2017: Een jaar van vrede of oorlog? - Rudi Vranckx

Er is één grote vraag waar we allicht allemaal wakker van liggen: Als het over vrede gaat, wat moeten we dan onthouden van '16 om '17 te begrijpen? Deel 3 in onze reeks: Rudi Vranckx heeft uiteraard geen glazen bol, maar wel veel ervaring. "Ik vrees ervoor. Uiteindelijk zal één man dit mee bepalen".
analyse
Analyse

Rudi Vranckx is journalist bij VRT Nieuws, gespecialiseerd in conflictjournalistiek.

La grande disordine. De grote knoeiboel. Dat blokletterde het Italiaanse magazine L’Espresso deze zomer schreeuwerig op een van zijn voorpagina’s. Over de estate orribile ging dat stuk, de horrorzomer. Nu, een maand of vijf later, zou dezelfde titel evengoed het eindejaarsoverzicht kunnen aankondigen… of het jaar dat eraan komt.

We hebben het gevoeld hier in Europa: de coalitie mag dan wel aan de winnende hand zijn in de militaire oorlog tegen IS, de strijd is het voorbije jaar verveld en het geopolitieke schaakspel, voorheen in de marge, heeft zijn plaats in de schijnwerpers opgeëist.

Corruptie blijkt onuitroeibaar. De ene dictator volgt de andere op. En het sektarische partijtje armworstelen tussen het sjiitische Iran en het soennitische Saoedi-Arabië is verworden tot een houdgreep die de hele regio verlamt. Stuk voor stuk maken ze de oorlog tegen IS complexer dan hij al was.

Brand in de schaduw van het "kalifaat"

En IS zelf, dat maakte in 2016 van de chaos gebruik om van tactiek te veranderen. Naarmate het “kalifaat” en daarmee ook de pretentie van een staat afbrokkelde, verwerd IS steeds meer tot een ordinaire terreurbeweging die de kop opsteekt waar staten falen en de chaos regeert.

En zulke plekken waar jihadi-terreur gedijt, zijn er jammer genoeg bij overvloed. Neem het nog steeds versplinterde Libië of de Egyptische Sinaï-woestijn. Denk aan het Nigeria van Boko Haram.

Of doe maar meteen de grotere Noord-Afrikaanse regio, geteisterd door terreur en schurkenbendes. En wat te denken van Turkije, de machtige zieke man van de regio? Wie nog verder uitzoomt, zal sinds dit jaar zelfs sporen van IS vinden in Bangladesh, de Filipijnen en Indonesië.

Tot in Azië toe zijn het hoogdagen voor splintergroepjes van gemarginaliseerden die in het “kalifaat” een grootsere toekomst zien dan die waar ze voor in de wieg gelegd zijn, en zich trots aan IS verbinden. Zelfs als dat grauwe rijk alweer uiteenvalt nog voor het zijn utopische belofte waargemaakt heeft.

Het is een slingerbeweging: tegenover elk stuk territorium dat IS dit jaar heeft prijsgegeven, stond een bloedige aanslag. Wij, in het Westen, denken daarbij dan natuurlijk meteen aan Brussel of Berlijn, maar in de schaduw van het “kalifaat” brandden in het Midden-Oosten nog veel meer steden: Bagdad, Beiroet, Fallujah, Istanbul… de lijst is eindeloos.

Vlammen kan je blussen, maar chaos en religieuze spanningen laten zich veel minder makkelijk bestrijden. En zo creëert IS zijn eigen voedingsbodem in voor de terreurgroep barre tijden.

“Zelfs al verliezen we Raqqa of Sirte, we zullen nooit verslagen worden. Want verslagen worden, dat is de wil verliezen om te vechten.”

In september, vier maanden na deze strijdvaardige woorden, werd de nummer twee van IS gedood. Abu Muhammad Al-Adnani vond dat er geen onschuldigen zijn in de landen van de kruisvaarders.

En als het niet lukt om een groot doelwit te treffen, richt je dan op soft targets, droeg hij IS-sympathisanten over de hele wereld op. Val de ongelovigen aan met messen, bijlen… of vrachtwagens, zoals het novembernummer van het IS-propagandamagazine Rumiyah voorschreef.

De aanslag op de boulevard in Nice was toen het grote voorbeeld. Een maand na publicatie zou die navolging krijgen op een kerstmarkt in Berlijn.

De dader was maar een van de IS-sympathisanten die zich in 2016 over de wereld verspreid hebben. Terwijl er nog enkele duizenden strijders de laatste morzels grond verdedigen op de slagvelden in Irak en Syrië – sneuvelen zùllen ze, met die bedoeling zijn ze immers vaak naar het “kalifaat” afgereisd – trekken anderen verder naar andere regio’s waar chaos heerst. Of ze keren terug naar huis.

Alleen al in Europa zijn het er zo’n 500 tot 2.500.

In het beste geval zijn ze ontgoocheld en hebben ze hun jihadistische ideologieën afgezworen. In het slechtste geval zaaien ze nieuwe kiemen van radicalisering, net zoals dat in de jaren tachtig en negentig gebeurd is.

Ze brengen de tactieken van de oorlog met zich mee naar huis, de autobommen, de kidnappings en de afpersing. Of ze gaan met automatische geweren, zelfgemaakte bommengordels, messen en trucks de massa te lijf.

