De bal is rond en op 't eind wint Jan Mulder - Frank Van Laeken

Deutschland Weltmeister! Al was het maar om Gary Lineker nog eens gelijk te geven met zijn "... en op het eind winnen de Duitsers"-uitspraak. En ook omdat die Argentijnen een lafhartig toernooi hebben gespeeld. Het was een WK met vele gezichten: mooie, minder mooie, ronduit lelijke.

Een land met een plan

Twaalf jaar geleden zat het Duitse voetbal in zak en as. Net het wereldkampioenschap voetbal verloren met onaantrekkelijk werkvoetbal door een uitgebluste generatie, Borussia Dortmund bijna failliet, het hele voetbalbestel op apegapen, op het trotse Bayern München na. Onder impuls van alle maatschappelijke geledingen die maar enigszins met sport te maken hebben, kwamen er drastische hervormingen.

Supporters kregen reële inspraak bij hun club, aandeelhouders mochten maximaal negenenveertig procent van de aandelen in hun bezit hebben, de jeugdopleidingen werden geoptimaliseerd en alle nationale ploegen, van heel jong tot de Mannschaft, werden in handen gegeven van positief denkende, aanvallend gerichte coaches.

Het WK in eigen land, 2006, werd een volksfeest, maar leverde geen trofee op. De finale van Euro 2008 werd eveneens verloren. Daarna bleef het succes nog even uit, behalve op clubvlak: Bayern München ging Europa domineren, Borussia Dortmund werd een paar keer kampioen van Duitsland en nu is er die opperste beloning in de vorm van de wereldbeker. Meine Damen und Herren, een plan helpt!
 

Klonen van José Mourinho

Duitsland was al vanaf de openingswedstrijd bij de les: het Portugal van Cristiano Ronaldo ("There's no I in team, but there are two I's in Cristiano Ronaldo!") werd met 4-0 wandelen gestuurd. Het WK kende trouwens in het algemeen een vliegende start. Op de eerste twee speeldagen van de groepsfase werd er onverwacht open en aanvallend gevoetbald, met als resultaat spectaculaire wedstrijden, verrassende wendingen en behoorlijk veel doelpunten.

Naar een oorzaak voor die productiviteit is het niet ver zoeken: door een reglementswijziging telde bij een gelijke stand niet meer het onderlinge resultaat maar het doelpuntensaldo. Deelnemende landen hadden er alle belang bij om vlot te scoren, wat ze dan ook probeerden én deden.

Naarmate het toernooi vorderde, keerde het berekenende voetbal terug. Dat was al zo op de derde speeldag van de eerste ronde en dat werd nog veel erger vanaf de achtste finales en dus de rechtstreekse uitschakeling. Plots werden risico's geschuwd en werd er in de eerste plaats gespeeld om tegendoelpunten te vermijden. Waar ik vooraf voor vreesde - een WK met allemaal klonen van José Mourinho als bondscoaches - werd dan toch bewaarheid, zij het met enige vertraging.

In 64 wedstrijden werd er uiteindelijk 171 keer gescoord, een gemiddelde van 2,67 per wedstrijd. Dat is een pak meer dan vier en acht jaar geleden (respectievelijk 2,27 en 2,30), net iets minder dan in 1994 (2,71). Ook het veldspel was flink beter dan in Zuid-Afrika. Al bij al was het op sportief vlak één van de betere WK's van de afgelopen vijftig jaar. Alleen oudere jongeren zullen met enige weemoed terugdenken aan Mexico 1970 of eventueel Spanje 1982.
 

