Geef de stotteraar tijd - Michael Dilissen

Kan u zich inbeelden dat u een brood bij de bakker bestelt, een spreekbeurt geeft voor een volle klas of iemand probeert te versieren wanneer u geen zin kan beginnen zonder eerst een tiental seconden te doen over je eerste letter of woord? Toch is dat voor meer dan 65.000 Vlamingen de dagelijkse realiteit. Op televisie wordt er met de nodige montagetechnieken voor gezorgd dat ze vloeiend hun verhaal kunnen vertellen, terwijl die afspiegeling in de media mijlenver afstaat van de realiteit. Daarom brengen we woensdag, naar aanleiding van de wereldstotterdag, in Koppen het verhaal van Thomas en Rhüne, mét hun stotters. Want ook dat is wie ze zijn.

Michael Dilissen is freelance reporter bij Koppen. De reportage ‘De stem van een stotteraar’ is te zien op woensdag 21 oktober om 21u20, in Koppen op Eén.

Ik ben zelf een stotteraar

Voor mijn job als reporter voor Koppen, Iedereen Beroemd en Karrewiet gebruik ik dagelijks mijn stem om vragen te stellen of om te overleggen met de cameraploeg. Toch had ik u 12 jaar geleden voor gek verklaard als u me zou vertellen dat mijn job uit zulke taken zou bestaan. Ik ben een stotteraar. Als vijfjarige stotterde ik zo hevig dat ik logopedie kreeg, bij mij was stotteren genetisch bepaald. Rond mijn 13de, te midden van de puberteit, kwamen mijn stotters terug opduiken en werd spreken een dagelijkse hel. Twee jaar volgde ik stottertherapie en met hulp van mijn therapeut én een portie geluk, heb ik mijn stotters vanaf mijn 15de onder controle. Ik was geen extreem zware stotteraar, zo had ik geen last van typische herhalingen, wél van lange blokkeringen. Ik ben nu zo’n 11 jaar ‘stottervrij’ - al is dat relatief, want een stotteraar ben je voor altijd. 1 op 3 stotteraars zal ondanks therapie nooit van zijn stotters verlost raken.

De stem die u zelden hoort

Wij, als tv-makers geven het slechte voorbeeld: we lijken nog te vaak de ideale samenleving te tonen. Er zijn enkel slanke schermgezichten, terwijl de meerderheid van onze bevolking niet het perfecte maatje heeft. Net zoals bij het ideale gewicht voeren wij als televisiemakers perfect sprekende mensen op, desnoods met de nodige montagetechnieken. Meestal staan stotteraars nu niet echt te springen om op televisie te komen, maar talkshows nodigen ook geen stotteraars uit, want dat zou te veel uitzendtijd kosten. En zo vergeten we dat er mensen zijn die stotteren.

De perfecte maatschappij

Als ze mochten kiezen, zou elke stotteraar willen leven zonder stotters, maar dat is niet voor iedereen weggelegd. Sommige stotteraars leren leven met hun spraakgebrek, andere verstoppen zich in carrières waarin ze zo weinig mogelijk moeten spreken en nog andere veranderen van die studierichting met taalvakken – terwijl ze verzot zijn op talen-, zoals ik - en mijden sociaal contact. Dat allemaal omdat wij als maatschappij verwachten dat iedereen vloeiend kan spreken.

De onmogelijke carrière

Voor Koppen volgde ik twee stotteraars: Thomas en Rhüne. Rhüne is een meisje van 16 jaar en zit in het vijfde middelbaar. Rhüne zit met veel twijfels: zo weet ze nog niet wat ze later wil worden, want bij elke job moet je communiceren en dat lijkt uitgesloten voor haar. Thomas, een ambitieuze jongeman van 26 jaar laat zien dat het wél kan: ondanks zijn stotters koos hij voor een carrière als acteur en danser. Je moet maar durven wanneer je ultieme werkinstrument je dagelijks in de steek laat.

Wat kan u doen?

Een medicijn of therapie om iedereen van het stotteren af te helpen bestaat helaas niet. Toch zijn stottertherapeuten het erover eens dat durven stotteren de beste therapie is. Wanneer stotteraars kleine overwinningen boeken door een brood te bestellen zonder zich te generen over hun stotters, dan boeken ze niet alleen vooruitgang met hun stotters, ook mentaal maken ze grote stappen voorwaarts.
Ontmoet u ooit een stotteraar? Laat hen dan gewoon uitspreken en onderbreek hen niet. Het zal u misschien iets meer tijd kosten, maar u krijgt er een hartelijk gesprek voor in de plaats, en zonder het goed te beseffen ontkracht u misschien wel het laatste publieke taboe. Ik wens u alvast een aangename wereldstotterdag.

 

 

Meest gelezen