Vos en zijn passie – Peter Decroubele

Onwezenlijk. Maar waar. Niet dat ik een dichte vriend van hem was, maar we kenden elkaar en deden altijd hartelijk. Wat alles zegt over Vos. De man was gewoon altijd even vrolijk, altijd zichzelf, altijd puur en onversneden. Geen maskers, geen façades, geen prietpraat. Maar een al bij al stille kwajongen met een diepe grond. Niet conform ook. En een nar met een missie. Wat is er trouwens aan de hand met mijn geliefde Gent? In nog geen twee jaar tijd zijn enkele grote culturele iconen weggevallen. Wachters van het fatsoen, dealers van de passie, heersers van de tegendraadsheid. Waarom gaan altijd de verkeerde mensen dood?

Vos is een icoon van een generatie. Of van twee generaties intussen. Ik was net ingeschreven aan de universiteit van de stad die me later zou omarmen. Gorky was geliefd bij mij en mijn kompanen. Tussen Pearl Jam, John Hiatt, The Scene en Nirvana door - al vond ik Cobain altijd maar een flauwe vent. Ik voel nog de lichte schok toen een krant aankondigde dat ze er zou mee stoppen. Maar gelukkig, een doorstart, de ypsilon werd een –i en Vos bleef zingen. Tot gisteren.

Engagement

Ik herinner me enkele sprekende momenten met hem. Hoe hij in den beginne van The Lunatic Comedy Club enkele moppen kwam tappen. En erin slaagde een “lolle” over whiskymerk Chivas Regal een kwartier te laten duren. En er was niet eens een pointe. Het publiek hing aan zijn lippen. Wie echt en gemeend is, krijgt de lachers op de hand. Later deelden we wel eens een kroeg of een plein op de Gentse Feesten. En vooral vaak de fratsen van Cirq in het parkje in de Willem De Beersteeg. Waar ook Vos’ vrouw Sandra intens betrokken was. Waar hij ooit lang met mijn oudste dochter op zijn arm rondliep. “’k Ben der zot van”, zei ie dan. Met die ietwat ijle stem van hem. Omdat hij toen ze nog kleiner was op een voetbalmatch voor het goede doel ook al continu vast had. Want aan Luc kon je veel vragen: meewerken aan een goed doel, engagement, The Big Jump, hij was er welgemeend bij.

Ik zag hem het laatst op 11 november. Op de Boekenbeurs. Waar ik een stukje radio moest plegen, waar hij aan een tafeltje bij zijn boeken zat. We zwaaiden even naar elkaar, we hebben geen woord gewisseld. Ik was te opgejaagd, het moest snelsnel, iets waar Luc een bloedhekel aan had. Gemiste kans, maar een mens weet zoiets nooit vooraf. Gelukkig maar.

Zachtjes schoppen

Vos schreef trouwens graag. En goed. Een kant van hem die toch altijd minder in de aandacht is geraakt. De filosoof van het volk, Vos, de sluwe overpeinzer. Ontleed zijn teksten en voel de levenswijsheid. Maar ook de zoektocht van een jongen uit het dorp naar de schatten in de stad. De queeste naar het geluk. De tocht naar het applaus en het succes, de roep om het eens te mogen zingen. Waar hij in is geslaagd. Hij heeft klassiekers gemaakt, heeft woorden gekneed die in het collectieve geheugen zitten. Dan ben je iemand, dan ben je iemand geweest.

Niet echt het meest geciteerd, maar wat mij betreft zijn beste nummer: “Beste Bill”. Met bijna profetische laatste zinnen… Begrijp jij mensen die op feesten de overwinning vieren van het leven op de dood? En die de kansen grijpen waar ze liggen? En altijd weten wat ze doen? De vragen van de verwonderde. De prettig gestoorde die met grote ogen kijkt naar het autisme van de brave burger, naar de streverij van de carrièrejagers. Vos preekte de passie. Het leven. Het intense. Want je kan maar één leven lang zachtjes schoppen tegen de schenen van de boze wereld. Eén keer happen en bijten. Als een lieve, kleine pirana.

Ze vallen weg

En ’t doet me eraan denken… Wat is er mis met het water in de Leie in Gent? De tegendraadse culturo’s vallen als vliegen. Patrick De Witte reed rapper dan ooit weg uit het leven begin 2013. De man die comedy een gezicht op televisie gaf - en dan ben ik als grote “believer” in het genre een gelukkig man. Die ook dwaasheden hekelde. Die sceptisch maar intelligent, scherp en ook wel teder de gang des levens bekritiseerde. Die fout volk (en zo zijn er wel wat) een angel in de kont duwde. Hashtag Muskatnuss.

En Gerard Mortier natuurlijk ook. Paus van de opera. Gepokt en gemazeld door zijn jaren in Gent waar hij zichzelf vormde en kneedde. Nadien echt groot geworden. Dilettant ook. Tegendraads en rebels. Sommige van zijn oversten werden er waanzinnig van. Van Parijs tot New York. Waanzinnig door de waan van de tegendraadse.

Of politicus Dany Vandenbossche. Op één dag na exact een jaar geleden overleden. Liefhebber en menner van cultuur. Op zijn manier, bevlogen en wars van regeltjes.

En dan hebben we nog Jan Hoet natuurlijk. De man die ik enkele keren mocht interviewen, wat telkens een belevenis op zich was. Heb hem zelf mee ten grave gedragen in een geïmproviseerde stoet, van zijn SMAK naar Sint-Baafs. En enkele dagen later in zijn Sint-Pauluskerkje. Ook op zijn minst non-conform te noemen. Stijlvol compromisloos. Tegen muur en gebuur, tegen de regels in. Ook hij wist dat intensiteit, passie, goesting en absolute wil iets kunnen forceren. Ja-knikken niet, dat is voor volgzame honden en brave burgers.

Gent verliest met Vos weer eens een tegendraads ventje. Om een of andere reden komt het blijkbaar beter uit dat ze wat te snel verdwijnen: de andersdenkenden, de wringers, zij die tegengas geven, die vuur spuwen net zoals de draak op het Gentse Belfort, waar vanmiddag de beiaardier “Mia” liet weerklinken. Ook Vos paste té veel in die categorie. De vriendelijke rebel, de zachte opstandeling, de jongen die het nooit helemaal wou snappen. Omdat het ook niet te snappen valt.

De lucht is grijs en rafelig in Gent vanmiddag. De stad treurt.

(Peter Decroubele is VRT-journalist)

Meest gelezen