Overal borsten - Celia Ledoux

Ik heb me deze week toch bórsten gezien, mensen. Borsten in Congo, waar een vrouw toegejoeld wordt: “geef de baby drinken!” als die piept. Niet de inmenging waarop ik wacht, anderzijds verfrissend na “moet 'm weeral drinken?” van zelf bruiswater nippend kraambezoek. “Ze moeten leren wachten” blijft toch wat idioot bij een wezen zonder tijdsbesef of perspectief.

Paarsgewijs


Ik keek borsten in alle maten. Groot klein scheef recht dik dun. Galerijen vol borsten. Ondanks hun hardcore mission statement, werkte dat verfrissend. Natuurlijk worden we met tieten overspoeld. Ronde, zonnewaartswijzende, zwaartekrachttartende reclameborsten op ideale lijven. Qua gezichten zie je nog eens wat normaals buiten reclame, maar bij borsten blijft het bij sauna- of strandglimp. Onder de paarsgewijs starende borsten beschreven hun eigenaars ze kort. Vaak gaf het precies weer hoe die vrouw haar lijf en leven zag.

Borstfilmpje

Volop borsten in de Unicefcampagne voor Wereldborstvoedingsweek. Ik durfde 'm niet delen, al wees de campagne vooral op de gevolgen van hechting. Onderzoek geeft ze daarin gelijk: zonder borstvoeding verloopt het hechtingsproces, primordiaal in menselijke ontwikkeling, stukken moeilijker. Hormonale kettingreacties nabootsen en in gang krijgen kost moeite.

Pijnlijke waarheid, uitgebreid bewezen. Bij voortijdig stoppen met borstvoeding of niet-beginnen, blijkt een moeder lichamelijk in rouw te gaan; bij post-partumdepressie blijft het EEG van geborstvoede baby's normaal en wijkt af bij andere; in risico-omgevingen worden baby's die melkpoeder krijgen veel vaker mishandeld en verwaarloosd.

Legio andere voorbeelden tonen: “zonder” wordt het iets tot veel moeilijker. Belangrijke informatie, juist voor ouders en opvoeders die poedermelk geven, vooral als je zegt hoe de gevolgen te ondervangen. Maar in zo'n droge commercial komt het als kaakslag over. Ik zweeg.

Het is ZO GOED (en voorts weten we er niets van)

In de pers passeerde Wereldborstvoedingsweek ongemerkt. Niet dat er geen werk aan de winkel is – België bungelt onderaan de Europese klas – anderzijds kan een mens het voorspelbaar riedeltje “borstvoeding is ZO GOED” missen als kiespijn. Vrouwen weten dat allang, maar de minstens 49, 7%* die tegen hun zin melkpoeder voeden, helpt het geen klap. Nieuwbakken moeders “proberen” dus verder, grotendeels modderend op hun eentje.

Begrijp me goed: borstvoeden is zo simpel als ademhalen of wandelen. Alleen ademden we collectief zo'n drie generaties nauwelijks een hap en verzetten geen stap. Elke vrouw moet heel alleen het warm water uitvinden.

Bij problemen komt weinig hulp, verwarrend advies, en al gauw de suggestie van fles – dat is ten minste bekend terrein. Soms wordt omschakelen zelfs opgedrongen als noodzakelijk, want iedereen weet dat borstvoeding wel ZO GOED is, maar anderzijds kwalen van hamertenen tot slapeloosheid veroorzaakt. Ook dokters weten immers de ballen van borstvoeding (behalve dat het ZO GOED is) en zoeken problemen in die onbekende hoek. Kinderartsen krijgen amper een uur les over borstvoeding, maar massa's "info" van poedermelkfabrikanten. Raad eens waar ze zich het comfortabelst bij voelen?

Een rottig drama

Er is goeie hulp bij borstvoeding, alleen krijg je 'm niet. Standaard on-call lactatiekundigen op de kraamafdeling, meterschap door voedende moeders, een behoorlijke cursus borstvoeding 101 voor pediaters, gynaecologen, kraampersoneel en huisartsen, zwangerschapsverlof van meer dan een schamele paar maand en professionalisering van de nu al uitstekende vrijwilligersorganisaties.

