Op naar de volgende/au suivant - Van Dievel Consulting

‘Brabançonne,’ sprak ik mijn trouwe dobermann, tevens huisvriend en junior partner, op strenge wijze toe, ‘trek dat onnozele T-shirt uit.’ ‘Ja maar patron,’ sputterde Brab tegen, ‘ik wil een statement maken.’ Ik slaakte een diepe zucht. ‘Jonge vriend,’ zei ik, een aanspreking die ik enkel gebruik als het om een zwaarwichtige kwestie gaat, ten eerste is een hond in een T-shirt een belachelijk gezicht, ten tweede behoort gij volgens mij niet tot de obediëntie waarop ge u vestimentair beroept, en ten derde is Bart De Wever onze beste klant en staat hij hier binnen drie minuten en twintig seconden voor de deur.’

Per praalwagen

Dik tegen zijn goesting wurmde Brabançonne zich uit zijn gelegenheidskledij, wijl hij – binnensmonds weliswaar – kloeg dat het ver gekomen was met de vrijheid van meningsuiting. Net toen ik nog even met een kleerborstel door zijn zondagse vacht ging, hoorde ik klaroengeschal aan de poort. Daar is mijn klant al, dacht ik, en snelde naar buiten. Ik stond perplex. Was het omdat karnaval nakend is of stond de N-VA-partijmobiel in de garage voor groot onderhoud, wie zal het zeggen? Maar ik weet voor 100 % zeker dat Bart De Wever binnen zijn partij echt “one of the boys” (M/V) is en zich maar node met een praalwagen, getrokken door de omvangrijke kamerfractie, laat vervoeren en dat hij maar zelden een toga en een lauwerkrans draagt, en al zeker niet putje winter.

Maar goed, dat zijn interne partijzaken waarmee Van Dievel Consulting geen uitstaans heeft.

Een droog achterste

‘What next?’ zei de N-VA-hoofdman, daarmede het cliché doorprikkend dat hij enkel Latijnse staande uitdrukkingen bezigt.
Door het raam zag ik dat de trekkers en dragers van BDW – slechts gekleed in een soort lendendoek – in het met hagel bestrooide gras zaten te verpozen. Brabançonne deelde – andermaal dik tegen zijn goesting, zag ik – mueslirepen, flessen gedemineraliseerd water en plastic vuilniszakken voor een droog achterste uit aan de Vlaams-nationalistische volksvertegenwoordigers, dewelke waarschijnlijk op een meer Bourgondische traktatie hadden gerekend, tenminste, dat leidde ik af uit de ontgoocheling die van hun aangezichten droop.


Met zijn “What next?” doelde De Wever uiteraard op de volgende stap in onze uitgekiende strategie om de N-VA en zijn geliefde leider in de schijnwerpers, in de belangstelling, in de controverse alsmede in de contramine en vooral in de media te houden. Tot in het vroege voorjaar van 2014 alstublieft! Daarna mag ik volgens de deontologische regels van de nieuwsdienst geen hand- en spandiensten meer verlenen aan eender welke politieke partij. Muggenzifterij, volgens mij, maar alla, ik probeer mij eraan te houden, ik toch.

Fascinerend

Ik monsterde mijn klant aandachtig, wat hem scheen te storen, maar ik trok het mij niet aan. Wat is er toch zo fascinerend aan deze man, vroeg ik mij af. Ik zag het niet. Ik schudde het hoofd en nam het woord.
‘Onze operatie “Obediëntie” (want zo hadden we het inmiddels genoegzaam bekende succesverhaal gedoopt) kunnen we nu wel als afgerond beschouwen, meer airplay kunnen we niet meer verwachten.’
‘Hoe gij erin geslaagd zijt om Etienne Vermeersch binnen te smokkelen bij ReyersLaat, dat is grote klasse’, moest De Wever toegeven, ‘ik dacht dat iedereen wist dat Etienne een partijkaart van ons had.’
Ik volstond met een mysterieuze glimlach.

Een nieuwe vijand

‘U hebt een nieuwe vijand nodig,’ stak ik van wal, ‘aan vijanden geen gebrek, dat weet u, ze liggen voor het oprapen.’
‘Ik doe daar nochtans niets speciaals voor,’ onderbrak De Wever mij, ‘ze overkomen mij gewoon.’
‘We moeten kieskeurig zijn,’ vervolgde ik, ‘met halfzachte vijanden zijn we niets.’
‘Iets met de culturo’s misschien?’ opperde de N-VA-kopman, ‘culturo’s zijn een dankbare pispaal.’
‘Geen gemakkelijkheidsoplossingen!’ waarschuwde ik.

Op dat ogenblik kwam mijn huishoudelijke manager Dinska Bronska binnen met de versnaperingen: Minimarsjes en een stevige breezer voor mij, een half potje natuuryoghurt en een lindenthee voor Bart De Wever. Mijn hart sloeg een slag over.  Mijn medewerkster pronkte nadrukkelijk  met een voor loketdienst geheel ongepast T-shirt.  Daar gaat mijn beste klant, dacht ik. Maar Bart De Wever merkte het niet eens, zozeer was hij verdiept – een term die hier wel op zijn plaats is – in het decolleté van Dinska Bronska dat ongeveer tot aan haar navel reikte.

Aan de haard

‘Over een maand,’ poogde ik de aandacht van mijn gast en klant opnieuw naar onze business te leiden, ‘is het vrouwendag. Wat dacht u van een warm pleidooi voor de moeder aan de haard? Als vrouwen thuis blijven om voor de kinderen te zorgen komen er een paar honderdduizend arbeidsplaatsen vrij, moet u zeggen, en kunnen de mannen opnieuw met 60 op pensioen. Bovendien zal de aanwezigheid van de vrouwen aan de haard het aantal woninginbraken doen drastisch doen verminderen. En de kinderen zullen weer manieren leren. Niets dan voordelen!’
‘Geweldig idee!’ prees Bart De Wever mij al handenwrijvend.
‘U zult gegarandeerd een storm van protest ontketenen, niet het minst vanuit feministische hoek.’
‘En dan doe ik dat met mijn degoutantste smoel af als geleuter van manwijven!’
‘Zoiets,’ zei ik, ‘maar het mag een ietsje beschaafder.’
‘Dat zien we nog wel,’ wuifde Bart De Wever mijn woorden weg.

‘Acht maart is nog ver weg,’ waarschuwde ik, ‘een kleinere rel om de dode periode te overbruggen is meer dan gewenst.’
‘Hebt ge een voorstel, Van Dievel?’
‘CD&V bombardeert Kris Peeters nu al tot absoluut boegbeeld voor de verkiezingen van 2014,’ zei ik met een grijns van hier tot aan de taalgrens, ‘ die partij is daar blijkbaar nu al mee bezig. Moet er dan niet geregeerd worden?'

Meest gelezen