Gedeelde pijn is halve pijn - Cathérine Ongenae

Nee, ik heb het interview van afgelopen met Siska Schoeters niet gelezen, waarin ze haar zoon en stiefzonen 'kleine fuckers' noemt. Ik heb de titel zien passeren, en een paar citaten. Ik geef toe, ik voelde een beetje weerzin bij het woordgebruik. Wij vrouwen worden nu eenmaal geacht om dankbaar te zijn voor onze kroost. Daarvoor dienen onze stalen zenuwen toch?

Cathérine Ongenae is journaliste, columniste en co-auteur van het boek 'Seksisme. nee, wij overdrijven niet!' (Uitgeverij Polis)

Hopelijk was het bedoeld als een liefdevolle overdrijving, een hyperbool die niet echt gemeend was en staat daar een overvloed aan positieve aandacht tegenover. Wie weet vinden de kinderen later wel dat ze gelijk had.

Maar toch botste ik tegen mijn eigen vooroordelen. Het is niet omdat ik erop gebrand ben om de moeders in onze samenleving uit het keurslijf van de perfectie te krijgen, dat ik zelf niet vatbaar ben voor de verwachtingspatronen, denkbeelden en stereotypes waar we - vrouwen, moeders, stiefmoeders - aan moeten voldoen. Een vrouw die uit haar rol van madonna stapt, shockeert. Het kostte me moeite om niet in die val van oordelen en veroordelen te trappen.

Voor vijf minùùtjes!

Wat Siska Schoeters zegt, weten we allemaal. Zo'n gezin draaiend houden is keihard werken. Zeker als je daarnaast een onregelmatige en intensieve job hebt, en als de samenstelling van het gezin van week tot week varieert. Of Siska's kreet iets zegt over het huishouden De Soete-Schoeters? Eigenlijk is dat niet eens belangrijk. Soms is te veel gewoon te veel. Kinderen kunnen echte energievreters zijn. Daar krijg je geen speld tussen. Bij ons thuis spelen we geregeld een scène na uit Shrek 2, waarbij Shrek zijn veel te aanwezige vriend ezel smeekt om 'voor vijf minùùtjes' niet zichzelf te zijn. Ik kan dus niet zeggen dat was Schoeters zegt niet herkenbaar is.

Een onbestaande dochter

Datzelfde weekend verscheen er in de Nederlandse krant Het Parool een column van theatermaakster en schrijfster Roos Schlikker. Ze schrijft er over haar doodgeboren kind, een meisje dat na veertig weken zwangerschap niet levend ter wereld kwam. Dit jaar zou ze zeven geworden zijn, en Schlikker vraagt zich af of haar onbestaande dochter nu staartjes zou gehad hebben, en van Elza uit Frozen zou hebben gehouden.

Dat doet ze met schroom. 'Ik durf niet vaak over haar te schrijven', staat er. 'Uit angst dat lezers zeggen: heb je haar weer met dat dode kind.' Zelfs nu ik dit citaat overtik, hou ik het niet droog. Een dood kind blijft altijd je kind, waarom zou je het nog eens moeten doodzwijgen?

Moeilijke waarheid

Met dit ene voorbeeld schetst Schlikker de kille keerzijde van een samenleving die het krampachtig gezellig en positief wil houden, waar geen plaats is voor verdriet en andere minder leuke dingen, zoals hectiek, chaos en rommel, drie eigenschappen die kinderen en de NMBS met elkaar gemeen hebben. Nog liever draaien we ons hoofd tot een hernia in de nekwervel dan dat we aandachtig durven kijken naar eender welke moeilijke waarheid. 'Ja, daar moet je je overheen zetten. Doorgaan!': Schlikker krijgt het nog regelmatig te horen. Ik kan me voorstellen dat er een moment komt waarop je er gewoon op wil slaan, op die leurders in dooddoeners.

Stoom aflaten

Wat dat met de getuigenis van Siska Schoeters te maken heeft? Bij dat zoeken naar een evenwicht tussen een eigen leven en de 24/7-inzet die men van een moeder verwacht, ligt een deel van de oplossing in die dooddoener die Schlikker te horen krijgt: dat je je er maar beter overheen kunt zetten en doorgaan. Je kunt kinderen niet terugsturen naar afzender, dus aanvaard dat het leven mèt niet hetzelfde is als het leven zonder. Dat je af en toe met weemoed terugdenkt aan je vrijgezellenappartement en de impromptu feestjes: waarom ook niet? Dat je voor jezelf moet zorgen: uiteraard. En eens goed stoom aflaten kan deugd doen.

Stille engeltjes

Maar als ik aan de ene kant die moeder zie die naar adem hapt en het uitschreeuwt, en aan de andere kant een andere die het verdriet om haar verlies amper durft uit te spreken, dan kan ik niet anders dan concluderen dat het scheef zit in hoe we omgaan met het leven.

Meer dan het tijdelijke en veranderlijke van dat ploetermoederen, vrees ik de absoluutheid van dat onuitspreekbare. Het is onze grootste angst, maar het krijgt amper aandacht. Terwijl de last van bengeltjes en de niet-zo-roze-wolk intussen bespreekbaar aan het worden zijn, blijft het oorverdovend stil rond de engeltjes.

Vrouwelijke samenleving

Een warme samenleving bereik je nochtans niet door dag en nacht lollen te vertellen en de polonaise te dansen, maar door ook de absolute pijn van anderen onder ogen te zien en die een plaats te geven in het leven in plaats van het te isoleren en te negeren. Gedeelde pijn is halve pijn. Om het met een liefdevol bedoelde hyperbool te zeggen: de dag dat we dat weer kunnen, kunnen we van een vrouwelijke samenleving spreken.

Meest gelezen