de tweede plaats en lager op de N-VA-kieslijsten en probeerde – tevergeefs - uit de buurt te blijven van Jean-Marie Dedecker die aan eenieder de kiespeiling uitdeelde die hij door een van zijn dochterondernemingen veel te duur had laten uitvoeren, en die erop neerkwam dat de toekomst van het land – communisme of vrijheid – afhing van zijn aanwezigheid en zelfs kopmanschap op een andere lijst dan de zijne.

Steven Vanackere was meer in Dinska Bronska geïnteresseerd dan in de schuchtere avances van bisschop Bonny. Caroline Gennez was aanwezig omdat er van SP-A-voorzitter Bruno Tobback maar geen reactie kwam op de schone comeback-interviews – kwatongen spreken van sollicitatie-interviews - die ze in het kruim der Vlaamse periodieken ten beste had gegeven. Lode Vereeck tenslotte, de enige hoogleraar van Limburg, kwam peilen hoe zijn kansen lagen bij Open VLD, of bij CD&V of bij – waarom ook niet – bij de SP-L, de Socialistische Partij van Lieten.

Dropping tout court

‘Vrienden,’ zei ik, ‘ zoals het de gewoonte is op ons zomerkamp, zult gij bij valavond en twee aan twee in een uithoek der Kalmthoutse Heide worden gedropt, zonder water of mondvoorraad en met slechts de hulp van een kompas moet gij de weg naar mijn modeste villa wedervinden. Zelfredzaamheid & teamwork zijn de kernwoorden van deze proef. Wie eerst binnenkomt kan rekenen op het kopmanschap van een lijst én van een partij naar keuze.’

Nog voor ik mijn slotwoorden had uitgesproken, had Jean-Marie Dedecker alreeds zijn arm in die van Ben Weyts gehaakt, welke laatste mij smekend aankeek.
‘Nee nee, heer Dedecker,’ verijdelde ik het plannetje van de voormalige Libertaire Directe Democraat, ‘ ik wijs u toe aan bisschop Bonny.’
Met de verbijstering in de blik van de geestelijke hield ik dan weer geen rekening.

Ik koppelde voorts Gennez aan Vanackere, Weyts aan de Steve, De Gucht uit pure baldadigheid aan Leterme, Patrick Janssens aan mede-academicus Lode Vereeck, en toen er een deelnemer op overschot bleek te zijn (Marianne Thyssen had op het laatste moment verstek gegeven omdat zij “garanties” had gekregen van CD&V, wat binnen die partij bepaald geen garantie is) koppelden wij Ivo Belet aan de ravissante Dinska Bronska, waarvoor iedereen hem maar ook haar benijdde.

Fouillering

Na het kampdiner ( dat traditioneel bestond uit Unox-kervelsoep, friet met stoofvlees en macedoine de fruits uit een blikje) stonden de deelnemers klaar om in de afgedankte legertruck te stappen waarmede mijn vriend en junior partner Brabançonne hen in geblinddoekte staat naar hun plaats van vertrek zou voeren.
‘U zult het ons niet kwalijk nemen, beste vrienden,’ zei ik, ‘dat wij u bij wijze van voorzorgsmaatregel onderwerpen aan een discrete fouillering, om er zeker van te zijn dat er geen ongeoorloofde hulpmiddelen mee worden genomen.’

Verontwaardigd geroezemoes was mijn deel. Schending van de privacy en zo, alsof privacy nog bestaat. Maar ik liet mij niet vermurwen.
‘Brabançonne,’ commandeerde ik, ‘doe uw plicht.’
Uit binnenzakken, onderrokken, onderbroeken, lichaamsplooien en –openingen kwamen een ouderwetse Blackberry, zeven smartphones, acht tablets, een kiespeiling, een wichelroede, een kruisbeeld, een paternoster, een opblaasbare pop en een fles whisky tevoorschijn.

De Verstoten Zoon

Eigenlijk lag de winnaar van te voren vast. Wij dienden de competitie zelfs niet te vervalsen, wat bij vorige gelegenheden wel eens het geval was.
Met Ben Weyts zou Jean-Marie Dedecker nooit als eerste aan mijn modeste villa zijn toegekomen, na minder dan drie uur zelfs, maar met bisschop Bonny aan zijn zijde, die ook in het donker en op geaccidenteerd terrein het enige juiste pad bewandelde, zoals uitgestippeld door de Kerk van Rome, was dat een klein kunstje. En dan zijn er die durven beweren dat Gods wegen ondoorgrondelijk en zelden aangenaam zijn.

‘Godverdoeme,’ sprak Jean-Marie op bewonderende toon tot zijn van godsvrucht en ook wel trots blozende kompaan, ‘kent gij nog meer van die truuken?’
De bisschop glimlachte vergoelijkend om de ongemeende godslastering.
Ik hing inmiddels aan de telefoon met Bart De Wever, de feitelijke voorzitter van de N-VA.
‘Heer De Wever,’ sprak ik, ‘niets staat nu nog uw Wiedergutmachung ten opzichte van Jean-Marie Dedecker in de weg.’

Uit de stilte die op mijn uitspraak volgde leidde ik af dat er binnen de partij nog wel meer Frans gesproken zou worden, vooraleer de verstoten zoon opnieuw én liefdevol binnen zou worden gehaald.
Merkwaardig was ook wel dat Patrick Janssens en Lode Vereeck de overwinning claimden, hoewel zij pas na Gennez-Vanackere en Weyts-Stevaert binnen waren gevallen. De eerste kon en wilde niet geloven dat hij verloren had en de tweede had cijfers om dat te staven.

En de verliezer is...

De winnaar kennen we nu, hoor ik u al zeggen, maar wie arriveerde als laatste? Persoonlijk hadden wij op de duo’s De Gucht- Leterme of Weyts-Stevaert gegokt, gezien de respectieve viscerale wederzijdse afkeer, onder meer.
‘Patron,’ had Brabançonne mij mild glimlachend gecorrigeerd, ‘ik had u meer mensenkennis toegedicht.’

En inderdaad was het driedaagse zomerkamp alreeds enkele uren afgelopen en was iedereen al naar zijn of haar kieskring vertrokken toen de fel vermagerde maar zielsgelukkige tandem Belet-Bronska hand in hand en ongeveer twintig centimeter boven de begane grond zwevend, zijn opwachting maakte.

(Louis van Dievel is journalist bij VRT Nieuws en schrijver.)

Meest gelezen