De tristesse van wielerafgoderij - Joris Custers

Joris Custers was renner en is nog steeds bezeten van de wielersport.

Een boontje

Zondagavond wordt er ergens in de Amerikaanse staat Virginia een renner gekroond tot wereldkampioen wielrennen. In de Belgische selectie is 44% kopman. Voor een daarvan heb ik altijd een boontje gehad. Op een zonovergoten namiddag in Geetbets, in de kleedkamer, passeerde hij me, zo ongeveer achttien jaar geleden. Te verlegen zijnde, zei ik niets. Naast zijn kwaliteiten als atleet, kwam hij erg zelfzeker over en benaderde zijn collega wielrennerkes met zeer veel respect. Het lijkt me net dit complement dat aan de basis lag van het fenomeen Tom Boonen, als zeventienjarige ver voor op fysiek en mentaal vlak.

Wielerstrategisch

Wat hem in zijn beginjaren van de concurrentie onderscheidde, is zijn offensieve manier van koersen. Voor het eerst pijnlijk merkbaar voor Van Petegem en andere gladiatoren op die eerste zondag van april 2005. Boonen maakt gelukkig komaf met een generatie van gewacht, gereken en getreuzel. Hij geeft de indruk dat er wielerstrategisch weinig verschil zit tussen de finale van de Ronde van 2006 en een kermiskoers in Zweveneke. En de verzamelde wereldtop, die stond erbij en keek ernaar. Tezelfdertijd kon je merken dat zijn stijl geen diviniteit had, hij was niet op zijn fiets gegooid door een almachtig wieleropperwezen. Het kostte bij hem heel veel inzet, kracht en strategie, althans die indruk gaf hij toen.

Aanminnig

Toentertijd was ikzelf evenwel geen fan. Zijn antwoord op de vraag of hij nog raad had voor zijn concurrenten voor diezelfde Ronde 2006, “blijven trainen”, vond ik te polemisch van aard. Later kwam er gelukkig een welgekomen wedergeboorte van mijn aanminnigheid voor de atleet. Zijn polemische karakter werd geruild voor professionalisme, gekruid met een hyperagressieve rijstijl.

Een kapitein op brugpensioen

Sinds die lentevertoningen van 2012 hoop ik nu al voor enkele jaren op een herhaling van dergelijk machtsvertoon. Vorig jaar echter, tijdens het dramatische voorval van de ploeg Boonen tijdens de omloop het Nieuwsblad, begon ik mij af te vragen of er sprake was van muiterij op het Quickstep-schip, dan wel van een kapitein op bijna brugpensioen.

Oneindige rek

Is mijn verknochtheid aan wielergrootheden een rekbaar begrip? Dit vraag ik mij zovele Lebergen later af. Ook verknocht hoopte ik dat LeMond in 1993 de Tour zou winnen, en al helemaal toen ik vorig jaar nog dacht dat Stijn Devolder de Ronde nog eens kon winnen. Dat is wellicht eigen aan het fan zijn, en misschien wel het lot van elke wielerfanaticus, met elk zijn idolatrie. Maar het duurt soms net iets te lang.

De opstapeling van ontgoochelingen doet de denkbeeldige rekker springen. Ik denk niet dat Tom Boonen wereldkampioen wordt zondag. Voor de volgende editie van Roubaix boek ik mij alvast een lange strandwandeling in Wimereux. Sorry, man.

Meest gelezen