'Dat moet ge aan Infrabel vragen' - Louis Van dievel

Misschien bent u ook een geregelde treinreiziger zoals ik. Dan leest u misschien ook met meer dan gewone aandacht de berichten die over de NMBS verschijnen. U schudt misschien ook meewarig het hoofd als u de hoera-berichten leest over toegenomen stiptheid en tevredenheid van de klanten, van u dus, want u voelt dat er iets niet klopt. U trekt misschien ook de wenkbrauwen op als de grote baas van het spoor een verbruikersvereniging die er anders over denkt belachelijk maakt in het parlement.

Misschien vindt u ook, zoals ik, dat de grote baas enerzijds en de voorzitter van de raad van bestuur anderzijds elkaar niet in het haar moeten zitten, of beschuldigen van wanpraktijken allerhande, want dat dat de werking van de spoorwegen niet ten goede komt. En misschien vindt u het ook te gek voor woorden dat de NMBS plannen koestert om sporen in het spitsuur duurder te maken.

U krijgt dan misschien ook een déjà vu-gevoel bij wat mij vorige week overkwam. Ik nam drie dagen de trein. Normaal duurt de rit naar werk of huis anderhalf uur.

Woensdag

Op woensdag bleef het treintje dat mij van de VRT naar het aftandse station van Vilvoorde bracht lang dralen onder het beroemde gelijknamige viaduct. Ons perron was benomen door een trein met 54 minuten vertraging. Mijn aansluiting, de IC naar het noordelijke Antwerpen en Essen passeerde onze boemel. Een slecht voorteken. Toen ons treintje toch aanmeerde op spoor drie in Vilvoorde stortten wij ons met zo'n vijftig, zestig M/V de trap af en beklommen hijgend de trap naar spoor één, waar de trein naar Antwerpen en Essen als een volleerd sadist net zijn deuren sloot. Ik heb er mij nog tussen gewrongen – wat uiteraard strikt verboden is - en ik hielp nog een dame die geklemd zat mee naar binnen klimmen, maar tientallen andere passagiers konden naar de trein fluiten. Wie bedenkt zoiets?

Donderdag

Op donderdag stond ik klaar om in Vilvoorde uit te stappen toen de treinbegeleider onze aandacht vroeg voor een pas binnengekomen bericht. De trein naar Antwerpen en Essen was afgeschaft. Door Infrabel. Mokkend nam ik opnieuw plaats, nam een andere trein in Mechelen en in Antwerpen nog een derde naar het noorden, waar ik woon. Ruim twee uur onderweg.

Vrijdag

Op vrijdag wilde ik een uur vroeger thuis zijn. Helaas. De trein naar Antwerpen en Essen had vertraging, vertraging die alsmaar opliep, van 15 naar 22 naar 25 minuten. Ik vroeg - eenmaal aan boord - de treinbegeleider vriendelijk wat die grote vertraging had veroorzaakt. 'Dat moet ge aan Infrabel vragen.' Dat de treinreiziger daar geen boodschap aan heeft, aan het opentrekken van de paraplu dus, wilde niet doordringen of wilde de man niet horen. De trein bleef onderweg ook nog eens stilstaan en kwam met een dik half uur vertraging in Antwerpen aan. Waarna de NMBS haar geliefkoosde gemakkelijkheidsoplossing bovenhaalde: de trein reed niet meer verder. 'Wij danken u voor uw begrip.'

Op een ander spoor stond wonder boven wonder nog de boemel naar Essen en Roosendaal (met vertraging) op groen licht te wachten. Ook nu stormden tientallen pendelaars de trappen af en weer op. Helaas: de deuren van de L-trein waren al gesloten. Een al te zeer getergde reiziger dreigde ermee voor de trein te zullen gaan staan. Een andere trapte woest tegen het met graffiti besmeurde koetswerk. De begeleider was een redelijke mens, raadpleegde een of andere vergulde kepie en de deuren gingen weer open. De trein zàt al stampvol en dus werd het nog een gezellige rit. In eerste klas.

Ik bedankte de treinbegeleider bij het uitstappen voor zijn menselijkheid. Maar ik was van de VRT tot thuis wel 2,5 uur onderweg geweest. Een geoefende fietser doet er niet veel langer over.

Maar die aanhoudende pech van mij moet perceptie zijn, want met de spoorwegen gaat het uitstekend. Ze hebben het namelijk zelf gezegd.


(Louis van Dievel is VRT-journalist en schrijver.)

Meest gelezen