Extremisme, oorlogen en de geschiedenis - Aya Sabi

Op de mooiste dag van het jaar was het aardedonker. Onder een druivenboom zonder druiven gloeide een vuur van oud hout. Het verdreef knisperend de nachtelijke winter, bracht de belofte aan licht en warmte. We vierden gedichtendag. Ook ik had mijn schriftje met de gouden kaft bij en ik droeg er wat uit voor. Achteraf kwamen er twee oudere mensen naar mij toe met de vraag of ik het gedicht opnieuw voor hen wou voordragen.

Daar stonden we. In de verte drongen autogeluiden van de bange beschaving stilletjes door tot de cocon die we hadden gevormd. Ik keek naar mijn schriftje. Zij keken naar de donkere aarde onder onze voeten die voor ons drieën even stopte met draaien. We keken naar elkaar met onze blauw-bruine ogen, onze blank-bronzen huid die gerimpeld en strak was en we voelden elkaars pijn. Niets is troostender dan dat.

Opeens vroeg de oude man mij: “Kunt gij begrijpen wat er op de wereld gebeurt?” Ik dacht even na, maar niet voor lang. Het was januari 2015. “Vroeger gingen we ook vechten”, zei de man nu. “Maar ja, we waren jong. Bijna kinderen. We wisten niets van het leven. De geschiedenis herhaalt zich, meisje.” Zijn vrouw knikte zacht met haar hoofd.

Die vraag had ik niet verwacht. De meeste mensen zijn om de een of andere reden voorzichtiger, praten liever over het weer dan over Charlie Hebdo, de gijzeling in de Joodse supermarkt of de drie jonge moslims die neergeschoten werden in Chapel Hill. Maar binnen onze cocon was het leven grijpbaar, te vertalen in mensentaal, vast te houden en te beminnen. Ook als alles fout ging.

Die nacht wandelde ik de twee kilometer naar huis. De betovering was nog niet verbroken en het bestaan was nog steeds tussen mijn gouden schriftje geklemd. Het was warmer en lichter dan voorheen. De zon brak door op een koude winternacht en ik voelde me vol. Ik voelde me compleet, hoe ik in mijn pijn getroost kon worden. Dat er altijd een overkant bestond, waar we aan land konden gaan om te begrijpen wat gebeurt of om het op zijn minst een plaats te kunnen geven.

Aan alles komt een einde. Zo ook aan mijn betovering. Het extremisme is geen nieuw fenomeen. De oude man had gelijk: de geschiedenis is een herschreven blad. Het extremisme is van alle tijden en het kan alle vormen aannemen, toch eindigt het vaak met geweld. Ik merk, en ik hoop stellig dat ik ongelijk heb, dat de groep die zich aansluit bij extremistische gedachtegoeden steeds groter en talrijker wordt.

Mocht Anne Frank niet gestorven zijn aan het nazisme, zou ze afgelopen vrijdag 86 jaar geworden zijn. Helaas is ze niet meer, maar wat haar overkwam, mag niet vergeten worden. Het mag niet opnieuw gebeuren.

Juist daarom moeten we het verleden een plaats geven in het heden. We mogen onze fouten niet goedpraten. We moeten een oorlog een oorlog noemen. Een genocide is een genocide en een oorlogsmisdadiger is een oorlogsmisdadiger. Zodat we verder kunnen, genoeg lef hebben om ook in het heden dingen bij hun naam te noemen en zo ook verandering te brengen.

Het nazisme en het kolonialisme hebben grote littekens achtergelaten in ons collectief geheugen. Toch wordt er aan het een minder zwaar getild dan aan het ander. Veel meer mensen vinden foute uitspraken over de Holocaust controversiëler dan een foute uitspraak over de inferioriteit van het zwarte ras. Dat komt, denk ik, doordat het nazisme wel uitgebreid en eerlijk wordt besproken in onze geschiedenis. Mensen hebben veel meer voeling met slachtoffers van het nazisme dan met slachtoffers van het kolonialisme.

Leopold de Tweede mag in alle gevallen niet vereerd worden door middel van standbeelden, maar moet vooral in de geschiedenis geportretteerd worden zoals hij was. Dit is uit respect voor de Congolezen die omkwamen aan de gruwelen van het kolonialisme, maar vooral is het een sterk signaal dat de geschiedenis zich niet mag herhalen. Zo moeten we verder. De pijn en de fouten niet verbergen, maar benoemen en toegeven, onder ogen zien. Zonder schaamte, want het is niet moedig om een fout te begaan. Elk volk heeft zich aan gruwelijkheden schuldig gemaakt, maar het vergt juist moed om onze fouten te bekennen.

Anne Frank is gestorven, maar het extremisme niet. Geen enkele oorlog kwam tot een einde. Een bevrijding betekende een nieuwe bezetting. De Tweede Wereldoorlog stopte niet. Het ging over in een Koude Oorlog – op vele plaatsen in de wereld was deze oorlog heel heet – , in het Israëlisch-Palestijns conflict, in de Koreaanse Oorlog, de Cubacrisis, Vietnam, Afghanistan, Irak. En nu is er een nieuw “begin” met IS, waarbij er werd toegegeven dat de invasie in Irak een fout was. Natuurlijk, meneer de president, een oorlog is nooit een goed idee.

In een tijd waarin mensen graag en vaker de extremen opzoeken, is het aan ons om samen, onder druivenbomen zonder druiven, langs oud hout dat smeult en knettert, met warme soep in onze handen, de gulden middenweg te bewandelen. Tot aan het licht. Tot aan de warmte.

Rust zacht, Anne. Je zal voor altijd klein en mooi zijn.

(Aya Sabi is studente en columniste)

Meest gelezen