Copyright 2017 The Associated Press. All rights reserved.

"Trump heeft gelijk. Journalisten leven in een getto"

Björn Soenens woont al ruim een half jaar als correspondent in de VS. Hij ziet en hoort veel. En trekt besluiten. Ook over journalisten en dus zichzelf. "Journalisten leven in een soort getto. Het getto van de elite. Waar mensen wakker van liggen, de kloof, dat hebben we niet gebracht".
analyse
Analyse
Copyright 2017 The Associated Press. All rights reserved.

Björn Soenens is Amerikacorrespondent voor VRT NWS. Hij woont in Brooklyn, New York.

Donald Trump roept en tiert, schoffeert en daagt uit. This is Donald. Dat is zijn stijl. Hij heeft altijd zo gewerkt. Voor Trump is dat de gewone, dagelijkse kost. Voor wie ernaar kijkt, blijft het verbazen en schokken. Donald Trump is de prins van de chaos. Zijn devies: “Attack, attack, attack!” Donald Trump gebruikt het als oorlogstechniek: hij creëert zelf de chaos, biedt er vervolgens weerstand aan, en komt daarna als overwinnaar uit de bus.

Donald Trump heeft al vele crisissen overleefd. Hij kruipt altijd recht. Trump redeneert als volgt: of je gedraagt je als de ‘toughest, meanest piece of shit in the world’ (zijn woorden!), of je kruipt weg in een hoekje, waar je een plas huilt, je vinger in je mond steekt en vraagt om naar huis te mogen. Trump weet welke optie hij verkiest.

Chaos creëert drama. Drama krijgt hopen aandacht, doet veel inkt vloeien, krijgt veel antennetijd op radio en tv, en veel buzz op het internet. Eerst zelf veel wind maken, jezelf daarna opwerpen als de enige die de chaos de baas kan. Trump, de winnaar. The guy on top. Iemand vergeleek de Trumpchaos met een bouwwerf. Daar heerst ook wanorde. Trump ziet zijn leven en werk als één grote bouwwerf. Hij gedijt in zo’n omgeving.

En de pers loopt er met open ogen in. Het heeft Trump gekregen waar hij wil zijn. Hij zal dat conflictmodel volgen tot het niet meer werkt. Maar voor hem werkt het. Kijk maar, hij zit in het Witte Huis.

Hier in Amerika (en ook op vele andere plekken in de wereld) minachten de leden van de eerbiedwaardige pers (aan de oostkust) de 45e president met een verbazingwekkende unanimiteit. De pers lijkt wel geobsedeerd door Trumps slechte smaak en zijn grove (en soms onbehouwen, domme) Twitterberichten. De pers wil hem pakken,én ze willen zijn entourage pakken: voor het Russische schandaal en voor tal van andere controverses.

De pers acht zich veel keren slimmer en moreel hoogstaander dan de miljardair-president. En dat is wellicht ook zo. Maar: Never demean the other person in the room. Iemand vernederen is nooit een goed idee.

Kranten komen met de regelmaat van de klok met verwoestende primeurs, waar alle andere vervolgens allemaal met veel enthousiasme op springen. De opiniepagina’s van kranten en bladen lijken elke dag op een oppositiekrant tegen de president. Alle nieuws gaat over Trump, 24 uur op 24, 7 dagen op 7. Elke dag wordt een ballistische raket naar de president afgevuurd.

Dagen zonder Trump

Het publiek begint stilaan te verlangen naar ‘dagen zonder Trump’ (ik krijg daar ook mails over van luisteraars, surfers en kijkers). Het lijkt op een uitputtende burgeroorlog. Wanneer stopt het?

Ja, Donald Trump lijkt heel vaak incompetent. Hij lijkt zelfs de basiskennis te missen over hoe een democratie werkt, hoe een regering functioneert, hoe complex de besluitvorming is in een bestel met drie machten. Hij lijkt voortdurend te denken dat hij alléén de baas is, dat de Congresleden zijn ondergeschikten zijn. Quod non.

Zijn opvattingen zijn vaak verwerpelijk, bevooroordeeld, opjuttend en ronduit grof. Zijn adviseurs lekken erop los en spreken openlijk kwaad over mekaar. Trump speelt elke dag met vuur, hij lijkt staatsgevaarlijk, soms een beetje gek.

Tegenmacht?

De media nemen elke dag de rol op van tegenmacht, tegen de president. Want de Democratische Partij in de oppositie weet niet echt goed welke kant ze uit wil. De Democraten boycotten de president waar ze kunnen met vertragingsmanoeuvres. Maar een sterke figuur, een soort anti-Trump, is er nog niet opgestaan (Bernie Sanders probeert, maar is lang niet door iedereen geliefd in eigen rangen).

