Monty Python: Stram met sterke humor! Geert Hoste

De iconen van de Britse humor, Monty Python, starten vanavond met reünie-optredens. Wat doen zo'n oude mannen nu nog met humor en wat was hun invloed? Geert Hoste zoekt het uit.

Heerlijk hoe Mick Jagger van de Stones zichzelf op de korrel neemt in het filmpje over de optredens, reünie, van Monty Python in London. Wie gaat er nu kijken naar een handvol oude gasten op een podium? En zo duur! In een wereld waar televisiemakers en showbizzbonzen hardnekkiger bezig zijn met verjonging dan de cosmeticaproducenten met rimpelcrèmes.

Monthy Python Live (mostly) at the O2 Arena in London. Start vandaag, 1 juli, uitgerekend op mijn verjaardag. Dat vraagt voor een duik in het verleden. De seventies. Ik was helemaal weg van Engelse humor. Geen Bourvil of De Funes, geen Hermans of Kan voor mij. Deed me niets. Elk mogelijk moment van de dag, lag deze puber voor tv te kijken naar BBC en ITV, toen alleen te zien in West Vlaanderen. Mijn vader kon het niet appreciëren en menigmaal ontviel hem de zin: ‘Ga je dààr later je boterham mee verdienen?’

En toen weerklonk de kreet: ‘And now for something completly different’ van Monty Python’s Flying Circus. Het scherm ontplofte. Er viel geen touw aan vast te knopen. Maar het knetterde, vonkte en vloekte. Alle bouwstenen van de Britse comedy werden met de slijpschijf bewerkt en kwamen terug in een waanzinnig halfuurtje tv. De hoogmis van de absurde humor. Ik kon de vinylplaten van voor naar achter meespelen en meezingen. Ik keek mijn ogen uit en luisterde mijn oren af.

Wat hen zo speciaal maakte? Het was mannelijk. En Brits. De vaart, de vormgeving, de slimme absurde draai aan de ouderwetse Britse humor. Ook nu geen gebrek aan opgeplakte snorren, revue-kostumes, mannen met sjartelles, uniformen, oude ventjes in stofjassen en een kerel die in zijn blote gat aan een orgel zit. Nou nou. Jongens-onder-elkaar, heerlijk verwaand Brits in het kwadraat. Cleese, Chapman, Palin, Jones en Terry Giliam waren halfgoden. Binnen de kortste keren waren ze de inspiratiebron en stamp onder de kont voor Vlaamse en Nederlandse humoristen. Van Humo tot Koot en Bie. Van Urbanus tot Kamagurka.

Het wordt een hoogmis van de lach deze maand in London. Een feest van herkenning voor het publiek. Voor sommige een nostalgische duik in het warme bad van het verleden, voor hun kinderen en kleinkinderen een stukje tot leven gewekte geschiedenis. Old comedians never die. De humor is nog altijd even sterk en levend, daar twijfel ik geen seconde aan. Misschien iets strammer in de heupen. Daar moest ik aan denken toen ik las dat John Cleese zijn ‘silly walks’ niet meer kan doen, omwille van enige knieoperaties. Hij moet niet meer doen alsof, het gaat nu vanzelf.

Meest gelezen