Zijn alle advocaten poenscheppers? - Walter Van Steenbrugge

Ik werd de laatste dagen enkele malen aangesproken over meldingen in de pers. Men had het over poen. De perceptie kent u wel: advocaten scheppen geld met hopen. Lage rugpijn is hun deel.

Op zichzelf niets mis mee, dacht ik, een manuele therapie kan wonderen doen, maar er hangt uiteraard een geurtje van verontwaardiging aan deze vaststelling. Want de poenschepperij geschiedt ten laste van de hulpbehoevende rechtszoekende die knarsetandend zijn zuurverdiende duiten moet afdragen. En strafpleiters maken het helemaal te bont wanneer ze triomferend de buit van criminelen inpalmen. Moreel verwerpelijk, toch?

Er is geen echt debat

Ik hoef noch mezelf te verdedigen, noch voor anderen in het getouw te springen, maar wil wel enkele elementen aandragen die het debat over honorering wat kunnen kleuren.

Tot nader order ziet het er niet naar uit dat we snel (ooit?) zullen terechtkomen in een maatschappij waar eenieder hetzelfde “loon” verdient ongeacht het gepresteerde werk. Een basisinkomen voor iedereen is weliswaar een uitgangspunt dat door sommigen met vuur wordt verdedigd, maar veel verder dan een “bestaansminimum” (recht op waardig leven) of minimumlonen (verbod op slavernij) komen we niet.

Zelfs een debat over “loonspanning”, in de zin van een bovengrens in het veelvoud tussen het laagste en het hoogste loon, komt nooit echt van de grond. De feitelijke situaties zijn immers te verschillend om zich te laten vatten in wiskundige tabellen. Het begrenzen van het vaste loon en het aftoppen van bonussen voor managers van overheidsbedrijven, lijkt het hoogst haalbare.

Wie inkomen uit arbeid genereert zal weinig speelruimte hebben indien hij werknemer is. Collectieve arbeidsovereenkomsten die loonbarema’s opleggen, vormen vaak meteen ook de bovengrens. Enkele vormen van alternatieve verloning zijn gegeerd en worden uitgedeeld als snoepjes: de bedrijfswagen, het gebruik van computer en telefonie, de maaltijd-, feest- en ecocheques …

De zelfstandige geniet in zekere mate van vrijheid. Het lijkt wel alsof de bovengrens er enkel in bestaat dat hij zichzelf niet uit de markt mag prijzen. Geen mens die voor een biertje 10 euro betaalt. Desnoods tappen we thuis zelf.

Matiging moet worden betracht

Voor intellectuele dienstverlenende beroepen is de maatstaf moeilijk concreet te bepalen. Zeker voor de advocatuur kan de waarde van wat wordt gepresteerd vaak niet uitsluitend worden gevat onder de gebruikelijke criteria zoals materialen, tijdsduur en dergelijke, nu ook de strategie, de wijze van aanpakken, de juiste argumenten op het juiste moment op de juiste plaats er toe doen. Net zoals voor creatieve beroepen geen peilstok baten kan.

Voorwaar, de advocaten worden geacht hun ereloon met gematigdheid vast te stellen. Per slot van rekening staan zij mensen bij in het verwezenlijken van een fundamenteel (mensen)recht op juridische bijstand. Geen mens zou op zijn juridische honger mogen blijven zitten omdat hij zijn rekening niet kan betalen.

Anderzijds kan men niet zonder gegronde redenen een beroepsgroep opleggen gratis rechtsbijstand te verschaffen. Wettelijk wordt dit opgevangen door het stelsel van de pro deo bijstand, die weliswaar op financiële grenzen stuit. De mutualisering van de rechtsbijstand, zoals uw ziekteverzekering, kan niet worden doorgedrukt. De private rechtsbijstandverzekering vult voorlopig die leemte.
 

Maar hoe zit het dan met die poenscheppers van advocaten hoor ik u vragen? Sta me toe er op te wijzen dat ook in onze beroepsgroep het voor velen pompen of verzuipen is. Het landschap van de juridische bijstand is de laatste jaren danig gewijzigd, dat alleen sterke, vooruitziende marktspelers niet verzanden in de rode cijfers. Bij het citeren van cijfers wordt vaak kort door de bocht geredeneerd en bijvoorbeeld de kost voor de organisatie van een kantoor met meerdere medewerkers over het hoofd gezien. En dat de advocaat geen nine to five job uitoefent hoef ik u niet uit te leggen. Elke onredelijke honorariumaanspraak kan overigens worden betwist voor de stafhouder van de balie waartoe uw advocaat behoort.

Bovendien worden advocaten reeds enkele jaren gecatalogeerd onder de Europese dienstenrichtlijn, waardoor de consument toepassing kan vragen van een aantal beschermende principes. Duidelijke, voorafgaande afspraken vormen onmiskenbaar de beste waarborg voor een vlekkeloze samenwerking tussen de advocaat en zijn cliënt.

Alleen op die manier vermijdt u in het Suske en Wiskealbum "De Poenschepper"  terecht te komen. "De Wilde Weldoener" kan u ik echter ook niet beloven.

(Walter Van Steenbrugge is strafpleiter.)
 

Meest gelezen