Maar, er is iets dat fundamenteel niet klopt. Al meer dan een jaar slaan alle mainstream media groot alarm over Trump. De beschrijvingen zijn niet min: serieleugenaar, xenofoob, vuile racist, bullebak, paranoïde narcist. Trump is toch geen politicus, zeker, hij is maar een vastgoedmakelaar, schrijven ze.

En zijn schoonzoon, Jared Kushner, een (eveneens) omhoog gevallen immogigant. Wat doet die in godsnaam in het Witte Huis? En de dochter van Trump, Ivanka, waarom mag die eigenlijk haar vader vervangen op een vergadermoment van de G20? Wat kent die er eigenlijk van? Die toon.

Dié strategie – om Trump voortdurend in de hoek te drummen en te minachten – werkt niet. Niet.

AFP or licensors

Trump houdt overigens ontzettend veel meer van de pers dan we denken. Hij houdt van zijn zelfverklaarde vijanden in de pers. Het maakt en houdt hem stevig in het zadel als rebelse outsider. Hij kan zich met gemak opstellen als de man die vecht tegen al die vijandigheid. Voor zijn 40 procent lovers (ze waren met genoeg om hem president te maken!) is hij Don Quichot, of Robin Hood.

Trump en zijn entourage maken dankbaar gebruik van de vijandige pers om zich overal uit te praten.

Fake news. Failing New York Times. Amazon Washington Post. Lying CNN.

De reputatie van de media zinkt steeds dieper weg. Hoe meer de president zegt dat de pers niet deugt, hoe meer mensen het ook geloven. Ik maakte het zelf een keer mee in de taxi naar de luchthaven. De bestuurder vroeg me welk werk ik deed. Toen ik vertelde dat ik journalist was, weet u wat hij toen vroeg of suggereerde? “Oh, you lie a lot then…?”

De reputatie van de pers ligt min of meer aan diggelen, ook al beleeft de pers zogezegd gouden tijden door een grotere omzet of grotere kijkcijfers van enkelen. Daar zit een grote brok hypocrisie in. Trump bashen loont namelijk.

Het is een vreemde paradox. Ja, Trump is zeer onpopulair. Maar hij is nog altijd minder onpopulair dan je zou verwachten. Nog altijd 40 procent van de bevolking steunt hem door dik en dun. Dat is veel, gelet op de voortdurende staat van ruzie met Jan en alleman, en de voortdurende aanvallen op hem en zijn entourage. Hij is zelfs nog altijd populairder dan Hillary Clinton.

Weet u, eigenlijk is Trump verzot op de pers. De pers heeft hem gevoed en groot gemaakt, al bijna 40 jaar lang. Hij heeft de tabloids zoals The New York Post en de roddelbladen zoals The National Enquirer altijd het hof gemaakt.

En elke keer tuint de hele vaderlandse pers erin. Bij elke tweet, bij elke uitspraak is het prijs. Dat wéét Trump. The Donald is verslaafd aan aandacht, en hij wordt elke keer op zijn wenken bediend. En vervolgens manipuleert hij de media. Hij is er meesterlijk in. Hij leidt voortdurend de aandacht af.

Weet u: veel kranten in de VS zijn eigenlijk op sterven na dood. Hun plek in het collectieve Amerikaanse bewustzijn is intussen ingenomen door sociale netwerken. Dankzij Facebook en Twitter lezen de meeste Amerikanen alleen nog die zaken die hun (voor)oordelen bevestigen.

Ik merk dat ook: als ik iets post of schrijf dat kritisch is over Trump, krijg ik meteen het verwijt dat ik een linkse rakker ben, iemand van de rode burcht VRT (heel erg afgezaagd verwijt!).

De tijd is intussen lang vervlogen dat journalisten unaniem respect konden afdwingen. We worden voor geen cent méér vertrouwd dan een tweedehandse autohandelaar. De tijd is lang voorbij dat een krant (The Washington Post) in haar eentje een president kon doen vallen.

Er is méér

De unanieme anti-Trumpmentaliteit van de eerbiedwaardige media loopt volgens de Amerikaanse historicus en politiek analist Thomas Frank nagenoeg parallel met de houding van diezelfde media om mensen voor te schrijven hoe ze eigenlijk zouden moeten denken, of wat ze moeten vinden van de wereld.

Daar zit ‘m de grote knoop.

Een pleidooi voor het omarmen van multiculturalisme, globalisme, internationale handelsakkoorden, stedelijk denken, en culturele tolerantie tegenover alle seksuele geaardheden, wordt door miljoenen Amerikaanse burgers ervaren als een elitaire zienswijze, ver weg van hun echte zorgen.

