Boeken versus haat - Walter Van Steenbrugge

Het nieuws van Charlie Hebdo, Montrouge, Dammartin en Vincennes bereikte mij, met enige vertraging, toen ik gezeten was in een strandstoel genietend van een mooie roman geschreven door een jonge Vlaamse auteur.

Huiveren in de zon, het overkwam mij nooit eerder. Het recht op leven en het recht op vrije meningsuiting, fundamentele mensenrechten beschermd door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens tegelijkertijd aan flarden schieten, kon het flagranter?

Met een kalasjnikov het werkatelier binnendringen van een stel journalisten terwijl die vredig aan het tekenen zijn, met enkel wat humoristische woordpirouettes en een fijn penseeltje als wapen, en deze journalisten in koelen bloede eeuwig het zwijgen opleggen, meer extremiteiten en contrasten zijn nauwelijks denkbaar.

Zelfs de zelfmoordcommando’s, hoewel even gruwelijk in het aanrichten van menselijke schade, zijn niet zo doelgericht. Het noodlot slaat dan toe bij de toevallige passant, maar in Frankrijk wou men met voorbedachte rade een voorbeeld stellen door makers van spotprenten te vermoorden om zo mogelijk nieuwe cartoons rond de islam te voorkomen. Het recht letterlijk in eigen handen nemen om een beweerde belediging van God of een profeet af te straffen, het stemt vanuit meerdere invalshoeken tot grondig nadenken. Het recht in eigen handen nemen betekent elke wet uitschakelen en de rechterlijke macht opzijzetten, of anders gezegd de pijlers van een democratie uithollend. Heel kort na de aanslagen beklijfden de woorden van Philippe Val, ex-directeur van het in het hart getroffen magazine: “Nous n’avons pas assez parlé.”
Meteen ging hij in op de vraag die vrijwel op ieders lippen lag: hoe los je zoiets op?

"Opkuisen"

Sommigen, misschien wel een meerderheid, vinden dat het laksisme (wat dit ook moge betekenen) nu maar eens mag ophouden en dat IS maar met de grond moet worden gelijk gemaakt. Jean-Pierre Van Rossem zei nog recentelijk in een weekblad dat het toch van een enorm westerse zwaktebod getuigt dat men er niet in slaagt een kleine schare IS-strijders in een handomdraai op te kuisen alsof het verdelgen van enkele IS'ers (om even in de woordenschat van Jean-Pierre Van Rossem te blijven) het gevaarlijke gedachtegoed rond de religie zou kunnen vernietigen.

De geschiedenis heeft aangetoond dat vergelding en uitroeiing niet helpen om basisrechten gerespecteerd te zien, wel integendeel, de rechteloosheid wordt vergroot wat mensen dood of monddood maakt. Het Verdrag van 1950 tot bescherming van de rechten en vrijheden van de mens wenste de rechtstaat te installeren en wou zorg dragen over het principe dat enkel rechtbanken op basis van duidelijke verdragsteksten en wetten schendingen van mensenrechten kunnen beoordelen en bestraffen. Het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens beschermt ook het recht op leven van moordenaars. Het Europees Verdrag stelt dat voor dit soort misdrijven de overheid, en alleen de overheid, moet tussenkomen, en dat ook over de privacy van elke burger met de grootste omzichtigheid moet worden omgesprongen.

Uitgerekend nu zal het erop aankomen deze privacyrechten te beschermen vermits de aanslagen op Charlie Hebdo ook reacties uitlokken om de vrijheden van de burger (verder) aan te passen. Denk maar aan de ingediende wetsontwerpen van de Franse premier Valls die een enorme uitbreiding van bijzondere opsporingsmethoden beoogt.

Nuance versus haat

Vooral als men weet dat zij die aan het stuur zitten van deze bijzondere opsporingsmachines niet of nauwelijks gecontroleerd worden. Paradoxaal genoeg dreigen de islamaanhangers nu het slachtoffer te worden van ongenuanceerde interpretaties van screenings allerlei. Je zult er vandaag maar wat vreemd uitzien en ergens in een auto op iemand wachten in de buurt van een plaats waar zich een misdrijf voordoet. Het zal volstaan voor verdachtmakingen, arrestaties en aanhoudingen.

De wereld van angst, maar ook van insinuaties wacht, en zich verdedigen tegen insinuaties is onmogelijk. Europa zal genuanceerd en conform haar verdrag kalmte moeten brengen. Ze zal de haat- en angstcultuur niet enkel met een justitiële bril moeten bekijken, maar breder moeten gaan, ik denk hierbij aan nieuwe opvoedkundige en onderwijsmethoden. De nuance zal het moeten halen op de haat. Haat en angst die dreigen het opium van het volk te worden.

Het prachtige boek van mijn strandstoel bracht mij het inzicht bij dat ongenuanceerd denken wel vaker in de menselijke genen aan te treffen is. Denk maar aan familie- of burentwisten. Eén verkeerd woord, één fout en we slaan een vriendschap of een samenleven aan diggelen. De haat plant zich in het reactieweefsel. Hoeveel familieruzies snoeren de bloedband? Schuilt hierin ook niet de dogmatiek van de intolerantie en van de haat?

Jeroen Theunissen beschrijft in zijn roman ‘Onschuld’ een spaakgelopen vader-zoonrelatie. Het verbreken van een liefdes- of vriendschapsband kan verschrikkelijke en onherstelbare gevolgen opleveren. De auteur legt op treffende wijze uit dat kortzichtigheden en ongenuanceerd denken het echte geluk hypothekeren. Geluk gaat samen met nuance maar niet met extremiteiten.

Philippe Val vindt dat we te weinig praten en zocht de oplossing in een goed gesprek. Misschien ligt de oplossing ook in de literatuur.

(De auteur is strafpleiter.)

Meest gelezen