Ik kan het rijtje aframmelen als een verlos-ons-van-alle-kloven-litanie en de investering zou zich binnen het jaar terugverdienen. Dat bedoel ik niet emotioneel. Ja, je hele lijf wil dat kind voeden, je krijgt het op je eentje nauwelijks onder de knie: een steeds opnieuw spelend rottig drama. Maar miljoenen schijnen te tellen, dus daar hou ik het bij. Miljoenen die onze gezondheidszorg jaarlijks zou besparen aan ziekenhuisopname en langetermijnpreventie.

Onzichtbare borsten

Mijn week zat vol virtuele borsten. Live zag ik niets. Décolletés in de zon: check. Voedend op een terrasje: niet één.
Voedende moeders krijgen namelijk wat gedaan. Ze familiariseren een onbekende praktijk, tonen dat een borst erotisch én nuttig is. Ze leren je veel. Een chimpansee, als wees opgevoed in de zoo, wist niet hoe haar jong voeden. De oppassers posteerden een paar voedende moeders voor de kooi. En verrek: die chimpanseemoeder pikte het op. Zien doet begrijpen.

In afwachting van de evidente medische hulp die ons land al decennia lang achterwege laat, is een cultuur van openbaar voeden investering op zich. Hoeveel lacterende vrouwen zie je, voordat je zelf ouder wordt? Hoe weet je of die baby goed drinkt?

Tja: hoe leer je ademhalen als niemand om je heen het doet?
Doordat zien voeden familiariseert met voeden, helpt een voedvriendelijke cultuur bovendien dé bepalende factoren bij borstvoeding – niet kunde of ervaring, wel steun van de partner en van de omgeving. Blootstelling aan borstvoeding normaliseert, en maakt die steun waarschijnlijker.

Kijk dan weg!


Toch polariseert de simpele geste van babyvoeden: blikken van glimlach tot vuil, soms een opmerking. Elk jaar verschijnt wel een column of drie, die discreet of apart voeden bepleiten met persoonlijke smaak als enige argument. “Het is mooi, het is nuttig, ik hoef het niet te zien.”

Nu compliceert verplichte discretie voeden echt ontzettend. Zo'n kleine wil vaak eten, mensen, en niet elke borst tuk je snel even weg, én het taboe groeit bij elke verstopte borst. Taboe dat de omstander mee schaadt. Die leert niet wat lacteren is, brengt straks moeizamer steun op, voedt zelf moeilijker. Borsten in BH-reclames vinden we aanvaardbaar. Voedende borsten worden snel normaal. Wil je het niet zien? Kijk dan weg.

Toon uw borsten!

Toon ze dus, dames. Of toon ze niet. Wees zo bloot of discreet als u wil. Toon ze zelfs zolang alle medisch vanzelfsprekende hulp uitblijft. Die borsten zijn niet gewoon, ze zijn aan het werk. Behoorlijk knap werk, en pedagogisch verantwoord. Blijf gewoon zitten op dat terras. Uw kleine hoeft niet te eten in een toilet. En u, toeschouwer: breng die vrouw een glas water. Ze leert u ten slotte lacteren.

(* 98% van de vrouwen kunnen normaal lacteren. In België beginnen 66,7% vrouwen met borstvoeding. Na 6 maand zijn er nog 15% over die enige borstvoeding geven. Er royaal van uitgaand dat alle niet-voedenden hetzij tot 2% niet-lacterenden behoren, hetzij bewust geen borstvoeding kiezen, blijven er minstens 66,7%-15%= 51,7% moeders over die wil tonen om te voeden, maar onwillekeurig overstappen. Gebrek aan ondersteuning is hierin de cruciale factor. (Met intrinsieke kunde heeft dit niets te maken. Van de Noorse vrouwen voeden er na 6 maanden nog 80%.).

(Celia Ledoux is columniste en auteur.)

Meest gelezen