Irritante leraars gezocht - Celia Ledoux

Ik ging het met u hebben over Blue Monday, de zogezegd deprimerendste dag van het jaar. Dat het het leven niet grotendeels uit highs bestaat, maar dat juist de ploeterende klim naar zo’n top heel aardig kan voelen. Prachtig en feel-good en u houdt het van me te goed: eerst gaan we het over Keulen hebben.

Celia Ledoux is auteur en columniste.

Ah néé, hoor ik u. Alweer? Jawel.

Een heleboel vrouwen werden op één moment aangerand, beroofd, zelfs verkracht. Het was schokkend. Er wordt veel over gepraat.
En in al dat geroep blijven grote blinde vlekken.

De onzichtbare vrouw

In de discussies tijdens de eerste week viel bijna elke vrouw iets vreemds op dat redacties blijkbaar niet merkten. Dit was een symbolische massamisdaad tegenover vrouwen. In de media werd er vaak over gesproken met allerlei gasten. Héél af en toe was onder hen een vrouw. Pakweg een artieste die naakt op straat liep. De analyse was bijna altijd aan mannen voorbehouden.
Die debatten vormden geen gerichte actie, maar symbolisch konden ze tellen. Het vrije westen loopt over van de slimme vrouwen die zelden mogen praten - zelfs niet over gewelddadig seksisme.
Je zou het grappig noemen als het zo zot niet was.

Jamaar en ziejewel

Na de schok kwamen de jamaars. Ze komen altijd en veel vrouwen kunnen ze blind opzeggen. Jamaar het is niet religie, het is cultuur. Jamaar we zijn niet zeker dat het vluchtelingen zijn. Jamaar je mag niet iedereen over dezelfde kam scheren. Jamaar dit dreigt een heksenjacht te worden. Jamaar autochtone mannen verkrachten ook (méér!). Het zal allemaal wel, en het brengt geen oplossing.

Anderzijds de ziejewels

Ziejewel, het zijn er te veel. Ziejewel, die denken anders. Ziejewel dat die hier niet kunnen aarden/in de hand gehouden worden/leven. Ziejewel dat die cultuur zo ineen zit? Ziejewel, dat is dat geloof.
Want voor een kar moet je elke kwestie kunnen spannen?

Deze symbolische actie vertelde westerse vrouwen: wat jullie normaal gedrag vinden, kan niet. Het zal consequenties hebben waarin wij zowel beultje als rechtertje spelen, en we doen dat op grote schaal. Dat is een dreigende boodschap, en ik denk dat veel vrouwen ze meekregen.
Maar beide partijen keken over dat basisprobleem heen. Ze trokken en duwden eraan en zagen alleen nog mekaar. De pijnlijke en dreigende kwestie werd een stroman om hun eigen gelijk erdoor te jagen. Weer eens.

Business as usual

Weer eens, want zo gaat het altijd. Keulen was schokkend door zijn schaal en ernst. Maar meisjes en vrouwen worden in Brussel - en op andere plekken die ik minder goed ken - al zoveel jaar voortdurend lastig gevallen.
Toen ik studeerde, mocht je dat niet zeggen, want dat was racistisch. Behalve bij racisten, en daar wilde je het niet zeggen omdat je al wist dat het pijnlijk voorval alleen als sokkel voor hun standpunt zouden dienen. Jamaar, of Ziejewel. Zelden: man, dat is erg - wat kan daaraan gedaan worden?

Toen kwam de documentaire Femme de la Rue en mocht je het even zeggen. Maar het schreeuwdebat eromheen overstemde het zoeken naar oplossingen. Die verbale of fysieke straatagressie weerspiegelt dezelfde rare superioriteitsboodschap als Keulen. Hoe jij bent - je gedrag, kleding, of gewoon dat je vrouw bent - rechtvaardigt straffen, en die zal ik eens eventjes uitdelen. Alleen de repercussie is minder verregaand.

Realiseren we ons hoeveel van onze basiswaarden zo’n actie en de boodschap eronder aanvreet. Zelfbeschikking, autonomie, lichamelijke en emotionele integriteit, gelijkheid. Het onmiddellijke informeel vonnis breekt het respect voor de rechtsstaat, waarin we collectief beslissen dat informeel recht opzij worden gezet voor georganiseerd recht.

Keulen werd erkend als heftig gebeuren, maar de nasleep is tot nu toe exact dezelfde. Dezelfde voors en tegens, blabla en getouwtrek. Polarisering die van beide kanten wordt aangestookt. Sereen zoeken naar werkbare oplossingen blijft buiten zicht. Ik vraag me af hoeveel vrouwen alweer teleurgesteld zijn.

Vrouwenrechtenstrijders in de les "omgaan met vrouwen"

Een zeldzame praktische stem kwam van Staatssecretaris Theo Francken. Hij had het over lessen waarin je leert omgaan met vrouwen - die volgens hem gewoon al op de planning stonden, ook vòòr Keulen. Een soort culturele les over België, inburgeren voor gevorderden. Hij was pertinent en vrij sober, en toen hij liet vallen dat hoe mensen zelf moesten uitmaken of asielzoekers wel deugden, klonk dat als een verplicht nummertje uit een PR-workshop. Hij sprak geen verdachtmakingen uit. Hij zei gewoon dat hij een lacune had opgemerkt.