Matte boel na de groepsronde

Het aantal memorabele wedstrijden vanaf de achtste finales kon op de vingers van één hand geteld worden: België-Verenigde Staten (spektakel), Colombia-Uruguay (James Rodriguez!), Duitsland-Algerije (de underdog die de topfavoriet het vuur aan de schenen legde), Brazilië-Colombia (ongebreidelde passie) en Brazilië-Duitsland (eenzijdige demonstratie). De finale was oké, zonder meer. Beter dan vier jaar geleden (Spanje-Nederland), véél beter dan die andere nul-nul na negentig minuten, de absolute draak Brazilië-Italië uit 1994. En gelukkig in niets te vergelijken met de vorige Duitsland-Argentinië, die schandalige voetbaloorlog in 1990.

Nederland zorgde met een kwalitatief beperkte kern voor de grote verrassing door bijna de finale te halen. Twee topspelers (Robben en Van Persie), één topspeler op de terugweg (Sneijder) en voor de rest heel wat spelers uit de eigen Eredivisie. België bereikte met veel meer individueel talent minder dan de Nederlanders, dat moeten we gewoon durven toegeven. Het heeft ook met een verschil in benadering van de bondscoaches te maken: de 'laisser faire' van de gewezen liberale senator (Marc Wilmots) tegenover de eigenwijze pedagoog die niets aan het toeval overlaat (Louis van Gaal).

Lionel Messi ontving de Gouden Bal als beste voetballer van het toernooi. Of was het een wandeltrofee? In geen lichtjaren verdiende Messi dat troostprijsje voor zijn verloren finale. Meer nog, hij zou niet eens in de Top 5 mogen staan (James Rodriguez, Kroos, Müller, Robben en Schweinsteiger waren veel beter).

Lakse scheidsrechters

Mijn tweede column ging een paar weken terug over de scheidsrechters en dan met name hun geknoei in de eerste wedstrijden. Het is er achteraf niet beter op geworden. Waren de referees op vorige toernooien soms overdreven streng, met al te vlug getoonde gele en rode kaarten, dan waren ze nu vooral te laks, tot en met de finale toe, waar drie uitsluitingen mogelijk waren geweest. Meer dan ooit schreeuwt het moderne topvoetbal om videoreferees, die teams de mogelijkheid zouden moeten laten om een drietal keer per wedstrijd dubieuze beslissingen aan te vechten.

Gelukkig is de doellijntechnologie onder ons, een evolutie die niet meer kan teruggedraaid worden. Maar anno 2014 blijft het onverantwoord dat voetbalwedstrijden op het allerhoogste niveau worden geleid door beïnvloedbare of zonder meer zwakke trio's zoals in Brazilië-Kroatië, Mexico-Kameroen, Brazilië-Colombia of Brazilië-Nederland. Neen, ik denk niet dat het toeval is dat het gastland drie keer in dit lijstje fungeert.
Dat een smaakmaker als Neymar al in de kwartfinales werd geliquideerd heeft alles te maken met een fluitenier die niet ingreep toen voetbal oorlog werd. Dat Colombia op het eind werd uitgeroepen tot sportiefste ploeg zullen we dan maar ironie noemen.

Zo voorspelbaar

De eerste ronde werd gedomineerd door de Zuid- en Midden-Amerikaanse landen, maar die hadden dan de pech dat ze ofwel op sterkere tegenstanders stuitten, ofwel een onderlinge strijd moesten voeren. Bij de laatste vier slechts één verrassende naam, Nederland, ook al speelden onze noorderburen in het verleden al drie finales; dat was wel met een veel betere lichting voetballers. Deze halve finaleplaats en de winst in de kleine finale waren onverhoopt.

Dat ook Brazilië, Duitsland en Argentinië bij de laatste vier zaten, heet voetballogica. Onder elkaar hadden ze tien van de vorige negentien wereldbekers verdeeld, het zijn voetbalgrootmachten. Zo behoudt zo'n WK, met al zijn verrassingen, toch nog een hoge voorspelbaarheidsfactor. Net zoals het perfect voorspelbaar is dat de finale minstens één vervelend land moet tellen: Argentinië had voordien te zuinig gespeeld om de neutrale voetballiefhebber te bekoren.

