Casper versus Khomeini - Johan Braeckman

Het was een veel te klein berichtje in de kranten deze week: in Bangladesh vermoordden islamitische fundamentalisten opnieuw een blogger, Ananta Bijoy Das. Het is reeds de derde blogger dit jaar die wordt geëxecuteerd omwille van zijn inzet voor humanistische en seculiere waarden. Das schreef over het belang van wetenschap en mensenrechten, was hoofdredacteur van het tijdschrift Jukti, wat logica betekent, en steunde andere bloggers en schrijvers, waaronder Taslima Nasreen, die het aandurfden om in Bangladesh religieuze dogma’s in vraag te stellen. Net zoals de twee andere vermoorde bloggers, Avijit Roy en Washiqur Rahman, was Das een atheïst.

Vermoord met de goedkeuring van god

Het lijkt bijna ongelooflijk dat iemand in onze tijd nog van mening kan zijn dat iemand die niet in Osiris, Wodan, Zeus, Allah, Elohim of welke godheid dan ook wenst te geloven, dat met de dood moet bekopen. De moordenaars van Ananta Bijoy Das zijn er niet alleen zeker van dat de god waarmee zij toevallig zijn opgegroeid echt bestaat, dit in tegenstelling tot de duizenden andere goden die de mens ooit bedacht. Ze zijn er bovendien van overtuigd dat die god het goedkeurt dat ze een mens met machetes om het leven brengen. Wellicht denken ze zelfs dat die god dat van hen verlangt en hen ervoor zal belonen.

"Atheofobie" wordt miskend

Nog ongelooflijker is dat in minstens dertien landen, waaronder Iran, Nigeria, Pakistan en Sudan, atheïsme een “officiële” reden is waarvoor men de doodstraf kan krijgen. Als atheïsten in die landen oorspronkelijk moslim waren, dan zijn het vanuit islamitisch perspectief apostaten, waarop sowieso de doodstraf staat. Als men de doodstraf niet effectief uitvoert, worden atheïsten vaak opgesloten, vervolgd en op allerlei manieren gediscrimineerd. Zo kunnen bijvoorbeeld in Algerije atheïsten en agnosten niet met een moslima trouwen en is het verboden een erfenis aan hen te schenken.

Maar ook in sterk christelijke landen hebben atheïsten het moeilijk. Zelfs in de Verenigde Staten zijn er nog altijd wettelijk ingebakken vormen van discriminatie. Atheïsten kunnen in meerdere staten, waaronder Arkansas, North Carolina en Texas in principe geen officieel ambt uitoefenen, noch optreden als getuige in een rechtszaak. Ongelovigen worden in de Verenigde Staten, zoals in vele andere landen, door de meerderheid van de bevolking als onbetrouwbaar beschouwd. Uit onderzoek blijkt dat het momenteel volslagen ondenkbaar is dat een atheïst president van de V.S. zou worden.

Zoveel is duidelijk: atheofobie, de afkeer van atheïsme en van ongelovigen, is even reëel als pakweg antisemitisme en islamofobie, maar wordt veel minder erkend. Zelfs het begrip is nauwelijks bekend, al is het onmiskenbaar zo dat het in meerdere landen levensgevaarlijk is om ongelovig te zijn en er voor uit te komen. In landen waar één religie dominant is, zelfs in democratische en in principe geseculariseerde landen, bijvoorbeeld de Verenigde Staten en Turkije, geldt dat atheïsten, agnosten en vrijdenkers soms zwaar onder vuur liggen. Terloops, dat hebben ze vaak gemeen met gelovigen die toevallig regionaal tot een minderheidsreligie behoren. Alleen al daarom is secularisme een goed idee, zowel voor gelovigen als ongelovigen.

Zelfcensuur

Toch ben ik, tenminste voor wat de situatie op lange termijn betreft, optimistisch. Wie zich beroept op geweld om een ander de mond te snoeren, beschikt meer dan waarschijnlijk niet over de beste argumenten. Wat is de intellectuele kracht van een religie, of althans van een bepaalde interpretatie ervan, als men de gelovigen oproept om schrijvers, cartoonisten of bloggers te vermoorden? Als een religieuze overtuiging op niets anders kan terugvallen om kritische stemmen te weerstaan dan op het brute recht van de sterkste, ontmaskert ze dan niet zichzelf?

Toegegeven, het werkt natuurlijk, toch voor een tijdje. Sedert de hallucinante oproep in 1989 van Ruhollah Khomeini om Salman Rushdie te vermoorden, doen wereldwijd ontelbaar veel schrijvers, intellectuelen, comedians, cartoonisten, enzovoort aan zelfcensuur. De vele aanslagen die sindsdien op cartoonisten, schrijvers, mensenrechtenactivisten en bloggers zijn gepleegd, versterkten uiteraard dat proces.

Maar uiteindelijk, ondanks de doden, gaat het hier slechts om Pyrrusoverwinningen. Telkens ik, helaas veel te vaak, lees over een religieus gemotiveerde aanslag op een schrijver of cartoonist denk ik aan Moe, de pestkop uit Bill Wattersons onvolprezen stripreeks Casper & Hobbes. Als Moe het pad kruist van Casper, perst hij hem af, besteelt hem of slaat hem in elkaar. Moe wint, in een zekere zin. Maar zou er ook maar één lezer zijn die zich met Moe identificeert? Hoe onvergelijkbaar veel aantrekkelijker is het om Casper te zijn. Casper is alles wat Moe niet is: hij is rebels, speels, grappig, slim en creatief. Moe is uitsluitend dom en agressief. Casper is een vrije geest.

De vrijdenkende bloggers in Bangladesh liepen Moe tegen het lijf en het werd hun dood. Maar ze vertegenwoordigden Caspers geest en die verdwijnt niet samen met hen. Integendeel, hij springt steeds sneller van het ene brein naar het andere. In de allerlaatste strip zegt Casper aan Hobbes, zijn onafscheidelijke tijgervriend: “It’s a magical world, Hobbes… Let’s go exploring!” Noch Khomeini, noch Moe krijgt die vrijdenkersspirit onder de knoet.

 

(Johan Braeckman is filosoof aan de UGent.)

Meest gelezen