Waarom de WTC-toren bijna leeg bleef - Tom De Cock

Tom De Cock, MNM-dj, was onlangs bij de vluchtelingen in Calais en begrijpt nu waarom vannacht vele bedden in de WTC-toren vrij bleven. Hij vertelt zijn ervaring met vluchtelingen in Calais.

Shock and awe: van de vijfhonderd bedden in de WTC-pre-opvang waren er de eerste nacht maar veertien bezet. Ik heb het even uitgerekend: dat is een bezettingsgraad van 2,8%. Enerzijds omdat kandidaat-asielzoekers blijkbaar vreesden dat de nieuwe opvang het voorgeborchte van een gesloten centrum was, anderzijds omdat de groeiende bevolking van het tentenkamp in onze hoofdstad überhaupt niet wist dat er opvang voorzien was.

De zielige opkomst is geen ondankbaarheid; ze schetst perfect een probleem dat ik de afgelopen weken zowel in mijn MNM-inbox als in de Jungle van Calais kon vaststellen. Sinds de tragische dood van dat engeltje in de Turkse branding struikelen we over elkaar heen om zoveel mogelijk vluchtelingen zo goed mogelijk te helpen. Zo ijverig dat we één partij voortdurend uit het oog verliezen: de vluchtelingen.

Mijn nieuwe vrienden

We hadden er zaterdag in Calais al een dag in de Jungle – het eindeloze vluchtelingenkamp langs de snelweg, bekend van televisie – op zitten, toen ik de jongens op bovenstaande foto ontmoette. Op een troosteloos industrieterrein verderop, aan de andere kant van de stad. Niet bekend van televisie. Honderdvijftig pas aangekomen Syriërs, verkleumd en hongerig bij elkaar gehurkt onder geïmproviseerde tentjes. Op de vlucht voor een uitzichtloze burgeroorlog en/of een troosteloos leven. Met een Samsung, een pak Marlboro’s, en verder niets.

We deelden uit wat we nog van onze lading over hadden: geïmproviseerde pakketten met warme kleren, een stuk zeep, eten, drinken. Tientallen kerels van begin twintig zwermden om de auto heen. In een mum van tijd was alles weg. De jongens op de foto kwamen zich excuseren omdat er wat geduwd en getrokken was, en vroegen zelf of ze een selfie met me mochten.

London, Deutschland

Ik vroeg hen waarom ze daar op die parking zaten, en niet in de Jungle. Dat is een echte sloppenwijk, maar er is tenminste stromend water. Een pied-à-terre van de Derde Wereld, in het hart van West-Europa, maar nog steeds veel beter dan de kille loskade waar deze jongens de nacht zouden doorbrengen. Ze keken naar hun voeten (slippers, geen schoenen, want die pakt de politie bij elke poging om de terminal binnen te dringen af) en gaven toe dat ze simpelweg niet wisten waar de Jungle precies was.

Mijn vermoeden werd in het daaropvolgende gesprek bevestigd. Ze hadden de wekenlange tocht rond en door de Middellandse Zee afgelegd met twee woorden als kompas: London en Deutschland. Belgique of Netherlands? Nog nooit van gehoord. Het concept asiel? Kenden ze niet. Ze gingen ervan uit dat ze de rest van hun leven in miserabele illegaliteit zouden moeten doorbrengen. En dat de enige weg naar dat bestaan de tunnel onder het Kanaal was. Toen ze ons vroegen “is het hier altijd zo koud in de winter?” moesten we hen uitleggen dat het volop zomer was. Ze proestten het uit en geloofden geen woord van onze uitleg over vrieskou en sneeuw. Een meegereisde vriend en ik trokken onze trui uit, het laatste dat we hen konden geven. Mijn jas wilden ze niet aannemen, uit schaamte.

Uit vele gelijkaardige verhalen, onder andere van mijn veel beter ingelichte journalistieke collega’s, blijkt hetzelfde pijnpunt: vluchtelingen zijn onderweg met onthutsend weinig informatie over hun mogelijkheden, rechten of plichten. Alles wat ze weten is hen via vrienden, social media of – veel erger – mensensmokkelaars ter ore gekomen. Ze hoorden weken geleden, na de zoveelste beschieting, iemand “Deutschland” zeggen, en hop, iedereen wil nog maar één ding: zo snel mogelijk wurst mit sauerkraut eten.

Propagandamachine

De gemiddelde inwoner van Oostende is wellicht beter op de hoogte van wat we van plan zijn met al die vluchtelingen, dan de Syriërs, Irakezen en Eritreëers zelf. Er zou op zijn zachtst gezegd een flyertje gemaakt moeten worden. En websites. En Facebookpagina’s in alle talen. Een informatiecampagne die de logistieke en humanitaire operaties in schaal evenaart. Een propagandamachine die tegelijk verwelkomt en waarschuwt.

Diezelfde propagandamachine zou zich ook moeten ontfermen over de elf miljoen Belgen die geen flauw idee hebben van wat de rechten en plichten van een nieuwkomer zijn. Ook dat zie ik elke dag in de sms-box van MNM, op Twitter, en zelfs in de artikels van geloofwaardige journalisten: iedereen roept maar wat, en bij elk misverstand groeit de weerstand, die ongetwijfeld post-Aylan in alle hevigheid zal weerkeren. Er is massaal veel betrouwbare informatie nodig.

De openbare omroep maakt deze week alvast een begin, maar zelfs naar MNM luisteren bitter weinig asielzoekers…

Meest gelezen