Afrekenen met een duister verleden - Tim Trachet

In Amerika woedt een felle discussie over het verwijderen van standbeelden die verwijzen naar de vroegere verdedigers van de slavernij. Als gevolg beginnen de oude en nieuwe media hier een dergelijk debat, waarbij dan ook controversiële straatnamen aan bod komen. Dingen die, zo schreef een krant, “verwijzen naar een duister verleden”.
analyse
Analyse

Tim Trachet is medewerker bij VRT Nieuws en betrokken bij de herdenkingen van de Eerste Wereldoorlog.

De reden voor dit debat ligt meer in de komkommertijd dan in een dringende noodzaak. Vaak gaat het om discussies die al jaren aanslepen.

Naast alle praktische bezwaren die zo’n naamsverandering meebrengt, zijn er ook emotionele. Je verandert niet zomaar een naam die altijd of zeer lang bestaan heeft. Het heeft ook iets opdringerigs. Het doet aan censuur denken. Hetzelfde geldt voor het weghalen ven standbeelden. Het weghalen van een vertrouwd beeld dat er al lang is, heeft iets van vandalisme. De term “vandalisme” is trouwens ontstaan in de Franse Revolutie, toen heel wat heiligenbeelden werden vernield.

Charles Woestelaan

Ik woon in een gemeente waar een Charles Woestelaan ligt. Toen de film Daens van Stijn Coninckx uitkwam, waren er mensen die zich afvroegen of die straatnaam nog kon blijven.

Want de conservatief-katholieke staatsman Charles Woeste is in de film de grote slechterik, de vijand van Daens. Toch is die straatnaam gebleven, en de meesten zijn daar blij mee.

Niet uit sympathie voor Woeste, maar wel omdat hij een belangrijk en interessant figuur was in onze geschiedenis, aan wie zeker herinnerd mag worden. En vooral omdat de Woestelaan altijd de Woestelaan is geweest.

Politieke profileringsdrang

Sommige voorstellen tot naamsverandering zijn het gevolg van politieke profileringsdrang. Om een extreem voorbeeld te geven: in 1997 stelde het toenmalige Vlaams Blok voor dat de Generaal Drubbelstraat in Antwerpen zou worden omgedoopt in Ward Hermansstraat.

Drubbel was een generaal uit de Eerste Wereldoorlog en zou volgens de indieners een Vlamingenhater zijn geweest en aldus “vele Vlamingen” de dood hebben ingestuurd. Dat een Belgische generaal bewust mensen de dood heeft ingestuurd omdat ze Vlaming waren, is historische onzin, maar bovendien was het alternatief Ward Hermans, een overtuigde Vlaming, tijdens een volgende oorlog lid van de SS.

Discussie over naamsverandering

Zelfs al zijn de meeste voorstellen niet zo betwistbaar, toch kunnen burgers zich afvragen of politici niets beters te doen hebben. Het veranderen van straatnaam is letterlijk goedkoper dan het onderhouden van straten.

Een discussie over naamsverandering zou met de nodige sereniteit moeten worden gevoerd, om te beletten dat ze een symbolische lynchpartij zou worden. Het is misschien jammer dat er geen vaste afgesproken procedure bestaat om het nut van straatnamen op geregelde tijden – zeg maar om de vijftig jaar – te herzien, want behalve politiek incorrecte straatnamen zijn er ook die irrelevant, onjuist of belachelijk zijn. Maar telkens opnieuw blijft dat de bewoners van de straat zich daartegen verzetten. Om heel begrijpelijke redenen.

Betwistbare motivatie

De voornaamste vraag is natuurlijk hoe ver je moet gaan. Hoe ver reikt het “duister verleden”?

Het meest bekende voorbeeld is het Maarschalk Fochplein in Leuven, dat in 2011 werd omgedoopt in Rector De Somerplein. De Franse maarschalk Foch, zo heette het, was een van die generaals van de Eerste Wereldoorlog, een die miljoenen doden op zijn geweten had. Een nogal betwistbare motivatie. Niet toevallig is Foch zowat de meest bejubelde generaal van de twintigste eeuw, naar wie in de hele wereld straten zijn genoemd. Zelfs een berg draagt zijn naam.

Er zijn veel ergere figuren die in straatnamen worden herinnerd. Heeft Brugge geen Karel de Stoutelaan? Diezelfde Karel de Stoute (foto) die Dinant verwoestte en de inwoners in de Maas wierp? En hoeveel straten zijn er naar Keizer Karel genoemd? Die heeft ook veel oorlogen gevoerd, en bovendien protestanten doen verbranden. En wat te denken van een Julius Caesarlaan (in Brussel is er een) als men beseft dat de Romeinse legioenen van Caesar wellicht een miljoen inwoners van Gallië hebben gedood of als slaven weggevoerd?

Niet wreedaardiger dan andere

En het standbeeld van Godfried van Bouillon (foto) op het Brusselse Koningsplein? De man onder wiens leiding de kruisvaarders de bevolking van Jeruzalem hebben afgeslacht.

Die figuren hebben zeker een minder prettige kant. Maar is dat een reden om ze weg te zuiveren? De ellende die ze hebben veroorzaakt is al lang vergeten. Bovendien moeten hun daden gezien worden in de historische context waarin ze leefden. Julius Caesar en Godfried van Bouillon waren niet wreedaardiger dan de andere veldheren van hun tijd.

Zinvolle discussie

Dat betekent niet dat er geen vragen kunnen worden gesteld bij de redenen waarom sommige straatnamen zijn toegekend. De burgemeester van Zoersel beweert dat de naamgeving van de Cyriel Verschaevestraat in zijn gemeente gegeven is “in een tijdsgeest. In de jaren 80 heeft de hele wijk straatnamen gekregen van schrijvers. Er zijn nog bekende auteurs die een tijd gelinkt geweest zijn aan collaboratie of een slecht verleden".

Een vreemde bewering. In de jaren 80 wist men perfect waar Verschaeve voor stond en wat hij gedaan had. Bovendien is Verschaeve geen bekende schrijver – zijn werk is zo goed als onleesbaar en hij wordt ook niet meer gelezen – dus zal dat wel niet de ware reden zijn. Was het de “tijdsgeest?” In 1974 werd onder grote belangstelling op Verschaeves geboortehuis in Ardooie een gedenkplaat aangebracht voor “Vlaanderens grootste dichter en denker”. Het staat er nog steeds!

Vlaanderen heeft nog lange tijd moeite gehad met zijn eigen verleden. De discussie over de Verschaevestraten toont dat dit veranderd is.

Meest gelezen