Is Wiske nu echt dood?

Om drie uur vanmiddag dachten ze nog dat ze de prijs moesten uitreiken, een goed uur later waren ze tot hun eigen ongeveinsde verbazing zelf het feestvarken, want winnaars van de Willy Vandersteenprijs voor de beste Nederlandstalige strip van het afgelopen jaar. Scenarist Marc Legendre is het prijzen winnen stilaan gewend, voor Charel Cambré (een weergaloos tekentalent) is het de eerste echte erkenning.

Louis Van Dievel is schrijver en moderator van deredactie.be. Hij kampeert dezer dagen op de Boekenbeurs.

Cambré en Legendre krijgen de Willy Vandersteenprijs (5.000 euro van Sabam, te delen door twee, en een tekening van de vorige winnaar, Simon Spruyt) voor het vijfde deel van Amoras, gemeenzaam Suske en Wiske voor volwassenen genoemd. Een spin-off (wat een lelijk woord) die begon als een wilde gok en eindigde als een geweldig commercieel succes. Mede dank zij de uitgekiende promotiecampagne op het internet.

Een donkerzwart kantje

De gok was niet min: in de Amoras-reeks is geweld overvloedig aanwezig, vloeit er echt bloed, vallen er echte doden, wordt er gezopen, is er echt bloot te zien en hebben de toch wel brave personages uit de reguliere Suske en Wiske-reeks stuk voor stuk een donkerzwart kantje, en dat is een understatement.

Lambik verliest een arm, Jerom verliest zijn zinnen na een kogel door zijn hoofd, tante Sidonie is een hysterische trut, Barabas een falende geleerde. Krimson is nog slechter dan slecht.

Suske en Wiske blijken niet onafscheidelijk, door de verschijning van een nieuw en geheimzinnig personage : Jérusalem, de vondst van de Amoras-reeks. Het is deze welgebouwde en ondernemende jongedame die het onafscheidelijke duo uit elkaar rukt en zelfs - aan het eind van het 1e deel - de dood van Wiske op haar geweten heeft. Schijndood, zo blijkt aan het eind van het eerste album. Oef.

Een puzzel met ontbrekende stukjes

De teletijdmachine - een vast meubelstuk in talloze Sus en Wis-avonturen - speelt in Amoras een verderfelijke hoofdrol. Voortdurend worden personages naar de toekomst of het verleden geflitst. Maar waar dat vroeger allemaal goed afliep, met een knipoog van Wiske, draagt de tijdmachine nu bij tot het drama dat zich op Amoras ontwikkelt. Het geflits maakt van de reeks ook een puzzel met stukjes die zoek zijn of niet passen.

De lezer krijgt losse eindjes van het verhaal, wordt voortdurend op een dwaalspoor gezet. Ik was heel benieuwd naar het slotalbum van Amoras, dat net vandaag verscheen, omdat ik wilde weten hoe al die verwikkelingen aan het eind in elkaar zouden gaan passen, hoe de strip met een zachtje landing op zijn pootjes zou vallen.

Ik mag u het einde uiteraard niet verklappen. Maar er is geen happy end, dat kon ook haast niet meer, al had ik (en met mij menige stripliefhebber) stilletjes gebeden voor een niet al te groot drama. Eilaas.

Een dezer dagen neem ik overigens de zes delen van Amoras opnieuw ter hand en lees ze opnieuw, met voorkennis nu, en ook in deze zal ik niet de enige zijn.

Charel Cambré en Marc Legendre zijn inmiddels al met een nieuw stripproject van start gegaan, een nieuwe reeks die gebaseerd is op de personages van aartsvader Willy Vandersteen. Het project wordt net als Amoras met de grootste geheimzinnigheid omhuld. Maar de twee winnaars van de Vandersteen Prijs zullen met straffe marchandise moeten komen om Amoras te evenaren.

Meest gelezen