Nieuwe buurtbewoners - Kolet Janssen

Goede bedoelingen zijn goedkoop. De vluchtelingen welkom heten en hen een warm onthaal bieden, dat wil een grote groep Vlamingen, gelukkig. Maar dan botsen we op de nijdige weerhaken van de realiteit. Hoe ver reikt onze gastvrijheid? Want pas in het dagelijks leven merken we elkaars kleine, ‘andere’ kantjes.

Kolet Janssen is auteur, oud-lerares, (pleeg)moeder en oma

Een vijftal jaren geleden kwam er een familie uit Irak in onze buurt wonen. Asielzoekers met een legaal statuut. De man was eerst naar hier gekomen, en daarna zijn vrouw en twee kinderen. Ze huurden een heel kleine woonruimte en bouwden beetje bij beetje hun leven uit. De vrouw volgde jarenlang Nederlandse lessen en spreekt intussen behoorlijk onze taal. De man nam alle werk aan dat hij kon krijgen en volgde een opleiding tot buschauffeur. Het oudste meisje deed een jaar over op school en kan intussen prima verder en de jongste ging naar de kleuterklas. Onze buurt keek toe en wachtte af.

Halal

’s Avonds is er bij het huis van onze Irakese buren meer te beleven dan bij onze huizen. Wij trekken de gordijnen dicht of laten de rolluiken neer. Wat er daarachter gebeurt, is voor niemand zichtbaar. Bij hen staat de deur heel vaak open. De man en zijn zoontje zijn bijna elke dag een tijdje buiten, ook al is het koud. Hij rookt een sigaretje en glimlacht naar iedereen die voorbij komt. De jongen rent op de stoep heen en weer. Regelmatig zijn er vrienden of familie op bezoek. Die staan dan ook buiten of ze zitten op het bankje in de straat.

Bij de jaarlijkse buurtbarbecue nodigen we natuurlijk ook onze Irakese buren uit. Maar het vlees dat wij serveren is niet halal. Geen probleem, onze buren nemen hun eigen vlees mee en bakken dat solidair naast het onze op het rooster. En de vrouw maakt net zoals wij een paar kommen met slaatjes en bijgerechten klaar. Wij vinden die erg lekker. We praten samen over het weer of over de kinderen.

De kinderen gaan in de buurt naar school en spelen met vriendjes. Blijkbaar wordt er thuis speciale aandacht besteed aan ‘halal’-voorschriften. Want toen het jongetje op het buurtfeest een glas cola kreeg aangeboden, vroeg hij nadrukkelijk of die wel ‘halal’ was. Dat zette een beetje kwaad bloed in de buurt. Halal cola, wie heeft daar ooit van gehoord! Als ze zo nodig alles halal willen, moeten ze maar … Enzovoort. Maar ach, kinderen zeggen zoveel, ook die van ons.

Veilig leven

De vrouw komt af en toe een avond meedoen als we met twee buurvrouwen samen strijken. Dat is goed voor haar Nederlands. Wat ze echt heeft meegemaakt, krijgen we maar met mondjesmaat te horen. Ze belt veel met familie, maar ze kan ons niet echt duidelijk maken hoe het is om in Irak te leven. Ze klaagt niet, maar ze is duidelijk: ze wil nooit meer terug. Een veilig leven voor hen en voor hun kinderen, daar heeft ze heel veel voor over. Haar diploma wordt niet erkend en ze moet wellicht opnieuw gaan studeren. Ze probeert ons de namen van fruit en groente in het Arabisch te leren, maar wij zijn slechte leerlingen. We onthouden het geen dag.

Het huis naast onze Irakese buren kwam vrij en werd prompt verhuurd aan een vriend, ook uit Irak. Oei, dachten wij spontaan. Het moet wel niet te gek worden… Er staan nu ’s avonds nog meer mannen op straat. Maar we kennen hen stilaan en daarom voelt het in feite veiliger dan een lege straat.

Toen we onlangs stoepzinnen over het buurtleven op onze stoeptegels schilderden, vroegen we de man – makkelijk aanspreekbaar want steevast op zijn stoep – of we er ook niet een paar woorden in het Arabisch mochten bijschilderen. Meteen een enthousiaste reactie: ze schilderden de vormen voor, wij kleurden ze in en nu prijken de woorden ‘vrede’, ‘vriendschap’, ‘liefde’ en ‘buren’ ook in het Arabisch op onze stoep. En vandaag stopten we een kaart met goede wensen in hun bus voor het Offerfeest.

Samenleven

Het gaat langzaam, zo naar elkaar toegroeien. De vrouw liet wel eens vallen dat ze niet begrijpt wat Vlamingen ’s avonds doen: gaan ze allemaal om zeven uur naar bed misschien? Waarom komt er nooit iemand buiten? Echt bij elkaar op bezoek gaan voor een avond, dat doen we niet. Ik ben wel eens in hun piepkleine woonkamer geweest en kreeg meteen een kop thee aangeboden. Maar ook de andere buren gaan niet bij elkaar op bezoek. Voor Vlamingen is de voordeur nu eenmaal heilig. Zij missen wat meer contact met elkaar, wij hebben vaak genoeg aan een vriendelijke groet. Wij begrijpen soms niet wat hen bezielt en waarom zij iets wel of niet doen. Maar we merken elke dag opnieuw dat we als buren best kunnen samenleven. Vlamingen zijn toch ook niet allemaal hetzelfde?

Er zullen veel buurten in Vlaanderen zijn waar in de komende jaren zo’n gezin zal neerstrijken. Op onze typisch Vlaamse manier zullen we eerst de kat wat uit de boom kijken. Daarna zullen we zien dat er best te leven valt met die nieuwe buren. Er is ook veel waarin we overeenkomen. Samen in dezelfde buurt. We hebben niets te verliezen en heel veel te winnen.

Meest gelezen