Vluchten om te ademen - Maja Wolny

Vorig weekend ben ik met mijn hele gezin België ontvlucht. Met onze eigen wagen, met een welvoorziene creditcard, met geldige identiteitsdocumenten en met correcte internationale transport- en ziekteverzekeringen. Zelfs onze hond beschikt over een eigen reispas. We vluchten weg van slecht weer, van lange files, van gebrek aan ruimte en van administratieve sleur. Op zoek naar een beter leven gingen we richting mijn geboorteland, Polen, dat de deur dicht houdt voor vluchtelingen uit het Midden-Oosten maar dat heel graag zijn poorten openzwaait voor ons, vluchtelingen uit het Westen.

Maja Wolny is een Pools-Belgische auteur en journaliste die sinds 2002 in België verblijft. Ze is momenteel net naar haar thuisland verhuisd.

In onze net niet overladen lichte vrachtwagen genoten we bij dertig graden van een perfect werkende airco. De ruim 1.500 kilometer die we aflegden in de hitte van de laatste vakantiedagen verliepen perfect. Het voelde wel ijskoud om op een Nederlandstalige radiozender te horen dat dertig, misschien zelfs vijftig vluchtelingen dood waren aangetroffen in de laadruimte van een vrachtwagen in Oostenrijk. Omdat de lichamen al in staat van ontbinding waren, kon de politie de dodentol nog niet precies vaststellen. De verslaggeefster had het over de "verschrikkelijke geur van de dood" op de plaats waar de truck was gevonden.

Water met ijs

Onze laadruimte was gevuld met Belgische pralines en artisanale bieren. Cadeautjes die we aan behulpzame mensen willen geven tijdens onze eerste weken in het nieuwe land: de buurman die zich tijdens onze afwezigheid over ons huis ontfermde, de schoolsecretaresse die de inschrijving van de kinderen regelde, de restauranteigenaar op wiens terrein we onze auto kunnen parkeren. We willen dankbaarheid tonen in ruil voor de gastvrijheid en het thuisgevoel dat we hopen te ervaren tijdens ons half jaar durend verblijf in Oost-Polen.

Het voelde vreemd toen we, net na het kruisen van de Nederlands-Duitse grens, op de Westdeutscher Rundfunk het verhaal van de zevenendertigjarige Syrische vluchteling Achmed hoorden. Zijn droom van een gastvrije ontvangst eindigde in een brandend asielzoekerscentrum in een Oost-Duits stadje. Na een uiterst moeizame lijdensweg door Zuidoost-Europa had Achmed Hongarije bereikt. “Ik kan niet wachten tot ik in Duitsland ben”, zuchtte hij. “In Macedonië en Servië voelde ik me niet welkom. Pas wanneer er een molotovcocktail door mijn raam vliegt of iemand met een mes door de gang loopt, weet ik: nu zijn we echt veilig.”

Wij vluchtten in een veilige auto met veel ruimte voor onze twee kinderen en onze Franse Buldog die het heel moeilijk had met de hitte tijdens de tweede dag van onze tocht. Hij kreeg regelmatig ijsblokjes en werd door mijn dochter met een waterverstuiver van het luxemerk Evian besprenkeld. Diep in het vroegere Oost-Duitsland werd het radiosignaal slechter en begrepen we nauwelijks nog het nieuws. Maar blijkbaar waren er opnieuw bevroren lichamen van vluchtelingen in een truck gevonden. Zij hadden minder geluk of misschien minder geld dan Achmed, maar even veel moed om te kiezen voor de gevaarlijke weg naar het Westen.

Luxevlucht

Wanneer we even kijken naar de behoeftenpiramide van Abraham Maslow, dan begrijpen we direct waarom mensen willen, kunnen of moeten vluchten. De eerste behoeften zijn uiterst dwingend: honger en dorst. Direct daarna volgt de behoefte aan veiligheid. De mens is blijkbaar tot zowat alles bereid om zichzelf en zijn gezin in een meer zekere en veilige situatie te brengen, precies zoals vluchtelingen uit oorlogszones doen. In het midden van de piramide bevindt zich de behoefte aan sociaal contact. Hierbij denk ik spontaan aan de gigantische wintervlucht van Belgen naar Benidorm. Of naar Gambia, waar gespierde zwarte jongens geld krijgen in ruil voor geveinsde affectie voor de slapper wordende witte vrouwenhuid. Aan de Belgische zijde wacht immers weinig anders dan de eenzaamheid van de eenpersoonshuishoudens en het blauwige licht van TV als enige kompaan van lange, regenachtige avonden. Bijna aan de top van Maslows schema vinden we de behoefte aan waardering en erkenning, de wegwijzer naar de carrièrevlucht. Naar Dubai of China, naar New York of een andere bestemming waar men ontdekt of beter betaald kan worden. De meest luxueuze behoefte is volgens Maslow de zelfontplooiing. Pas wanneer aan de lager gerangschikte behoeften is voldaan, kan de mens over zichzelf reflecteren, zijn diep verborgen talenten ontplooien, onderzoeken wat onze aanwezigheid op deze wereld betekent.

Onze vlucht naar Polen heeft vooral met die laatste behoefte te maken. Maar we vluchten ook op zoek naar gezonder voedsel en een betere waterkwaliteit. We koesteren de comfortabele illusie dat Polen een veiliger land voor onze kinderen is en dat Slavische mensen vriendelijker en socialer zijn dan Belgen. We hebben ook onze boeiende professionele plannen hier, in het verre oosten van Polen. Ik werk aan een boek in het genre van de historische fictie over de laatste pogrom tegen Poolse Joden, mijn grote thema, mijn pijnlijke persoonlijke geschiedenis die ik hier ga onderzoeken. Mijn man wordt tijdelijk correspondent vanuit Polen en hij wil andere teksten schrijven. Wij hoefden niet te vluchten, maar wij hadden een gouden kans. Voor ons betekende die kans geen verdachte deal met een mensensmokkelaar, maar een stevig contract dat onze levenskwaliteit op de nieuwe bestemming van meet af aan veilig stelde.

De weg naar de vrijheid

Terwijl ik naar de eerste Poolse radiozender luister, net over de grens met Duitsland, bedenk ik dat we allemaal vluchtelingen zijn. We delen de schaarste en de overvloed van deze imperfecte wereld. We streven allemaal naar wat we wensen. Werk, liefde, drinkwater, rustige nachten, sociale zekerheid, seks, goed weer, persoonlijke vrijheid, levensverwachting, diploma’s, identiteitspapieren. We zijn bang om te verliezen wat we niet echt kunnen bezitten. We dromen om meer te krijgen van wat niet echt te koop is. We zijn rusteloos in onze zoektocht naar de echte bestemming, naar het huis, het toevluchtsoord.

We rijden langs de snelweg A2, ook Autobahn der Freiheit genoemd. We komen dichter en dichter bij onze Poolse thuisstad. Op het hele traject van 1.500 kilometer zijn we niet één keer gecontroleerd. Tussen de zomerhits op de radio door, verneem ik dat Angela Merkel een bezoek heeft gebracht aan een door extreemrechtse activisten aangevallen asielzoekerscentrum. Nadat ze het geweld tegen de vluchtelingen als “beschamend voor Duitsland” heeft genoemd, werd ze door de betogers als volksverrader bestempeld. Bij onze aankomst staan buren, juffen en schoolvriendjes te juichen.

Meest gelezen