"Non, je ne regrette rien" - Aya Sabi

Oktober is voor mij de zachtste maand om tijd te maken en me te wentelen in mezelf, in mijn heilig vertoeven met donkere kaarsen en oplichtende gedachten. Terwijl de aarde zich ontdoet van huid en haar, ze ook in zichzelf kruipt, onder de voorbode van de kou verkruimelt en zich draait in een vormeloze mantel om de komende winter te overleven. Het is het moment om kracht in mezelf te sparen en me te bewapenen voor wat komen gaat. Als de aarde het kan, kan een mens het ook.

Aya Sabi studeert aan de Universiteit Hasselt en blogt om de twee weken voor deredactie.be.

Het was de koudste dertien oktober sinds 1901 toen ik twintig werd. Alsof de herfst, waar ik jaarlijks mijn kracht uitput meteen overging in de winter. Alsof de aarde steeds sneller draaide. Zo zonder waarschuwing opeens een heel seizoen oversloeg. Ik wandelde naar de bushalte en het was opvallend stil voor een ochtend in oktober. Er hing verandering in de lucht. Voor de eerste keer was mijn verjaardag niet zomaar een jaartje ouder worden. De stem in mijn hoofd klonk verwachtingsvol.

De bomen waren niet kaal, de grond was niet bezaaid met geurende bladeren of het vroor al. Zonder dat ik erbij stilstond, was ik een jaartje ouder, was ik een herfst, een winter, een lente, een zomer en weer een halve herfst verder. Ik zat op het koude bankje van de bushalte. Ik wilde niet wachten op de bus, de tijd tellen tot ik mocht instappen. Ik wilde het moment zelf beleven, vasthouden en als een pasgeborene rond mijn armen klemmen. Warmte. Leven is nu en hier.

“Later”, zeggen we vaak. Soms wachten we een leven lang op een bus die nooit arriveert, op een mens die ons de rug keert, op onbeantwoorde liefde, op dromen die zich niet vanzelf waarmaken. Het is altijd het goede moment, de beste omstandigheden om te doen wat gedaan moet worden wat je het liefste doet, het moment om het leven tot de laatste druppel uit te drinken, te proeven van bitter en zoet. Niet te wachten.

Later begint nu

Ooit werd mij gevraagd waar ik bang voor was en op dat moment wist ik niets te antwoorden. Mijn angst was jarenlang om dierbaren te verliezen aan de dood, aan het niets voor de een, het alles voor de ander. Ik was bang dat ik geen kracht zou vinden als zij die mij kracht gaven, me zouden verlaten. Ik weet niet wat het is een mens die je tot mens maakt te verliezen. Vormeloos en gehavend zou ik me voelen in een wereld verlaten door de mensen die meer voor me betekenen dan alle andere mensen bij elkaar.

Maar ik heb ook de angst dat mijn leven me ontglipt, dat de momenten zich zo aan elkaar rafelen tot een leven dat niet tot het uiterste is geleefd, dat niet geproefd heeft van lief en leed, dat te snel voorbij ging, omdat ik wachtte op een later, terwijl het later zich rond mij voltrok. Later begint nu. De toekomst is het moment dat je beslist om door te gaan, om groter te dromen, liever lief te hebben, je wonden te helen en zachter voor je geliefden te zijn. Zachter, ook voor jezelf.

Er hing verwachting in de lucht

De bus arriveerde niet. De bladeren rond mij ritselden, beroerd door de ijzige wind. Ik stak mijn handen dieper in mijn jaszakken. Mijn hete adem tekende zich af als wolkjes in de lucht. Ik wiebelde met mijn benen in de hoop dat ik het warmer kreeg. De angst voor een niet-geleefd leven is dezelfde als de angst voor het verliezen van geliefden. Het is angst voor de sterfelijkheid, vergankelijkheid van onze dagen.

Maar die ochtend hing er verwachting in de lucht. Ik deed een belofte aan mezelf niet meer te wachten. Ik wilde graag lang leven en eindigen als een mens warm van herinneringen, van bussen die arriveerden en vertrokken, mensen die me in hun leven namen en dromen die zich met bloed, zweet en tranen waarmaakten. Ik wilde op een bankje zitten, uitkijkend op mijn leven als een wirwar van gedaantes, gebeurtenissen, gevoelens, gedachten en woordwisselingen. Dat ik dan elke oude dag afsluit met: “Non, je ne regrette rien.”

Meest gelezen