Denkpatroonsfeest - Jürgen Mettepenningen

Maandag viert de KU Leuven zijn jaarlijks patroonsfeest. Maar wie is dan die patroon? Gevraagd aan vijfhonderd mensen in de straat klonk het meest gehoorde antwoord met een straatlengte voorsprong: Rik Torfs. In ons ontkerkelijkte landschap is het verschil tussen de patroon en de patron verworden tot een vraag voor de betere kwisser. Weten dat Maria, de moeder van Jezus, de patrones of beschermheilige is van de universiteit, is geen parate kennis meer. Dat Rik Torfs de patron is, is dan weer onontwijkbare parate kennis.

Verdere punten van verschil tussen Maria en Torfs, twee personen met wie ik het goed stel, zouden ons hier te ver voeren. Ik stel hier enkel vast dat velen niet meer weten waarom er morgen geen colleges georganiseerd worden in Leuven. Ach, het is zoals met vele feestdagen waarvan men niet meer weet waarom men verlof heeft. En net zoals in Leuven zal de meerderheid van die verlofgenieters morgenvoormiddag niet in de mis aanwezig zijn. Geen gezaag daarover. Welgemeend, laat het feest zijn!

Doctoreren

Zeven jaar geleden verdedigde ik mijn doctoraat aan de KU Leuven. Drie dagen na het patroonsfeest. Mijn vrouw zat hoogzwanger op de eerste rij. Mijn ouders zaten daarnaast, zwanger van stress. Toen het enkele weken voordien, bij de planning van de plechtigheid, ging over de locatie, had ik één wens: in de proclamatiezaal van de universiteitshallen. Een plaats met het parfum van geschiedenis en traditie. Kortom, een uitgelezen plaats om te promoveren op een kerkhistorisch thema.

Als enige in de familie die aan de universiteit heeft gestudeerd, mocht het wel wat zijn. Bovendien ben ik tegen de devaluatie van de waarde van een doctoraat. Wie het genoegen heeft gehad om wijlen Jan Roegiers over doctoraatsverdedigingen bezig te horen, die blijkbaar ooit telkens een driedaagse van zittingen en vieringen waren, beseft dat een doctoraat vandaag niet op twee uur tijd, tussen twee andere agendapunten door, zou mogen worden afgehaspeld… Mijn doctoraat werd gevierd! Geen driedaagse weliswaar, maar toch. In de familie, werkkring en verschillende keren op een terras met de naaste collega’s… Doctoreren doe je inderdaad niet alleen en vereist de nodige nazorg, liquide middelen incluis. Maar de universiteit is meer dan een kennis-, diploma- en doctoraatsfabriek.

Wijsheid

Ik geef toe, soms leerde ik meer in taverne ‘De Werf’, op het Hogeschoolplein, dan tijdens de colleges aan de overkant van de straat. Langs de andere kant kon ik niet tot die wijsheid komen zonder de kennis die me tijdens die colleges werd meegegeven. In ‘De Werf’ gebeurde inderdaad de verwerking, de vertering van de leerstof: samen met anderen nadenken, debatteren, tot inzicht komen. Natuurlijk gebeurde dat ook buiten ‘De Werf’, maar toch.

Gesprek leidt alleszins tot inzicht. En wie zich afsluit van de dialoog, gooit de toegangspoort tot wijsheid dicht. In die zin is de universitaire opleiding een totaalgebeuren, geen nine-to-five-job, zelfs niet iets dat je als universiteit helemaal kan organiseren en controleren. Gelukkig maar. En toch is het aanbod enorm! Hoeveel lezingen vinden er immers niet plaats die de ogen openen voor een ander perspectief om de werkelijkheid te bekijken? En wat bieden faculteitskringen niet om aan de universiteitstijd het karakter te geven van een algemeen-vormend gebeuren?! Voor mij was het zelfs zo verregaand, dat ik in Leuven mijn echtgenote heb leren kennen. De universiteit als huwelijksbureau, ook dat. En zo leverde de universiteitsperiode mijn partner aan, mijn grootste bron en tevens meest kritische toetssteen van wijsheid. Vrouwen en de universiteit, een verhaal apart. Zo ook met Maria.

Sedes Sapientiae

Maria wordt in Leuven traditioneel voorgesteld als ‘sedes sapientiae’, zetel der wijsheid. Met Jezus op de schoot. De eerste wereldoorlog heeft dat vredig tafereel danig verstoord: het beeld werd vernield. En dat terwijl Maria toen nog geen eeuw de officiële patrones was van de universiteit (van de oprichting van de universiteit in 1425 tot de Franse Revolutie was dat eerder Sint-Pieter, sinds de heroprichting van de universiteit in 1834 trok men voluit de kaart van Maria). Een replica werd vervaardigd. Maar de patrones zelf stond boven het dynamiet en de dynamiek van de logica van vernieling en replica.

Wat kan Maria betekenen voor een universiteit en voor de samenleving tout court? Op grond van wat we over haar weten, denk ik dat ze mensen inspireert tot luisteren naar elkaar zonder tegelijk te popelen om de eigen mening te zeggen. Voorts spoort ze aan om niet zichzelf centraal te plaatsen, maar anderen, ten dienste van die anderen. In tijden van prestatie- en publicatiedruk aan universiteiten is dat bijvoorbeeld niet vanzelfsprekend: er wordt te veel geschreven met het oog op aanvulling van het eigen dossier. Ik denk verder dat Maria aanzet tot volharding en onderscheidingsvermogen, waarbij ook (zelf)relativering van belang is, hoe belangrijk het werk ook is. Kortom, ik denk dat zij een welgekomen inspiratiebron kan zijn, zonder daarbij zeemzoeterig te hoeven worden. Conclusie: volgens mij inspireert ze tot wijsheid, waar vandaag in samenleving en universiteit zoveel nood aan is.

Maria als denkpatroon en uitdagende figuur om als universiteit en samenleving meer authentiek te worden. Een thema voor een doctoraat? Misschien meer iets voor in ‘De Werf’…


(Jürgen Mettepenningen is theoloog)

Meest gelezen