Straffe Hendrik - Jürgen Mettepenningen

Ook al was ik tijdens de kerstvakantie de hele tijd bij de kinderen, op toilet leek het wel of ik in een rusthuis was. Vooraleer u onjuiste gedachten gaat krijgen: in mijn kleinste kamertje ligt het boek van Hendrik Groen, een Nederlander van in de tachtig die op 1 januari 2013 een dagboek begon. Op de kaft heet het wat aanstellerig ‘het geheime dagboek van Hendrik Groen’, maar de man zelf stelt zich niet aan. Hij stelt de lezer zichzelf voor, en samen met hem het leven van mensen in een ouderlingentehuis. Ergens heeft lectuur van het dagboek iets van een geschreven versie van ‘Thuis’: een soapserie die zich op een bijzondere plaats afspeelt, met hoofdpersonen van gezegende leeftijd. Mensen zoals meter Paula.

Jürgen Mettepenningen is theoloog.

Op bezoek bij meter Paula

Sinds Paula, de inmiddels 90-jarige grootmoeder van mijn echtgenote, in een rust- en verzorgingstehuis verblijft, komt de familie op 1 januari daar samen om het nieuwe jaar aan te vatten met een glas en een tas. Zo ook eergisteren.

Voorbij zijn de bourgondische maaltijden van weleer ten huize Paula. Een zoutkoekje en een sandwich nu. De eenvoud brengt echter tot de essentie: het gaat er om familie te ontmoeten en elkaar het beste te wensen. Maar wat wens je een dame van 90, die in groeiende mate afhankelijk is en waarover een familie zich zorgen maakt? Een gezondheid die naar omstandigheden zo goed mogelijk is, daar komt het dan op neer.

Meter werd in een rolstoel van haar kamer gereden naar het zaaltje, en na het aperitief met nieuwjaarsbrieven volgde de terugrit. Er werd haar telkens twintig euro in de handen gestopt die ze aan elk van de flinke jeugdige lezers gaf. Ze zag dat de familie samenkwam, wat voor een mater familias het voornaamste is. Onbetaalbaar. En toch vermoed ik de traan in haar bed nadien.

Het dorp van Omanido

Na het bezoek aan het rustoord dacht ik aan Hendrik Groen. Die geeft in zijn boek inzicht in ieders manier om de eenzaamheid te bevechten. Waar buiten het tehuis mensen zich ergeren aan tijdverlies, zoals in de file, daar hebben de bewoners van het tehuis meestal alle tijd, maar staat er voor hun deur geen file van mensen om tijd te maken voor hen…

Om de tijd aangenamer te maken en de eenzaamheid te breken richt Hendrik Groen samen met enkele medebewoners de groep ‘Omanido’ op: Oud-maar-niet-dood. Het resultaat is vooral dat ze op verhaal kunnen komen bij elkaar.

Tegelijk toont Groen dat humor van groot belang is om in het leven overeind te blijven staan en gelukkig te zijn. In een ouderlingentehuis krijgt die humor een apart randje. Groen kruidt zijn boek zelf met humor. Zo vertelt hij bijvoorbeeld hoe zijn medebewoners zich druk kunnen maken over het speculaasje bij de koffie terwijl ze toch allemaal de oorlog hebben meegemaakt. De maaltijden in de eetzaal vormen de hoeksteen van de dagstructuur, maar ook van de sociale contacten, met of zonder speculaasje.

In het dorp dat een ouderlingentehuis toch wel is, heeft niemand zelf gekozen met wie men nu onder één dak samenleeft. Door ongeveer dezelfde situatie – leeftijd en ongemakken – is men op dezelfde plaats beland. Dat hoeft heus niet treurig te zijn – het is een zegen dat er collega-ouderen en ouderlingentehuizen zijn! En er bestaat ook zoiets als vreugde in een ouderlingentehuis, plus verlangens naar vriendschap, tederheid en verbondenheid. Af en toe komen de kernvragen rond leven en dood ook aan bod.

Waardig leven

De dood is in een bejaardentehuis nooit ver weg. Dat komt door het aantal overlijdens daar, maar ook door wat de mensen er zelf denken. Ze hebben alvast tijd om te piekeren…

Ook al leven bij Hendrik Groen vragen omtrent een menswaardig levenseinde, het boek toont dat de dood bij het leven hoort en dat de nadruk niet in de eerste plaats ligt op een menswaardig levenseinde maar op een menswaardig leven. Zorgbehoevendheid en menswaardigheid hoeven niet tegenover elkaar te staan. Daarvoor moeten we durven te denken voorbij de grens van wederkerige baten en van economisch potentieel en productiviteit, zonder ook in dat denken rigide te worden.

Van oud naar nieuw

Het leven is wat het is. En toch. Door de ramen van een ouderlingentehuis kijkt men naar een wereld die steeds verder van de bewoners wegloopt, die hen voorbijraast en die van hen niet meer opkijkt. Geprezen zijn de vele familieleden, kennissen, verzorgers en vrijwilligers die na 1 januari tijd maken voor hen. Gelukkig nieuwjaar, speciaal voor hen!

Meest gelezen