Vrouwen en kinderen eerst! - Cathérine Ongenae

Om de zoveel tijd steken ze weer de kop op: de Mommy Wars. Het is een sensationele naam voor het niet al te fraaie fenomeen van de hevige discussies over en tussen voltijds werkende 'carrière'-moeders en de niet- of halftijds werkende 'zorgende' moeders.

De meest recente rel begon toen Libelle-redacteur Ilse Ceulemans zich vorige week op het online magazine Charlie afvroeg waarom er niet meer flexibiliteit mogelijk was in loopbanen voor mensen met kinderen. Daar valt iets voor te zeggen: de werkdruk neemt alleen maar toe, gezinnen en dus ook kinderen, zien soms af van die stress. Het idee om de rechte lijn loopbaan-pensioen-rusthuis anders in te delen, is interessant, en niet alleen voor het actieve deel van de bevolking.

Ceulemans' getuigenis werd duizenden keren gedeeld op de sociale media, ze mocht haar verhaal doen in Reyers Laat, en de discussie werd verder gezet op de opiniepagina's van kranten. Famke Robberechts, hoofdredactrice van het maandblad Goed Gevoel, en moeder van twee, diende Ceulemans van antwoord: dat ze graag werkte, dat haar kinderen daar geen last van hadden, dat ze beter was in haar job dan in de strijk en het bakken van wafels en dat we het feit dat we mogen werken schuldig zijn aan onze moeders en grootmoeders die die weg voor ons hadden geplaveid. Terwijl Ceulemans de noodkreet van veel verzuipende gezinnen verwoordde, noemde Robberechts de keuze om deeltijds werken een stap terug en sabotage van de emancipatiestrijd.

Het spel zat op de wagen. Commentaren vlogen in het rond. Over slechte moeders, luie moeders, over kiezen en verliezen, over verwaarloosde kinderen.

Oorlog

De Mommy Wars zijn niet nieuw. De term werd voor het eerste gebruikt in de jaren zeventig, toen men het nodig vond moreel te oordelen over de groeiende groep buitenshuis werkende moeders, en twee gezinssystemen pal tegenover elkaar kwamen te staan. Huismoeders en werkende moeders vochten voor de morele superioriteit, en meer dan veertig jaar later woedt die oorlog nog steeds. Dat heeft redelijk wat gevolgen, het leidde tot onhaalbare rolmodellen zoals de perfecte gecoiffeerde cupcakemama die elke dag om halfvier aan de schoolpoort staat, als de moeder die moeiteloos drie kinderen en een carrière als neurochirurg combineert en elke avond in haar Prada's op een vernissage staat te glunderen. Elk kamp beroept zich op wetenschappelijke studies om de superioriteit tegenover het andere kamp te bewijzen. Dat gaat van psychologische theorieën die stellen dat een afwezige moeder problemen geeft voor de emotionele hechting van kinderen tot economische studies die uitwijzen dat huismoeders sneller vereenzamen en in de armoede verzeild raken.

Wat mij betreft heeft het geen zin om verschillende soorten moeders tegen elkaar op te zetten. Net zoals geen twee mensen identiek zijn, zijn gezinnen dat ook niet. Daar zijn ze te complex voor. Een mens is geen eiland. Ieder leeft in een context, met zijn biologische mogelijkheden en beperkingen, zijn sentimenten, zijn voorgeschiedenis en zijn prioriteiten. Dat maakt dat elk gezin in wezen uniek is, en de keuzes die worden gemaakt of waartoe je wordt gedwongen een gevolg zijn van die puzzel. Reden te meer om je te verwonderen over de vaststelling dat mensen vandaag meer en meer op één welbepaald pad worden gedwongen. Wie niet op dat pad wil of kan, wordt gemarginaliseerd. Vrouwen en kinderen eerst, en dàt is wel een probleem.

Is het niet merkwaardig dat de samenleving in al haar vooruitgang geen weg weet met het moederschap, met kinderen opvoeden, kortom, met het ouderschap? Want ja, ook mannen lijden onder deze tendens. Een man die ouderschapsverlof opneemt of deeltijds gaat werken om meer tijd te kunnen doorbrengen met zijn gezin, wordt wijsgemaakt dat hij carrièrekansen laat schieten.

'Denk je al aan kinderen?'

Trouwens, waar en wanneer werden die afspraken gemaakt dat mensen zich met elkaars persoonlijke levenskeuzes moeten bemoeien? En vooral: waarom is het leven en het lichaam van vrouwen publiek terrein? Misschien is het u nooit opgevallen, misschien wel. Een vrouw moet zich voor ongeveer alles verantwoorden. Het begint al voor er kinderen komen. Van zodra een jonge vrouw seksueel actief is, wordt ze in de gaten gehouden en beoordeeld: de een is te preuts, de ander promiscue. Komt ze op een leeftijd en in een situatie die ideaal is om kinderen in te krijgen, ondervindt ze dat mensen het opportuun vinden om te vragen of ze er al mee bezig is, met die kinderen. Er zijn er ook die vlakaf zeggen dat het misschien maar beter is om er niet aan te beginnen, zeker als de vrouw in kwestie een job heeft waar ze in opgaat. Een kinderloze vrouw moet dus het feit of ze haar baarmoeder al dan niet gebruikt, rechtvaardigen tegenover de samenleving. Dat is vernederend.