Lessen rond hoe je met een vrouw omgaat. Was dat zo gek? Ik vond het een goed idee. Kennissen die met vluchtelingen werken - geëngageerde mensen in verschillende organisaties - verzuchten al jaren hoe diep het water is. Dat veel mensen in een maatschappij worden gedropt die mijlenver van hun beleving staat. Nu: dat je na een inburgeringscursus geen concessies wil doen in je denken, dat van je geloof niet mag (of dat denkt), maakt misschien niet zoveel uit. Bij onze basiswaarden hoort ook dat je gedachten jou toebehoren. Je mag iedereen haten, als je dat maar niet ideologisch rondtoetert.

Dat bij velen nog niet is doorgedrongen hoe het in België in mekaar zit, geeft wèl een basislacune aan. En als in groepsdiscussies bij inburgering en taallessen de consensus vaak eindigt bij: homoseksualiteit is schandalig, vrouwen zijn minderwaardig, en kinderen mogen meppen krijgen als ze niet gehoorzamen, klinken er alarmbellen. Als veel nieuwkomers zoiets vinden, kan je problemen in je maatschappelijk weefsel bijna voorspellen.
Dat leraressen Nederlands aan Anderstaligen kledingconsignes krijgen om de cursisten niet te provoceren, is geen teken dat je inburgering naadloos slaagt.

Dit soort ideeën hou je binnen. Enerzijds omdat ze snel voor een verkeerde kar worden gespannen. Die Ziejewels vallen alleen met duizend vermoeiende disclaimers te vermijden zoals dat “ze” niet allemaal zo “zijn”.

Maar zo lang duidelijke informatie over een land en zijn maatschappelijke consensus ontbreekt, komt “zijn” niet om het hoekje kijken. Het draait dan om “weten”, en om een falend inburgeringsproces dat door zijn lacunes al jaren diepe maatschappelijke mis(ver)standen kweekt. Als je eigen maatschappelijk project niet sterk en duidelijk genoeg wordt uitgesproken en je niet genoeg alternatieven kweekt, laat dat bovendien een ruim speelveld aan extremistische ideologieën.

Heiliger dan de paus

Anderzijds zwijg je erover omdat je de commentaren kan dromen. “Jamaar.” Dat zo’n les belerend is. Dat je iedereen over dezelfde kam scheert - moeten vrouwenrechtenstrijders dan ook naar zo’n lesje? Dat het stigmatiserend werkt. Dat autochtone Belgen ook vaak verkrachten en dat zatte nonkels en rare bazen (m/v) vaker lastig doen - en ongestraft! Moeten die dan ook op cursus?

Ah man. Dat is niet meer politiek correct. Dat is heiliger dan de paus - of linkser dan de paus, als je het over Franciscus hebt. In een compleet andere cultuur lijken lessen over hoe je met mekaar omgaat me welkom in plaats van belerend of een stigma. Veel Afghaanse vluchtelingen bijvoorbeeld zijn jonge, alleenstaande mannen. Ze hebben geleefd onder een regime dat elke minderheid onderdrukt en vrouwen erbij. Is zo’n knul niet benieuwd naar de omgangsnormen in zijn nieuwe land? Was ik vrouwenrechtenstrijder in zo’n klasje, dan zou ik me feliciteren om mijn gastlandkeuze.

Natuurlijk is het erg dat verkrachting en seksuele agressie zo bijzonder straffeloos blijft in België, meestal door naasten gepleegd wordt en dat Belgische vrouwen dus zelden aangifte doen. Maar die lacune rechtvaardigt geen wegkijken van andere problemen.

Wat zatte nonkels, potelende onnozelaars, roepende haantjes, rare bazen en collega’s betreft: ja hoor. Die mogen gerust cursusjes “omgaan met vrouwen” krijgen. Soms krijgen ze die al, want sommige grote bedrijven werken met efficiëntere policies dan de Belgische staat.

Eindeloos doorgezaagd worden door een goedbedoelende irritant politiek correcte juf of meester in schoolbankjes waaraan je trui blijft hangen, iets te veel stof en lamlendigheid in de lucht en een kapotte lattoflex aan de ramen. Evenveel tandenknarsend ongemak beleven als ze zelf hebben veroorzaakt terwijl ze wijzer gemaakt worden: het lijkt me een gepast gevolg dat tot inlevingsvermogen strekt.

Wanneer ze voor de dozijnste keer een praktijkoefening voorgeschoteld over proper omgaan met je medemens zullen ze smeken: ik zal heus noooooit meer een gay koppel lastig vallen, een vrouw vuiligheid toeroepen en tot ze gewenst zijn, hou ik mijn pollen echt thuis. Waarna de leraar, afhankelijk van het vergrijp, nog een flink aantal dagen, weken of maanden iets te duidelijk en traag de boel zal uitleggen. Stop ze in honderden klasjes. Laat ze nuttige infofilmpjes kijken tot ze dezelfde tinnitus krijgen als pubers vroeger van die beschamende video’s in de les seksuele opvoeding.

Wat een prachtig idee, hé? Maar is het ontbreken van zulke lessen reden om nieuwkomers géén omgangslessen te geven die wél aangenaam en informatief zijn? Je mag mensen toch pas afrekenen op wat ze zijn, wanneer ze eenduidig weten en begrijpen?
Van mij mag je roepen dat zo’n les hetzij racistisch is, hetzij zinloos. Maar wat brengt dat? Dit is actie, terwijl Jamaar en Ziejewel alleen afbreken. Want hoewel ze mekaar dolgraag bevechten, doen beide kanten van die schreeuwmedaille uiteindelijk exact hetzelfde aan de Keulse toestanden die ze zo graag unisono veroordelen. Helemaal niets.

Meest gelezen