Ieder een eigen eenhoorn - Cathérine Ongenae

“Je kind ziek, een miskraam, een ongeluk… Wat kunnen wij nog doen met jou als dat zo blijft doorgaan?” De adem van de baas rook naar alcohol. Hij had haar tijdens de hele blaffende tirade niet één keer aangekeken. Was er iets te zien op zijn enkels dat zij niet zag? Was hij ergens in getrapt? “Wat u zegt, is strafbaar.” Meer kon ze niet uitbrengen. Zijn toon veranderde. “Ik wens je natuurlijk alle beterschap, we hebben je nodig”, zei hij. Nu keek hij haar wel aan.

Warm en koud blazen, vervolgens alles ontkennen. Ze gruwde van de wreedheid van zijn woorden. Haar hoofd barstte, haar vingers tintelden. Fight or flight, zei haar brein. Maar tot vechten was ze niet in staat.

‘Herstructurering’ was de officiële verklaring. Voor ‘Trok de lijn na pesterijen en seksisme’ is het vakje op de C4 niet groot genoeg. Had de nieuwe wet van voormalig minister De Coninck  over psychosociaal geweld op de werkvloer toen al bestaan, had ze de procedures gekend, dan had alles er misschien anders uitgezien. Of niet. Pesten of bullying is moeilijk aan te tonen, en een van de kenmerken die pesters en bully’s met elkaar gemeen hebben is hun talent om met een uitgestreken gezicht te liegen.

Een cursus pijpen

Veel mensen krijgen te maken met psychosociaal geweld op de werkvloer. Het wordt zelfs aangemoedigd: wie er goed in is, schiet als een komeet naar de top, meestal verbaasd nagestaard door mensen met meer talent en ethiek, maar met minder ellebogen. Maar verwijten zoals hierboven zijn enkel bestemd voor vrouwenoren.
Gepakt worden op menselijkheid, geslagen worden met het moederschap, geschopt worden waar het het meest pijn doet. Ze voelde niet alleen hoe zwak een vrouw kan zijn, zegt ze. Ze ervoer ontmenselijking.

Dit is de professionele wereld. De wereld waar ethiek en empathie verkoopargumenten zijn, en dus van weinig waarde. Een zogenaamd ‘mannelijke’ wereld, bedacht door machiavelli’s. Het is verleidelijk om te denken dat het anders zou verlopen met vrouwen aan het stuur. Was het maar zo simpel. Vrouwen kunnen even brutaal zijn. Een vrouw aan de macht is geen oplossing als de dynamiek van de organisatie barbaars is.

Hoe men in het maatschappelijke en professionele leven nog steeds alles opdeelt in mannelijk of vrouwelijk heeft iets mufs. De mythe wil dat meer vrouwen in hoge functies tot een zachtaardiger samenleving zou leiden dankzij de waarden die ze uitdragen. Nooit speelden meer vrouwen mee aan de top van het politieke, het academische en het economische leven. En toch lijkt de wereld te verharden. Hoe komt dat? Waar zijn ze, die vrouwelijke waarden? Verwachten we daar niet te veel van?

Nergens wordt het verschil tussen man en vrouw zo scherp gesteld als in de media. Voor een mannenblad staat mannelijk voor sport, humor, avontuur, politiek en seks. Voor een op vrouwen gericht magazine verzamelt men huis-, tuin-, keuken- en modetips, een paar emotionele verhalen, een artikel over kinderen opvoeden en als het wat pittiger mag: een cursus pijpen. De kranten vatten de clichés nog beter samen: vrouwen zijn empathisch, werken liever in groep en de leukste zijn op de koop toe frivool. Mannen zijn daadkrachtig, gericht op concurrentie en als het meezit charmant. Mannen zijn met de buitenwereld bezig, vrouwen met de binnenwereld, aldus de bedenkers van de profielen van mogelijke lezers. Is het een wonder dat steeds minder mensen magazines en kranten kopen? Wie past nu nog in zo’n eng hokje?

De zoete leugen

Vrouwelijkheid wordt al veel te lang geringschattend gedefinieerd. Wat steeds terugkeert, is een opsomming van de uiterlijke kenmerken. Zelfs feministen laten zich erdoor opjagen. De meest gelezen krantenkop over het feminisme is allicht een razend slimme vrouw die zegt dat ze van lipstick en rode hakken houdt. Een vrouw in een overall wordt zonder pardon een manwijf genoemd, tenzij ze er niets onder aan heeft, de rits openstaat tot aan haar navel en ze geil in de lens kijkt. Of een vrouw wel vrouw genoeg is, staat eigenlijk voortdurend ter discussie. Alsof je geslacht niet iets is wat aangeboren is, maar wat je ook nog eens moet bewijzen.

