U en ik, vluchteling, wij leven - Aya Sabi

Ooit ontstond het leven tussen de plooien van de lucht en de heuvels van het land, gevoed door water en vurig verlangen te vergeten dat alles wat leeft ooit sterven zal. Ooit ontstond het leven onder golven van zeeën en woelige atomen die botsten en vonkten. Ooit ontstond het leven tussen de vingers van Prometheus en onder de ademtocht van Pallas Athena. Het leven ontstond door toeval en precieze organisatie.

Aya Sabi studeert aan Universiteit Hasselt en blogt.

Voor ieder mens ontstond het anders, maar niemand twijfelt eraan dat het ontstaan is, dat wij mensen – allemaal en zonder uitzondering – leven. Wij gaan onder en met een onmetelijke kracht komen wij boven. Want wij slepen ons door lief en leed, door omgevallen gevoelens en hete herinneringen en allen verlangen we te vergeten dat alles wat leeft ooit sterven zal. We gaan door. Tot in het oneindige rapen we onze stukjes hart en ziel op en puzzelen we ons in elkaar, stappen we over donkere dagen en dompelen we ons in licht en lucht, in water en vuur. Want morgen – fluisteren we onszelf toe – zal alles mooier zijn dan vandaag.

Onder onze voeten draait dezelfde aarde die rond en zonder grenzen iedere dag een nieuwe zon baart. Dat elke ochtend lichter dan de nacht mag zijn. Boven onze hoofden schiet dezelfde lucht en in de verte smelt een rode horizon zich om tot een begin zonder einde, tot een schitterend heelal dat ons toedekt en in ons verhalen vertelt over duizenden nachten en duizend en één dagen, over wat gebeurd is en wat komen zal en het sust ons in slaap, dat geweldig groot luchtruim. Het zegt ons: morgen zal alles mooier zijn dan vandaag.

Toch ontwaakt de mensheid soms terwijl zij niet ontwaken wil

Zo ontwaakten er mannen, vrouwen en kinderen tijdens een ochtend, donkerder dan de donkerste nacht en vertrokken, want niemand zou de slaap nog vatten terwijl de hemel flitsend dichterbij komt en als een vuur valt op de mensen voor wie je liefde voelt als een helse pijn. Hoe moeilijk is het vast te houden aan een innerlijke vrede, u te onthouden van een innerlijke oorlog, terwijl rondom u alles strijdt voor een eeuwigdurende leegte? Een winnaar zonder eer. Een einde zonder bestemming. Een verdringing van alle herinneringen aan een oorlog die tot nergens leidde, maar alles verwoestte. En de rest zwijgt. De internationale gemeenschap bijt op haar lippen en laat Assad en IS van het Midden-Oosten een bitter slagveld maken.

Maar het deert niet, want de mensen vertrekken naar waar de ochtenden misschien geleidelijk aan lichter zouden worden. Het deert niet dat hun zand bloedt, hun rivieren wenen en alles wat hun eerst maakte, gebroken wordt. Het deert niet want lang voor het zwart de nacht maakte, begon hier de geschiedenis, weerklonk de taal en leefde de mensheid. Dichten deden zij in Damascus tot de hemel hen hoorde.

De mensheid leeft

Tijdens donker nachten. Tijdens lichte dagen en we maken de donkerte lichter voor elkaar en soms maken we de lichtheid donkerder, maar altijd leven we en daarin zijn we samen, voelen we elkaar, begrijpen we hoe het leven ons soms tussen gemoedstoestanden en situaties slingert, tussen donkerte en lichtheid.

We zijn niet in oorlog, maar de oorlog is dichtbij en haar slachtoffers komen strompelend onze kant op, waar Europa (en de rest van de wereld) niet haar verantwoordelijkheid opneemt, hebben wij, de gewone Europeaan, ons verenigd om onbetaalbare warmte te schenken aan zij die zijn laten vallen door het leven. Wij staan klaar om met man en macht de menselijkheid terug leven in te blazen.

Laten we rond elkaars harten een hand van liefde en warmte zijn. Laten we rond elkaars ochtenden een vlecht van zoetzoute herinneringen maken om te lachen, om elkaars bitterzoete tranen te drogen en elkaars dagen te dragen. Er zijn. Er gewoon zijn. Om te luisteren en te spreken.

Meest gelezen