Cyberwolven en ...

De oorlog verplaatst zich ook naar het internet. Virtueel, maar daarom niet minder reëel. In Frankrijk werd een politiekoppel en een priester vermoord, en mislukte een aanslag met gasflessen in de buurt van de Notre-Dame.

Elk van de daders was via message-apps als Telegram en Whatsapp aangespoord en gecoacht in de voorbereiding van z’n daad. Figuren als de Fransman Rachid Kassim, een internetheld in het jihadistische milieu, ronselen would-be-terroristen die lonewolf-aanslagen willen plegen.

... slapende cellen

Die ronselaars en hun lone wolves zijn één poot van de terreurstrategie van IS. De andere poot zijn de terreurnetwerken die vanuit het “kalifaat” naar Europa gestuurd worden – het soort van slapende cellen dat de aanslagen in Parijs en Brussel voor zijn rekening nam.

Hoeveel cellen er zo nog actief zijn, zelfs nadat er dit jaar verschillende zijn opgerold? Niemand die het echt weet.

En waarom zou IS zijn cyberpotentieel niet nog verder ontwikkelen? Propaganda en rekrutering hebben ze onder de knie, maar niets sluit uit dat de IS-whizzkids binnenkort ook cyberaanslagen uitvoeren. Trein- en luchtverkeer, energiecentrales… doelwitten genoeg.

De VS blijven intussen vooral oorlog voeren met het fysieke “kalifaat”, eerder dan met de cyberbeweging. En, het moet gezegd, met resultaat, want onder Obama hebben drones een resem IS-toppers uitgeschakeld.

Lees verder onder de foto.

De inzet van de strijd is intussen blijven groeien, en daarmee ook de Amerikaanse betrokkenheid. Niet dat Obama tienduizenden boots on the ground zette, want dat beeld wilde hij koste wat het kost vermijden. Nee, telkens opnieuw werden een paar honderden krachten extra in de strijd geworpen, minutieus uitgekozen en gepositioneerd op strategische plekken, als adviseurs en trainers bijvoorbeeld van de bonte coalitie die aan het front rechtstreeks de strijd aanbindt met IS.

Daarmee loert ook het gevaar van mission creep om de hoek: een strijd die groter en groter wordt dan initieel de bedoeling was, tot de boel finaal uit de hand loopt.

Net dat wil Obama’s opvolger Trump vermijden. Hoe de oorlog tegen IS er onder hem zal uitzien? Niemand die het echt weet. America first is zijn leuze, op economisch vlak, maar ook wat terreurbestrijding betreft.

Houdt hij woord, dan zal hij IS en de Syrische Al Qaeda-spin-off Al-Nusra proberen te verpletteren, en de Russen en de dictators die de regio naar hun hand proberen zetten, verder vrij spel geven. Zo’n tactiek van eenentwintigste-eeuws isolationisme zou op de korte termijn dan wel kunnen werken, maar biedt op de langere termijn geen oplossing.

Het zou alleszins een stevige trendbreuk zijn met Obama, de president van het leading from behind die vanop de achterbank de oorlog zou dirigeren. De president ook die verwacht had dat Europa, en de Arabische landen in de eerste plaats, veel meer hun verantwoordelijkheid zouden nemen aan het stuur. Maar die tactiek is mislukt.

De toekomst van het Midden-Oosten, oorlog of vrede, wordt nu bepaald door een nieuwe as die zich aan het vormen is tussen Rusland, Iran en Turkije.

Elk machtsvacuüm wordt tenslotte opgevuld. In het vacuüm dat ook Trumps isolationisme mogelijk zal creëren, zal Europa een leidersrol moeten opnemen. Economisch én militair. Maar of het, zelf zo verdeeld, daar ook in zal slagen?

In de regering van de nieuwe Amerikaanse president zullen drie à vier generaals die de veiligheids- en militaire portefeuilles toegewezen gekregen hebben, een antwoord moeten formuleren op de uitdagingen die de VS nog wachten in de oorlog tegen IS. Stuk voor stuk hebben die generaals ervaring opgedaan in de oorlogen die de voorbije 15 jaar bepaald hebben, Irak en Afghanistan.

Ze móéten daar wel lessen uit hebben getrokken, al blijft de vraag welke dat dan wel zijn. Stuk voor stuk zijn het immers mannen die de zo delicatie mix van diplomatie en militair ingrijpen samenvatten in één zin:

“Praat zacht maar breng een dikke stok mee.”

En eerlijk is eerlijk: de Irak-oorlog, de voedingsbodem van IS, is er niet gekomen door blunderende militairen, maar door blunderende politici die hun wensen voor werkelijkheid genomen hebben.

Wordt 2017, nog meer dan 2016, het jaar van la grande disordine? Een jaar van wanorde op mondiale schaal? Ik vrees ervoor. Maar of het ook zover komt, dat zal die nieuwkomer mee bepalen. Trump, de president van het twittertijdperk.

Morgen: Eén van de beelden die we zullen onthouden van 2016 zijn stappende vluchtelingen die aan de Europese grenzen stranden of in onze zeeën verdrinken. Collega Bert De Vroey zoekt uit wat we moeten onthouden van '16 om de te verwachten vluchtelingenstromen van '17 te begrijpen.

Meest gelezen