Poëzie is van en voor iedereen - Aya Sabi

De afgelopen week was vol van poëzie. De Herman de Conickprijs 2016 werd uitgereikt en Gedichtendag vond plaats. Poëzie is van iedereen. Poëzie is voor iedereen. Overal en altijd.

Aya Sabi studeert aan de Universiteit Hasselt en blogt om de twee weken voor deredactie.be.

Dit maakte de week niet echt bijzonder, want voor mij zijn alle dagen vol van poëzie. Ik laat graag mijn gedachten vrij over de kleinste details van wat gebeurd is en ten slotte zoek ik naar een gedicht dat mij troost. Of juist niet. Poëzie is voor mij een manier om alles wat in mij leeft te bevestigen. Want er zit zoveel tussen de dagelijkse onbenulligheden en de grootse dromen die we najagen. Zoveel gevoel, schakeringen en nuances, liefde en haat, gedachten en woorden tijdens de kortste dagen en de langste nachten. Laten we zoveel mogelijk uit het leven halen.

Wat de afgelopen week wel bijzonder maakte, was de grote aandacht die er was voor poëzie. Opeens schreven veel mensen versjes in rijm ter ere van Gedichtendag. Verre van hoogstaande sonnetten, maar het bewees dat men toch nog graag tijd vrij maakt om voor het plezier wat te schrijven. Al is het maar op Gedichtendag. Iedereen, of toch zeker de meeste mensen hebben weleens nood aan letters die troost bieden. De stilte van een blad dat zoveel vertelt. Iets wat ons in alle soberheid raakt.

Poëzie is overal. Laatst vond ik de Arabische versie van “Ik schrijf je neer” van Hugo Claus. Een gedicht dat ik met mijn ogen dicht, vol van ontroering, graag voordraag. Zo teder. Zo zonder loze beloftes is het gedicht één grote belofte: we kunnen niet op reis, maar ik zal over je schrijven. Oh, wat een belofte! Hugo Claus was een meester. Zo ook Nizar Qabbani die met het gedicht “Oh, Mistress” hetzelfde schreef als Hugo Claus. In een andere taal, op een ander continent, met andere klanken en woorden, zelfs met een andere betekenis, hebben beide dichters hetzelfde gevoel naar boven weten te brengen. En poëzie is gevoel.

Ik moet soms lachen als ik mijn vroegere notebooks opensla. De gedichten van toen ik dertien was, durf ik niet meer te lezen. De gedichten van een jaar geleden zijn ook aan bewerking toe. Zelfs in de teksten die ik gisteren schreef, zou ik vandaag nog dingen schrappen en anders verwoorden. Waarom ik schrijf, hoor ik u denken? Omdat in alle gedichten het gevoel voor mij bewaard is gebleven. Ik kan me niet veel van vroeger herinneren, maar als ik een gedicht herlees, weet ik precies hoe ik mij voelde en wat ik wilde zeggen.

Nadenken

Anderzijds is een goed gedicht, voor mij, een gedicht dat de lezer doet nadenken. Een gedicht dat de bedoeling van de schrijver niet onveranderd overbrengt op de lezer. Tussen de witregels van een goed gedicht is er ruimte voor interpretatie, afhankelijk van het verleden, de verlangens en de persoonlijkheid van de lezer zal een goed gedicht ieder op een andere manier raken.

Het is anders dan een blog of een column. Hier is er niet veel ruimte voor interpretatie. Gedachten en ideeën worden op een vaak heldere en directe manier gebracht aan de lezer. De onderhuidse betekenis die een dichter aan zijn werk geeft, zijn meestal de eerste, duidelijke zinnen van een columnist. Al ben ik ervan overtuigd dat een goede column aanzet tot nadenken. Dit is ook het geval bij een gedicht. Bij elke vorm van goed geschreven literatuur is er een motivatie om zelf na te denken.

Poëzie is van iedereen. Poëzie is voor iedereen. Overal en altijd. Daarom geloof ik dat de pen het grootste wapen is. Dit is nog maar eens bewezen na de open brief van Maarten Inghels die zelfs voor een “relletje” kon zorgen. De open brief was niet in dichtvorm, hoewel het heel dichterlijk geschreven is. Toch duidt dat op de invloed die een stadsdichter heeft of zou kunnen hebben. Maarten Inghels belooft ons dat hij geen blad voor de mond zal houden.

Mooi, want dat is ook wat literatuur doet. Spreken en niet zwijgen, zelfs als het zwijgt spreekt het. Het is het enige wapen dat verzoent en niet verschroeit. Het wapen dat heelt en niet breekt. En zelfs in een gedigitaliseerde, veel te snelle wereld hebben we nood aan verloren plekjes rust.

Meest gelezen