Die dag in het paleis - VDC

‘Hahahaha hihi hoehoehaha!’ De koning kwam bijna niet meer bij van het lachen. Premier Di Rupo had net met zijn mond vol tanden het paleis in Brussel verlaten, bouche bée zoals de Franstaligen zeggen, met zweet op zijn geblutste voorhoofd en paniek in zijn ogen.

‘Hij geloofde het niet hé, meneer Van Dievel, hij dacht dat we hem voor het lapje hielden!’
Mais enfin, siiiiiire! C’est pas possiiiible!’ imiteerde de vorst op meesterlijke wijze de falsetstem van de eerste minister
Een nieuwe lachbui volgde. De koningin en Brabançonne probeerden zich nog serieus te houden, maar de koninklijke lach was zo aanstekelijk dat ze het eveneens uitproestten. Ikzelve volstond met een scheve glimlach. Ik had nog een en ander uit te leggen aan mijn officiële werkgever, de VRT Nieuwsdienst, die mij de avond ervoor over het op een of andere manier uitgelekte nieuws over de troonsafstand had geraadpleegd.

Een loos gerucht, een hoax

‘Van Dievel,’ had een van de vijf of zes hoofdredacteurs mij op indringende toon gevraagd, ‘ gij als intimus van Albert II zult het wel weten zeker: gaat hij nu abdiceren of niet?’
‘Ach leidinggevende,’ had ik op quasi verveelde toon geantwoord, ‘ dat is weer zo’n kwakkel, zo’n hoax, zo’n loos gerucht dat iemand van de VTM heeft opgevangen en aangedikt. Ge moogt gerust zijn, de koning blijft aan. Ik ben trouwens net met zijne majesteit over de 21 juli-boodschap aan het brainstormen.’
In werkelijkheid was ik enfin, waren de koning, Brabançonne en ik het klad aan het schrijven van de koninklijke boodschap die de wereld op zijn grondvesten zou doen daveren en die zelfs Rudy Vranckx in Egypte en de scheiding van den John en Amazing Astrid naar de gemengde berichten zouden doen verhuizen.

Un fait accompli

‘Ik zou wel willen maar ik durf niet,’ had mijn geliefde vorst mij bij eerdere ontmoetingen diverse malen toevertrouwd.
‘Sire,’ had ik hem een beetje opgejut, ‘u mag zich niet zo laten intimideren door Di Rupo en zijn kornuiten. Stel hem voor een voldongen feit.’
Un quoi?’ vroeg de koningin.
Un fait accompli, mon bizou,’ had het staatshoofd spontaan vertaald.
En kunnen we dan eindelijk een beetje langer dan zes weken met vakantie, had de koningin nog willen weten, want ze was al die minitrips beu.
‘Na de 21ste juli, mon bizou,’ had de vorst beloofd, ‘pakken we onze caravan in en rijden we in enen trek naar de Azurenkust, waar onze roeiboot op ons ligt te wachten.’
De koningin had verzaligd gezucht. Als dat eens zou kunnen. Eindelijk met pensioen!
Maar ik dwaal af, een kwaaltje dat – het is u inmiddels bekend –bij zestigers volledig tot ontwikkeling komt.

De troonsopvolger

‘Maar wie moet er dan achter mij komen, meneer Van Dievel?’ had de vorst met bezorgde blik gevraagd.
‘Ach majesteit,’ had ik geantwoord, ‘ik stel voor om voor de korte pijn te kiezen: uw oudste. Als hij het nu nog niet kan, zal hij het nooit kunnen. En u zou toch niet willen dat hij als lapzwans eindigt gelijk de Britse prins Charles?’
‘Nee,’ had de vorst gerild, ‘dat lot wens ik hem niet toe.’
Waarna ik in zijn naam Elio Di Rupo naar het paleis had gesommeerd.
Waarfoor ies et?’ had de premier met een bang stemmetje gepolst.
‘Staatsgeheim’, had ik volstaan met zeggen.
Allez mon cher Louis!’ probeerde Di Rupo nog, maar toen had ik de verbinding al verbroken.

Hij weet het nog niet

‘Voilà, dan zijn we rond zeker,’ sprak de koning monter toen de eerste minister de deur uit was.
Hij weet het nog niet,’ dorst ik de koninklijke opluchting te temperen.
‘Wie weet wat niet, meneer Van Dievel?’
‘Uw zeun weet het nog niet.’
Nom d’une pipe!
Alle vrolijkheid viel van de toekomstige ex-koning af.
‘Wilt u het hem niet zeggen, meneer Van Dievel? De koningin en ik hebben eigenlijk een dringende afspraak.’
‘Bij de coiffeur,’ voegde de koningin eraan toe, ‘voor het défilé.’
‘Ha nee, zo niet!’ verstoutte ik mij te zeggen.

En toen, op dat moment, kwam mijn geliefde dobermann en junior partner Brabançonne met een fantastisch idee. Wij zouden ter plekke een lied mét boodschap componeren , de kroonprins convoceren en hem de toestand op rijm toezingen.
Gelachen dat wij hebben. Dat we er buikpijn van hadden. En de kabinetschef van de koning maar vragen wat wij allemaal aan het bekokstoven waren.
‘Houd u er buiten, Yperzelemans!’ baste de koning hem toe terwijl hij de lachtranen uit zijn ogen wreef, ‘wij zijn met serieuze zaken bezig. En daarbij, uw dagen zijn geteld.'

Het koningslied

Ons lied was een geweldig succes, al zeg ik het zelf. Prins Filip was ontroerd en vroeg of het plaatje al te koop was.

Wie had er wel verhip!
’t charisma van een tochtstrip?

(Het is Philip X 2)

Wie stijgt er nu met stip
Wie is ineens heel hip?

(Het is Filip X 2)

Wie had wel eens een dip
Wie keek er soms heel sip?

Het is Filip ( X 2)

Wie zat er op de wip
Wie pruilde zich een lip?

Het is Filip ( X 2)

Wie werkt er op een chip
Wie lijkt er op een strip

Het is Filip (X 2 )

Wie landde met een luchtschip
Op zijn private airstrip?

Het is Filip (X 2)

Wie keek niet op een buitenlandse trip
Wie werd ontvangen als een vip?

Wie doet er straks knip knip
Bij d’opening van de nieuwe bib?

Wie geeft er om de legkip?
En soms ook om de houtsnip?

Wie lust er wel een sparerib
Wie weet er niets van’t Kofschip?

Wie dankt er voor een tangaslip
En voor een lsd-trip?

Wie omzeilt er iedere klip
En hoedt zich voor een uitslip?

Het is Filip (X 4)

Wij hebben nog een laatste tip, Filip
Maak eens een schone videoclip
Scoor eens vanop de strafschopstip
Let op voor de Saoedi- griep

En schrijf uw naam niet als Philippe.

Lang leve koning Filip!!!!

 

 

(De auteur is schrijver en VRT-journalist.)

Meest gelezen