Ze lachen zo lief, mijnheer - Kolet Janssen

In hordes zijn ze weer opgedoken: de borden met optimistische gezichten langs de weg. In weiden en voortuintjes zijn ze uit de grond geschoten. In alle kleuren en toch met dezelfde gezichtsuitdrukking: alles komt goed.

Als voorbijganger dompelen die gezichten mij in een warm bad van geruststelling. Bij mij is je stem veilig, zeggen die gezichten, ik ben je vertrouwen waard, ik meen het goed met de wereld en met ons land, ik kan elk probleem de baas. De slogans onder de gezichten zijn vaak wat meer verontrustend, maar wie een beetje veilig door het verkeer laveert, heeft toch geen tijd om die te lezen.

Ik kan het iedereen aanraden: kijk alleen naar de gezichten en laat je inpakken door dat woud van glimlachjes. Zo vaak zijn er tegenwoordig geen verkiezingen meer, dus je moet van de traktatie genieten als de kans zich voordoet.

Zo veel vriendelijke, energieke gezichten met een uitgebalanceerde smile: glimlach, maar met mate. Het juiste midden tussen een al te uitbundige schaterlach (die neemt onze problemen niet ernstig!) en een zuinig gesloten mondje (wat een zuurpruim!). Vrouwen mogen nog altijd wat breder lachen dan mannen, al zijn er partijen waar het omgekeerd is. En dat zet dan ook weer aan het denken. Er is een partij die de aandacht van de gezichten afleidt door haar leden iets met hun vingers te laten doen. Maar de gezichten spreken toch het meest aan.

Het zijn geen fotomodellen, maar gewone mensen met doorsnee gezichten. Natuurlijk doen ze een poging om er zo goed mogelijk uit te zien. Maar ze hebben kalende hoofden of brillen, een onderkin of grijze haren, lachrimpels of een te grote neus. Ze dragen kleren in de kleur van hun partij of op zijn minst in een neutrale kleur die er niet mee vloekt. Ze zien er tegelijk toegankelijk en zakelijk uit, gedreven en rustig, opgewekt maar niet onbezonnen.

Het zijn open gezichten vol goede wil. Gezichten van mensen die te veel tijd gaan besteden aan het algemeen belang en daar meestal niet evenredig voor betaald worden. Hier en daar zit er ook wel iemand tussen die vooral aan zijn eigenbelang denkt, maar ik wil blijven geloven dat dat uitzonderingen zijn. De meeste gezichten zullen er eerlijk voor gaan, als ze de kans krijgen. Zo zien ze er toch uit. Misschien moeten we ze die kans dan ook maar voluit geven. Omdat we zelf niet op zoā€™n bord willen prijken. En omdat iemand het tenslotte moet doen.

Na 25 mei zullen we weer moeten afkicken. Dan verdwijnen de glimlachende gezichten voor enkele jaren uit het straatbeeld. Dan moeten we weer helemaal zelf voor de glimlach in het leven zorgen. Dat wordt wennen.


(Kolet Janssen is jeugdauteur, oud-lerares, (pleeg)moeder en oma.)

Ā 

Meest gelezen