Zielenrust zonder Facebook - Sandra Cardoen

Vanmorgen bij Jan Hautekiet op Radio 1 een interessante discussie over internet gehoord, of hoe mensen tegenwoordig "always connected" zijn. Of hoe de meesten onder ons zowaar lijden aan FOMO -ik had er nog nooit van gehoord- of Fear Of Missing Out. Ik was ook verslaafd. Tot mijn mentale grens bereikt werd en ik in december een eerste stap zette in het afkicken van sociale media. Bye bye, Facebook.

Járen geleden vroeg een jeugdvriendin van me of ik geen lid wilde worden van het "smoelenboek". Facebook, bleek later. Ze begon een nieuw leven in Canada en zo zouden we toch beter contact kunnen houden. Ik heb maandenlang de boot afgehouden. Facebook was toen ook nog niet ingeburgerd. En zoals dat dan gaat met trends en hypes: van het ene moment op het andere boomen ze. Ik volgde gedwee, begon het zelfs leuk te vinden om mensen te "poken" (een andere, simpele manier om te zeggen "Hallo, leef je nog?"). 

Van de ene "like" naar de andere

Het is een leuke tijd van onbeperkt en ongekend voyeurisme. Je ziet het leven passeren van mensen die je goed kent, minder goed kent of zelfs totaal niet kent (netwerken heet dat dan).

De ene "like" volgt op de andere bij het aanschouwen van zoveel avonturen op foto's. Je kan ook nooit meer verjaardagen vergeten, Facebook meldt het wel, makkelijk zat. Of koekoek: ik ben op de Boekenbeurs of lunch pakweg in The Jane, en iedereen mag dat gerust weten in een tag.

Allemaal niets mis mee, en zelf post je er ook lustig op los. Wil je weten hoe het nog gaat met die ambitieuze klasgenote van weleer? Of die betweter van een leerkracht? Of vlug even een nieuwe collega scannen? Die zullen vast een profiel hebben en met wat geluk valt er iets te bekijken. 

Ik pleit schuldig over de hele lijn. Vooral de laatste twee jaar, waarin ook de gewone media de sociale media vonden. Voor een redacteur zijn sociale media gewoon een tool geworden, praktisch onmisbaar.

Het knakte

Maar op een gegeven moment knakt het. Bij mij, toch. Dan zit je aan de ontbijttafel met je kroost en zit je naar je smartphone te turen.

Tot je de vraag van een 7-jarige krijgt: "Is dat alweer Facebook, mama?" Vooral die ALWEER steekt dan. Dat luttele kwartiertje aan de ontbijttafel in een helse ochtendrush had anders besteed kunnen worden. Het besef ook dat ik binnen een paar jaar niet bij de kinderen moet afkomen met "stop die smartphone/tablet weg, niet aan tafel". Ah nee, want mama deed dat zelf ook. Je hebt een voorbeeldfunctie. Willen of niet.

In bed snel een laatste blik op Facebook werpen, was ook een ritueel, of snel wat nieuws graaien op je smartphone terwijl de tv speelt. Tot de man in huis dan subtiel opmerkt: "Euh, ik ben er ook nog." Waar ben je dan mee bezig? Een keertje kan geen kwaad, maar alle dagen is erover. Zowaar kregelig rondlopen als ik niet eens een uurtje kon gapen naar het leven in de wereld of het leven van vrienden. Vreemd genoeg ben ik nooit verslaafd geweest aan Twitter, mijn 35 volgers wellicht ten spijt.

Als je voelt dat je ermee opstaat en slaapt, is het welletjes geweest. In december heb ik mijn profiel "gedesactiveerd", zoals dat heet. Sorry, de procedure om je profiel volledig te verwijderen, heb ik niet meteen teruggevonden. Zo slim ben je wel, Mark Zuckerberg.

Dat desactiveren is ook een grap, want toen ik -voor het werk dan- informatie moest zoeken op Facebook logde ik automatisch in en was mijn profiel opnieuw "geactiveerd". Zo is het tot mijn ergernis een aantal keer gegaan.

Tot mijn groot ongenoegen heb ik wel een vals profiel moeten aanmaken. Louter en alleen om berichten te kunnen zetten op de Facebookpagina van deredactie.be. Dat behoort tot mijn takenpakket. Maar daar houdt het ook bij op. Ik aanvaard geen vriendschapsverzoeken. I'm very sorry. Mijn nieuwsstroom is uitermate voorspelbaar: allemaal berichten van onze nieuwssite. En in geen 100 jaar open ik Facebook als ik niet het petje op heb van redacteur.

Rust

Sinds mijn leven zonder Facebook thuis heb ik er een pak vrije tijd bij gekregen. Je kan het het best omschrijven als zielsrust. Er is geen druk meer in mijn hoofd. Ik hoef niets meer te "liken", ik hoef niets meer te posten (want Facebook is uiteindelijk een spel van geven en nemen), ik hoef me niet te ergeren aan fiere ouders die posten hoe uitmuntend het rapport van hun superslim kind wel was.

Het hoeft niet meer. Dat werkt verlossend. Als iemand me echt interesseert, spreek ik hem/haar voortaan aan, stuur ik mijn maatje in Canada een brief (en voeg ik er foto's bij) of bel ik begot met mijn vast toestel. Lekker old fashioned.  En verjaardagen vergeten? Ik beschik over een olifantengeheugen.

(Sandra Cardoen is journalist bij VRT-nieuws.)

Meest gelezen