Komt er een kind, dan wordt de intrusie zelfs fysiek: men vindt je te dik, te dun, men voelt ongevraagd aan je buik en als het je teveel wordt en je bijt van je af, dan besluit men dat je hormonaal ontregeld bent. Eens het kind er is, komen de vragen over borstvoeding en word je als onzekere moeder met honderd-en-één ongevraagde adviezen bestookt, want iedereen weet het beter. De ongeschreven regel is eigenlijk dat moeders niets goed kunnen doen, en de wijsheid van de samenleving nodig hebben om dat kind groot te brengen.

Tot het er op aankomt om die bemoeienis om te zetten in steun. Tot iemand aan de alarmbel trekt en zegt dat het onbegonnen werk is om school, opvang en de obligate gezonde gezinsmaaltijden te combineren met een baan die het uiterste van je eist. Tot iemand zich luidop afvraagt waarom flexibele werkuren of -periodes zo moeilijk te regelen zijn. Dan mogen we al blij zijn dat we kindergeld krijgen en worden we verder aan ons lot overgelaten want uiteindelijk hebben we zelf voor die kinderen gekozen.

Lifestylekeuze

Zie daar de schizofrene wereld waar we in leven. Kinderen en vrouwen zijn van het collectief tot er iets meer wordt gevraagd dan commentaar. Dan is het al dan niet hebben van baby's plots een lifestylekeuze, wat een flagrante belediging is voor elke ouder, elke ongewenste kinderloze mens en elk kind. Een gezin is geen luxueuze safari of een handtas van Delvaux. Als je een safari boekt of een handtas koopt, weet je wat je in handen krijgt. Het zijn veilige opties. Kinderen krijgen is van een totaal andere orde, je kunt niet weten wat je te wachten staat. De meeste mensen geven in de organisatie van hun gezin McGyver het nakijken en improviseren ter plaatse oplossingen om het kluwen kind/werk te ontwarren. Weinigen hebben een goed uitgekiend plan dat ook nog eens blijkt te werken. Het is een van de grotere verdiensten van vele ouders dat ze al dan niet elegant in die chaos kunnen rondploeteren zonder er in te verdrinken.

Is het dus echt nodig om elkaar steeds opnieuw op de zwakke plekken te proberen treffen? We – werkende moeders, halfwerkende moeders, huismoeders, niet-moeders - zijn allemaal fundamenteel onzeker en kwetsbaar. We twijfelen voortdurend. Dat moet haast wel: ook al wil men ons doen geloven dat het leven een verharde snelweg is die je mits betaling van de tol snel van punt A naar punt Z brengt, is het dat niet. Het leven is een labyrint van soms verharde wegen maar ook nog te banen paadjes. Dan lijkt twijfel me gezonder dan jezelf vast betonneren in een overtuiging die wel superioriteit uitstraalt maar feitelijk onzekerheid verbergt. Je komt veel verder met empathie en respect voor andermans keuzes dan met een binair goed-fout-discours. Zoals Klaranethoofd Chantal Pattyn me ooit zei tijdens een interview: 'Een mens bestaat niet uit nullen en enen.'

Zoek de denkfout

Tot slot wil ik graag wijzen op een denkfout in het discours van Famke Robberechts als ze stelt dat een vrouw die zich aanpast aan het ritme van haar kinderen en dus wat minder gaat werken, de emancipatiestrijd saboteert. Waarom zou de vorige generatie van ons verlangen dat we hun strijd kritiekloos kopiëren zonder de huidige tijd en haar problemen in aanmerking te nemen? Waarom zouden onze moeders en grootmoeders niet willen dat de verandering die ze zelf mee in gang hebben gezet, blijft evolueren? Ze verdienen ons respect en onze waardering, zelfs onze dankbaarheid, maar dat betekent niet dat we schatplichtig aan hen zijn. Dat zijn we wel aan onze kinderen: zij moeten leven in de wereld van morgen en dat maakt hen tot een collectieve verantwoordelijkheid.

Het feminisme uitroepen tot de strijd om te mogen werken reduceert haar tot een economisch doel. Niet dat dat onbelangrijk is, maar het is maar een deeltje van het geheel. In de geest gaat feminisme over keuzevrijheid. Een vrouw moet kunnen kiezen hoe ze haar leven inricht. Dat mogen we al, min of meer. In theorie, tenminste, want te zien aan de opmerkingen die we krijgen en de rekenschap die we moeten geven, is die vrijheid nog niet ten gronde veroverd. Zolang de maatschappij die dubbele houding blijft aannemen, zullen we allicht ruzie blijven maken. Laat ons daar eens over debatteren in plaats van vrouwen tegen de muur te pinnen en hen allemaal in dezelfde mal te duwen.

Meest gelezen