Oefenen in empathie - Bert De Vroey

Wat een storm aan meningen, opinies, verklaringen en analyses is er de voorbije dagen opgestoken, in kranten, radio- en televisieprogramma’s en natuurlijk in de zogenaamd sociale media. En onder (en ondanks) de gemeenschappelijke noemer van verontwaardiging over de aanslag tegen Charlie Hebdo kwamen er heel wat meningsverschillen naar boven. Moslims werden door sommigen ter verantwoording geroepen, en moslims reageerden omdat ze het beu waren om verantwoording te moeten afleggen. Cartoons werden tegelijk verheerlijkt als baken van vrije meningsuiting en voorzichtig bekritiseerd als ongepaste en respectloze uitingen van westerse arrogantie. Iedereen was het erover eens dat de terroristen alleen maar meer polarisatie wilden uitlokken en dat we niet in die val mochten trappen, maar in de debatten ging de polarisatie onmiskenbaar verder. Je suis Charlie, Je suis Ahmed, Je suis Charlie et Ahmed…

Ik snak naar een time-out. En ik wil een suggestie doen. Misschien (en hopelijk) is ze al vaker naar voren geschoven.

Lessen in empathie

Waar we in onze complexe, multiculturele en multireligieuze samenleving nood aan hebben, is aan oefeningen in empathie. Dat klinkt misschien wat wollig en soft, maar juist daarom moet het een opdracht worden om het concreter uit te werken – ook voor het leerplan van het onderwijs in alle richtingen en op alle niveaus. Noem het een nieuwe versie van het oude concept van vredesopvoeding. Van jongs af aan zullen we de vaardigheid moeten leren om te denken vanuit het hoofd van de andere, om dingen te zien met de ogen van de andere, om de geladen betekenis van sommige uitspraken of tekeningen te voelen met het gemoed van de andere. En die andere moet uiteraard ook leren denken, zien en voelen zoals wij.

Het hoeft niet altijd over godsdienst te gaan. Het kan over de verschillen gaan tussen werkenden en werklozen, stadsbewoners en voorstadsbewoners, veelverdieners en mensen in armoede, Standard-supporters en Anderlecht-fanaten, mannen en vrouwen, jongens en meisjes, ouderen en jongeren, automobilisten en fietsers, tot zelfs bezitters van zonnepanelen en niet-bezitters van zonnepanelen. Het is verbazend hoeveel redenen en aanleidingen er opduiken om mensen tegen elkaar op te zetten of van elkaar te scheiden. Dat is niet erg, debat mag er zijn en vernieuwt de samenleving. Alleen lijken we steeds minder goed in staat (of geneigd) om die verschillen te aanvaarden en tot overeenstemming te komen. De polarisatie gaat met ons allen aan de haal.

Werk voor Crevits

Staat ‘empathie’ in de eindtermen van het onderwijs? Ik heb werkelijk geen idee. Het is aan onderwijsdeskundigen om na te gaan of zoiets in een apart vak zou kunnen worden onderwezen of geoefend, of ingebed in de lessen levensbeschouwing. De voorbije weken is er ook al geopperd om die levensbeschouwelijke lessen niet meer op te delen (zedenleer, katholieke godsdienst, islamonderricht…), maar juist samen te voegen. Ook dat is een interessante denkpiste. Wat het ook wordt, ik denk dat het dringend is. Mevrouw Crevits, dit is iets voor uw departement en voor uw to-dolijstje. Bovenaan.

Rancune

Het tegendeel van empathie is overigens niet zomaar ‘antipathie’. Antipathie is te vrijblijvend. Wie je antipathiek vindt, ga je uit de weg en schenk je weinig aandacht. Het tegendeel van empathie is rancune. Wie rancuneus is, voelt zich tekortgedaan, vaak omdat hem of haar iets is afgepakt of niet wordt gegund. In het multiculturele debat drijft er behoorlijk wat rancune: van autochtonen die hun stad niet meer herkennen, van allochtonen die de indruk hebben dat hun kansen worden onthouden. Rancune is een krachtige drijfveer, vaak ook in de politiek en in de geschiedenis. Rancune creëert vijandsbeelden en wordt erdoor gevoed. En rancune is de brandstof van polarisatie. Als we de empathie en dialoog willen voeden, zullen we rancune moeten indijken.

(Bert De Vroey is buitenlandredacteur voor het VRT-journaal)

Meest gelezen