Zo kwam Lou Reed in mijn leven - Louis Van Dievel

Het jaar des Heren 1971. Ik veinsde studies in Antwerpen en werkte voor kost en inwoon in de Kubus, een kroeg waar 's middags de scholieren van een nabije katholieke school hun boterhammen kwamen opeten en waar 's avonds de studenten van Studio Herman Teirlinck en echte artiesten van diverse pluimage het mooie weer maakten.

Als ik wat geld had, kocht ik lp's. Die bestonden nog, net als platenwinkels. En als ik een "ontdekking" had gedaan, speelde ik die plaat net zo lang en zo vaak in die kroeg tot iedereen ze ook geniaal vond dan wel het café uit vluchtte en nooit meer terugkwam. Zo kwam Loud Reed in mijn leven, met 'Transformer'.

Ik kocht ook nog de opvolgers, werkte mijn vrienden op de zenuwen met mijn beate bewondering voor Reeds meesterwerk 'Berlin'. Ik luisterde in vervoering naar 'Rock'nroll Animal', de beste live plaat die hij ooit heeft gemaakt, met de gitaristen Wagner en Hunter die elkaar met meesterlijke solo's de loef poogden af te steken. Luister naar die plaat, ze is nog altijd even goed als in 1974. Ik haakte af bij 'Sally Can't Dance no more', dat was een popplaat, verdorie.

In 1984 stond Lou Reed op de affiche van T/W, toen nog een dubbelfestival. Ik was daar voor het radionieuws, ik was er zelfs in geslaagd een bijdrage over het festival binnen te smokkelen in het ter ziele gegane duidingsmagazine Actueel. Lou Reed was niet in zijn beste doen, die avond in Werchter. Hij liet eindeloos op zich wachten, stemde tergend lang zijn gitaar, stak voortdurend de middenvinger op naar het publiek. Hij liep zelfs een keer het podium af om nog een plas te gaan doen, backstage. Waar ik ook stond te plassen. Het was al goed donker, ik herinner me alleen dat het lang duurde bij hem en dat een mens uit zijn entourage hem niet uit het oog verloor. Het was een barslecht optreden.

Wondermooi droevig

Ik pikte de draad opnieuw op met 'Songs for Drella', een hommage aan Andy Warhol, een plaat die Lou Reed samen met John Cale maakte. Ik ken nog altijd de tekst van 'Small Town': When you're growing up in a small town. Bad skin, bad eyes , gay and fatty. People look at you funny when you're in a small town.

Maar Lou Reed maakte alles goed in 1989, toen ik niet voor de radio maar voor de toen nog prille televisiezender VTM in Werchter present was. Wat was me dat zeg. Ik was als radioreporter heel veel vrijheid gewend geweest op het festival, je kon zo goed als iedereen aanspreken. Maar met televisie was dat anders, dan kregen die artiesten of nog vaker hun management plots kapsones. Zo werd het ons strikt verboden de zangeres Tanita Tikaram (van het hitje 'Twist in my Sobriety', remember?) te filmen terwijl ze van haar trailer naar het podium stapte. Wat we toch deden. We vlogen bijna buiten en kregen een lijfwacht van de organisatie mee die op ons moest letten. Om tien uur 's avonds of zo waren we (cameraman Jo Vermaercke en ik, de naam van de klankman kan ik me niet herinneren) die chaperon meer dan beu. We besloten uiteen te gaan: ik naar de perstent, zij naar de festivalwei. De chaperon twijfelde en volgde mij.

Cameraman Jo Vermaercke baande zich rustig een weg naar het podium en filmde het hele, magische optreden. Het was de tijd van de wondermooie en droevige plaat 'New York'. Ik stond ondertussen in de frontstage kippenvel van ontroering te hebben. Lou Reed was poeslief, dankte het publiek uitvoerig en uitdrukkelijk. Het is een van de beste optredens die ik ooit heb meegemaakt.

De laatste keer dat ik Lou Reed zag was op Jazz Middelheim, waar hij optrad met zijn vrouw Laurie Anderson en John Zorn. Jazz, verdorie. Slechte jazz, bovendien, maar wat ken ik daar nu van. Ik keek nog naar de dvd van Berlin Live, een van zijn laatste grote projecten, maar het deed me niet veel. There ain't no age for rock and roll, zeggen ze, maar dat is niet waar.

(De auteur is schrijver en VRT-journalist.)

Meest gelezen