Laten we wel wezen: in Europa is net hetzelfde proces aan de gang.

De technologische vooruitgang gaat voor velen te snel, de zekerheden zijn weggeslagen en de angst neem toe. Angst voor terreur, voor andere godsdiensten, voor Afrikaanse vluchtelingen, voor werkonzekerheid, voor robotisering. In vele onzekere geesten stormt het in de hoofden.

De stormschade laat zich zien in een groeiende populariteit voor politiek niet correct denken, en een anti-intellectuele houding. Veel burgers voelen zich op drift geslagen.

Daarom heeft de journalistiek ook de grote mislukkingen van de afgelopen decennia ook niet zien aankomen: de dotcomgekte (bejubeld door de zakenkranten!) eindigde in een uiteengespatte zeepbel. Niemand had het gezien.

De Irakoorlog werd in Amerika vrij onkritisch benaderd (iedereen patriot).

De financiële crisis van 2008? Iedereen viel bijna uit de lucht. Toen de huizenprijzen jaren aan één stuk door bleven stijgen in een onrealistisch tempo, verschenen vooral jubelverhalen over economische groei tot in de hemel. Waarschuwende stemmen werden in de wind geslagen. Critici werden beschouwd als party poopers.

Het is een feit: dat wat we graag zien, wordt vaak overschat. Waar we niet van houden, wordt vaak misprezen en onderschat. Daarom was iedereen ook zo verwonderd toen op de ochtend van 9 november Donald Trump de nieuwe president bleek te zijn. Het was moeilijk wakker worden voor velen. Reality check.

Media functioneren – zoals zo veel groepen in de samenleving - vaak als een soort kudde. Ook al loopt die kudde soms recht op de afgrond af. Groepsdenken maakt soms blind, maar voelt o zo veilig.

Ik kan het een klein beetje weten. Ik woon en werk hier in de VS en ik voel heel vaak hoe in Brussel sommige verhalen over de diepe binnenlanden hier licht worden veronachtzaamd of weggeduwd, of gewoon straal genegeerd: “Er zit te weinig Trump in” of “Wie is de winnaar of de verliezer in dat verhaal, want zo wordt het voor ons interessant…”

Het is verdomd lastig om uit de kudde te stappen. Er staat veel wind, één keer van de kudde weg. En het is er eenzaam, koud en verlaten soms. Journalistiek zou zo veel meer moeten en kunnen zijn dan een horse race, meer dan een verhaal over winnaars en verliezers, over toppers en floppers. Waarom moet alles een wedstrijd zijn?

Het voorbeeld van de daklozen

Heel vaak lees ik in de eerbiedwaardige pers verhalen over hoe lastig veel New Yorkers het bijvoorbeeld vinden dat er zich ter hoogte van 42nd Street en 7th en 8th Avenue heel veel daklozen op straat ronddolen. Waarom de stad daar niets aan doet.

De vraag waarom ze daar liggen of rondlopen, die wordt al veel minder beantwoord. De pers als bevestigingssignaal of als zachte megafoon van wat de elite denkt of wil. In de reguliere pers, ook de New York Times, vind je veel verhalen vol bewondering over de successen van bankiers op Wall Street.

Nogmaals: de stem van de elite. Media horen dat niet graag, dat je dat zegt. Maar het moet nu maar een keer.

Herinnert u zich nog dat de protesten van Occupy Wall Street in 2011 in de krant en op tv eerst werden ondergebracht bij het entertainmentnieuws? De elite lachte er vierkant mee. Zoals New Yorkers die ik vandaag ontmoet geen idee hebben van de ellende die mensen in hun leven meemaken, een paar staten verder weg, in Kentucky of Ohio.

Ongelooflijk dichtbij, maar zo ver weg in hun hoofd. De reguliere media hebben al te veel het denken van het establishment bevestigd. Dié elite heeft lik op stuk gekregen met de verkiezing van Donald Trump.

Elke vernieuwde of andere aanpak van internationale handel, conflictbeheersing, diplomatie of omgang met de Russen, wordt meteen beschimpend afgedaan als amateurwerk: dat doe je niet, dat hoort niet. Als Trump zegt dat de NAVO-leden hun bijdrage niet volgens de afspraken betalen, zijn velen meteen geschokt. Dat zeg je toch niet openlijk?

Terwijl Trump in deze wél een punt heeft. Trump zegt wat veel mensen denken. Daarom blijft hij overeind.

What Happened

Hillary Clinton snapt het ook nog steeds niet. In haar memoires, What Happened, die op 12 september verschijnen, schrijft ze haar nederlaag eens te meer toe aan de voormalige FBI-baas James Comey, en aan het hacken door de Russen. Ruim een half jaar na haar eclatante afgang vindt ze nog altijd dat de verkiezing haar is afgepakt. In ’t eigen hert wil ze nog altijd niet kijken.