In haar boek ‘De zoete leugen of de mythe van de schoonheid’ stelt de feministische schrijfster Naomi Wolf dat een cultuur die vrouwen reduceert tot hun lichaam niet zozeer geobsedeerd is door het vrouwelijk schoon, als wel door vrouwelijke gehoorzaamheid. Het werk is intussen 23 jaar oud, maar is nog steeds brandend actueel. Door dat vrouwelijke lichaam als een bij te schaven product naar voren te schuiven, ontmenselijkt men niet alleen vrouwen, men creëert ook een afleiding van een groeiproces.

Dat is erg, en net daarom geloof ik niet dat de wereld beter wordt door simpelweg vrouwen aan het roer te zetten. Daar is meer voor nodig. Veel - niet allemaal, maar veel – vrouwen die vandaag leiding geven doen dat nog steeds op dezelfde manier als hun mannelijke collega’s. De vrouwelijke toets is in veel gevallen ver te zoeken, de sfeer blijft even brutaal. Vrouwvriendelijkheid in het bedrijfsleven is zoals een eenhoorn: iedereen heeft erover gehoord, iedereen schrijft erover, maar wie heeft er ooit één gezien?

Mannen met gezag

Toch slagen sommige managers erin om op microniveau een beleid te voeren dat onder die beperkte definitie van vrouwelijkheid valt. Neem Saskia Van Uffelen, CEO van Ericsson Belux, die in haar column in De Tijd aan de hand van cases toont dat menselijkheid niet onmogelijk is in het bedrijfsleven. Neem Jan Raes, de Belgische directeur van het Concertgebouworkest Amsterdam, die in een sfeer van wederzijds respect een constante dialoog voert met zijn musici en kaderleden.

Hoe hip ook, de zogenaamde softe waarden blijven een rariteit in het bedrijfsleven. Dat ze een exclusief vrouwelijke eigenschap zouden zijn, is een misvatting. Wel is het zo dat veel mannen en vrouwen denken dat hard zijn een must is en ontmenselijken een geschikte strategie, terwijl het omgekeerde waar is. Komt daar nog bij dat veel vrouwen met ambitie nog steeds geloven dat ze zich als een teek moeten vastklampen aan een man met macht of gezag, op zijn (of hun) rug meereizen, zijn lied zingen en geen persoonlijke stempel nalaten behalve andere vrouwen naar het leven staan als die op eigen kracht een zeker niveau bereiken.

Vanuit sociologisch oogpunt is daar zelfs een verklaring voor: waar schaarste heerst, treden barbaarse mechanismen in werking en wordt onbeschaamdheid de norm. Of het nu een man of een vrouw is die de macht heeft: zolang de aanpak niet menselijk is, maakt het geslacht niets uit en verliest uiteindelijk ook het feminisme.

Humane strijd

Dit is geen vrouwonvriendelijk of antifeministisch pleidooi. Integendeel. Vrouwen zullen het slachtoffer zijn van de bezuinigingen van de overheid. Ze zullen sneller in armoede sukkelen dan mannen, omdat ze structureel minder verdienen. Als er banen moeten sneuvelen, zult u zien dat men eerst in de vrouwelijke werknemers zal snoeien, het maakt niet uit op welk niveau ze staan.
Wel wil ik een gedachte suggereren. Zouden we niet beter over ‘vermenselijken’ spreken in plaats van over ‘vervrouwelijken’, dat in veel gevallen toch maar weer een trucje is om de publieke opinie voor zich te winnen? Dat maakt van het feminisme meteen een humane strijd – vrouwen zijn ook mensen - in plaat van de marketingtool die het bedrijfsleven er vandaag in ziet. Het overstijgt bovendien welles-nietes-discussies over wat vrouwelijk is, wat mannelijk. We weten allemaal dat die begrippen niet zo snel in een hokje te vatten zijn. Pak ongevoelig en stompzinnig gedrag aan. Verander de spelregels. Misschien laat die eenhoorn zich dan wat vaker zien.

(Cathérine Ongenae is antropoloog, freelance journalist en columnist.)

Meest gelezen