Dit was ook het WK van de invallers. Ontelbare keren zorgden één of meerdere invallers voor de beslissing in een wedstrijd, wij Belgen kunnen daarvan meepraten. Als kers op de supersubtaart scoorde invaller Mario Götze het enige doelpunt in de finale. "De bank speelt mee", dan toch iets waar Wilmots 100% gelijk in had.
 

De dekkingsfouten van Dilma Rousseff

Brazilië is altijd al een voetbalgek land geweest en dat was met die wereldbeker in eigen land niet anders. Vraag is: wat nu? De Seleçao werd twee keer na elkaar belachelijk gemaakt. Het krakkemikkige voetbal van de eerste wedstrijden, dat met de mantel der liefde werd bedekt omdat het team toch maar mooi weer in de halve finales stond, werd nu plots uitvergroot. Zonder Neymar en Thiago Silva was dit een heel middelmatig elftal.

Naast de afgang op het veld is een andere vraag hoe het land de waanzinnige kosten die verbonden zijn aan de organisatie van dit WK zal verteren. Miljarden euro's werden in het voetbal gestoken. Investeringen in het wegennet en het openbaar vervoer komen de bevolking ten goede, maar die inderhaast afgewerkte stadions zijn alleen maar interessant voor de betrokken steden en clubs. Nu de eigen 'helden' gefaald hebben, zullen de hoge kosten nog zwaarder doorwegen.

Best mogelijk dat de Braziliaanse bevolking dat in oktober in de stembus aanrekent aan president Dilma Rousseff, die het toernooi als een springplank naar een nieuwe ambtstermijn zag. Niet dat zij schuld trof aan de dekkingsfouten in de verdediging, maar toch... De dekkingsfouten in de WK-begroting zullen haar ongetwijfeld zwaar aangerekend worden.

Dank voor vijf weken Jan Mulder!

Tot slot nog een woordje over de tv-uitzendingen. De regie van de wedstrijden was ondermaats, bij momenten zelfs lamentabel. Herhalingen van cruciale spelfasen bleven uit, terwijl beelden van hossende bierbuiken met pruiken, lachende/huilende kinderen en schaars geklede jongedames à volonté werden getoond. We weten nu meer over Axelle Despiegelaere en andere babes, dan over 4-3-3 en 5-3-2.

Ook de censuur die internationale sportbonden opleggen aan de regisseurs wordt almaar hemeltergender. Protestacties werden zo netjes in de kiem gesmoord. Niets aan de hand in de beste der werelden, voetbal een feest. Opperschurk Sepp Blatter is een held, de man die per abuis in beeld kwam met een opschrift om aandacht te vragen voor de arme kinderen in de favela's werd hardhandig naar de catacomben afgevoerd en de streaker die de finale even ontsierde was ook alleen maar op foto te bewonderen dank zij de immer alerte sociale media.

Een pluim voor de omkadering van de wedstrijden op onze openbare omroep, die doorgaans op een goed niveau zat, al voegde dat joelende publiek nauwelijks iets toe. Het leidde eerder af dan dat het een toegevoegde waarde vormde. Er zou af en toe ook wel eens een vers blik studiogasten mogen worden opengetrokken, ook vrouwen, ja.

Als Jeroen Meus mag toelichten hoe je een sausje bereidt bij Argentijnse steak of Tom Lenaerts kan melden dat zelfs zijn voetbalvreemde vrouw dit WK volgde, dan is er geen excuus meer om te blijven aanvoeren dat alleen mannelijke analisten welkom zijn.
Dank u, Sporza, voor vijf weken Jan Mulder! Heerlijke non-analist, die al dat zwaarwichtige gepeins over het spelletje Voetbal op zijn eigen, unieke manier relativeerde. Een beetje frivool is ook wel lekker.

(Frank Van laeken is freelance journalist. dit is zijn 6de en laatste column over het wereldkampioenschap voetbal in Brazilië.)
 

Meest gelezen