Van Gogh bij de kompels van de Borinage - Pascal Verbeken

Vincent van Gogh woonde bijna twee jaar in de Borinage. Hij wilde er als protestants evangelist gaan werken tussen de mijnwerkers. Zijn droom draaide uit op een bittere mislukking, maar achteraf bleek die periode cruciaal. Als belezen domineeszoon leerde hij in de krottige dorpen een hem onbekende, overrompelende werkelijkheid kennen. Hard, rauw, meedogenloos, gewelddadig. In niets leek de Borinage op het beschaafde middenklasse-milieu waarin hij te Zundert was opgegroeid.
Ā©2014 Jaak DE SLOOVER, all rights reserved

Ook het landschap leek van een andere planeet. De skyline van de Borinage was een woud van mijntorens en schoorstenen. De bodem en de huizen waren donkergrijs, als ,een spiegel van de helā€™, zoals een schrijver toen optekende. In dat donkere, post-apocalyptisch lijkende land vervelde Vincent van Gogh van evangelist tot kunstenaar. De schilder van het licht vond zijn levensbestemming in het zwarte land. De Borinage was een onvergetelijke levensles, zoals hij in een brief schreef aan broer Theo: ,Wat de rui voor de vogels is, de periode waarin zij van veren veranderen, dat zijn de tijden van rampspoed of ongeluk voor ons, menselijke wezens. Men kan in die rui blijven steken, men kan er ook als vernieuwd uit te voorschijn komen.'

Een lange stoet van kunstenaars

Bijna anderhalve eeuw later verkende ik voor mijn nieuwe boek "Duistere wegen" enkele maanden lang de Borinagedorpen, met de brieven die Vincent van Gogh er schreef als reiskompas. De Borinage blijft een mythische streek met een onvatbare, geheimzinnige aantrekkingskracht. Na Van Gogh kwam nog een lange stoet andere kunstenaars zoals Isaac IsraĆ«ls en Charley Toorop naar de streek. De iconische sociaal-documentaire "MisĆØre au Borinage" van Henri Storck en Joris Ivens werd hier gedraaid. En "DĆ©jĆ  sā€™envole la fleur maigre" uit 1958 van Brusselaar Paul Meyer, een film die wegens zijn wervelende cameravoering nog altijd getoond wordt aan filmacademies over de hele wereld. Sommigen blijven hun leven lang aan de Borinage vast hangen, ook Vlamingen zoals de Antwerpse arbeidssocioloog Paul Berckmans, schrijver van het onmisbare standaardwerk "De Borinage. 1781-2014".

De Borinage ademt geschiedenis

Hoewel de Borinage een vergeten, veronachtzaamde streek is, ademt elk achterafstraatje hier Grote Geschiedenis. Deze dorpen waren het speelveld van het meest brutale, nietsontziende kapitalisme op het Europese continent. Ze waren de verhevigde uitvoering van het Walloniƫ dat ik al in Charleroi, Le Centre, Verviers, Luik, Seraing verkend had: een industrieel wingewest par excellence. In de gouden negentiende eeuw, die Belgiƫ opstuwde tot derde industriƫle natie ter wereld, was een mijnwerker minder waard dan zijn houweel. Achter de piekende winst- en productiecijfers van de mijnbedrijven ging een humanitaire ramp schuil.

De meeste arbeiders gingen als kind al in de mijn werken en werden geen vijftig jaar oud, en ze liepen dan al minstens tien jaar als een amechtig ademend wrak rond. Zware ongevallen ten gevolge van ondergrondse instortingen en gasontploffingen waren aan de orde van de dag.

Niet toevallig werd uitgerekend deze streek de bakermat van het Belgische syndicalisme en socialisme, die later school zouden maken in Europa. Op de dorpspleinen staan de helden van de proletarische strijd nog altijd op een sokkel, waar ze Ć©Ć©n keer per jaar ontmost worden met een hogedrukreiniger van de gemeente. In de buurt verkommerde het rode patrimonium, de maisons du peuple en de syndicats des mineurs.
Ā 

Steile en snelle neergang

Vandaag is de Borinage niet langer een brandpunt van de industrie. In Vincent Van Goghs tijd waren hier meer dan duizend kolenputten op een oppervlakte van geen tweehonderd vierkante kilometer. Er blijft er niet Ć©Ć©n over. De schoorstenen en mijntorens zijn afgebroken. De skyline is kaal. In de straten waar ooit heel Zuid- en Oost-Europa werk vond, is het merkwaardig stil. Het is de stilte die al drie generaties hoort bij armoede en werkloosheid. Precies 28 procent van de Borains is werkzoekend.

Ook deze Borinage is in de rui en hoopt ,als vernieuwd tevoorschijn te komenā€™. Met Mons2015 en vooral de tentoonstelling over het Borinage-werk van Vincent van Gogh geeft men de streek, heel voorzichtig, een beetje geheugen terug. Al te lang heeft men in de Borinage van zijn eigen geschiedenis weggekeken, net zoals elders in industrieel WalloniĆ«. In de periferie van de Borinage komen al enkele jaren high tech-bedrijven, in de zogenaamde Digital Innovation Valley. Ze compenseren lang niet het immense banenverlies in de industrie, maar dĆ”t ze er zijn is al een lichtpuntje na decennialange malaise.

Voor Van Gogh was de Borinage een Universiteit van het Leven. En dat blijft ze. Mijn omzwervingen voor ,Duistere wegenā€™ leerden me dat we ten onrechte graag geloven dat de tijd waarin we leven niet veranderen zal. De mediatieke waan van de dag duwt ons in een eeuwig hier en nu. En toch. Geen andere Belgische streek dan de Borinage herinnert ons er zo dwingend aan dat welvaart komt en gaat, dat economische voorspoed niet vanzelfsprekend is, dat zelfs de meest boomende regioā€™s niet immuun zijn tegen neergang. In nauwelijks twee decennia doofde de eeuwenoude, trotse steenkoolontginning uit, tot de laatste steenkoolmijn sloot in 1976.

Niemand had na de Tweede Wereldoorlog verwacht dat de neergang van de Borinage zo snel en zo steil zou zijn. En niemand garandeert dat ook ons rijk Vlaanderen vandaag niet weer aan het begin van een kantelend tijdperk staat.

Ā 

(Pascal Verbeken is auteur en journalist. Zijn boek "Duistere wegen.Ā Reis naar Vincent Van Gogh in de Borinage" verschijnt bij de Bezige Bij.)

Meest gelezen