Zij is toch een staatsvrouw, en Trump niet. Trump is gek, en zij is slim. Zij heeft internationale politiek gestudeerd, en Trump niet. Zij had president moeten zijn, toch? Zij is de normale, Trump is de gek. Domme Donald.

Copyright 2016 The Associated Press. All rights reserved.

Maar ze verloor, want ze sprak over de achterblijvers van Amerika als ‘the basket of deplorables’. Ze zag de problemen en het geworstel van haar eigen achterban in de oude industriestaten niet. Zij ging uit van hun onvoorwaardelijke steun. Maar ze waren boos op haar. Op haar minachting. En de pers, die zag het – helaas – samen met Clinton, niet.

Amerikaanse journalisten (en de anderen, zoals ik) – mag ik het zeggen – brengen soms te weinig tijd door in omgevingen die de hunne niet zijn. Journalisten maken deel uit van de hoog opgeleide, beleefde, beschaafde elite. Ze maken deel uit van de vaste orde der dingen. The powers that be. De gestelde lichamen.

We leven in een soort getto. Journalisten maken socio-economisch ook meestal deel uit van dezelfde elite. Die elite gelooft in consensus, in realisme, in dingen doen zoals ze horen (en altijd geweest zijn, of toch al een hele tijd).

De elite had/heeft niet door hoe groot de kloof is met de rest van Amerika. De zondagochtendshows op de Amerikaanse tv zitten vol politique politiciennne. Men maakt programma’s voor het eigen wereldje, en voor de kleine grachtengordel van hoogopgeleiden.

Denkt u écht dat die programma’s worden bekeken in het Amerikaanse hartland? Door de kiezers in Pennsylvania en Wisconsin? Die voelen de connectie met hun (soms miserabele) leven helemaal niet.

Ik las het onlangs in de trein: Jake Tapper van CNN gaf in een interview met Amtrakmagazine grif toe: “We zijn te weinig op reportage geweest. We hebben het niet gezien. We waren bezig over wie voor lag in de peilingen. Wie met wie ruzie had. Over beleid spraken we niet. Waar mensen wakker van liggen, dat hebben we niet gebracht…”

Toen Trumps seksistische video (strategisch gelekt door het Clintonkamp) twee dagen voor het eerste debat Trump-Clinton uitlekte in september 2016, was voor analisten de race gelopen. Clinton was nu al president, geen twijfel over. Nou!

In een klassieke wereld, ja! Maar niet anno 2016. Het kon de kiezers van Trump geen bal schelen. Dat seksisme herkenden ze heel goed uit hun eigen leven. Trump leek wel een van hen.

De jacht op kandidaat Trump maakte van hem een underdog die hun steun verdiende. Ook daar hebben de meeste media en de meeste ‘specialisten’ de zaak nogal fout ingeschat. Ze redeneerden volgens een klassiek patroon, in een normaal tijdsgewricht.

Maar dit is dus geen normaal tijdsgewricht. Alles wankelt, de waarden keren en daveren op hun grondvesten. Om het met de woorden van wijlen de beroemde nieuwsanker Walter Cronkite te zeggen: That’s the way it is.

Feestje met journalisten

Dat Trump niet deel wilde nemen aan het jaarlijkse feestje van de correspondenten uit het Witte Huis – zo’n beetje de Wetstraatjournalisten van bij ons – was een veelbetekenend gebaar van de nieuwe president. Trump ging die avond lekker naar zijn kiezers in Ohio.

Eigenlijk zei hij: ik ben liever hier dan in de grachtengordel van Washington. Ik ben liever bij de gewone mensen dan bij de elite van DC. Dat kwam aan, terwijl de journalisten in smoking op hun dure galafeestje glaasjes prosecco zaten te drinken.

Trump moet je zeer goed in het oog houden. Maar op een andere manier. Emotielozer. Niet elke scheet die hij laat op antenne gooien. De media zullen dus moeten ophouden met moralistisch te bepalen wie of wat een politicus mag zijn, en wie geschikt is, en welke opleiding daarvoor nodig is.

We zullen moeten ophouden om alles af te toetsen aan de bekende conventies, en wie conform die regels aanvaardbaar is voor het presidentschap. Waarom zou een vastgoedmakelaar geen president mogen zijn? Waarom zou een arbeider geen president mogen zijn? In een democratie beslist het volk.

‘Never wrestle with a pig. You get dirty, and besides, the pig likes it.’ (G.B. Shaw)

De media zullen veel bedaarder alle handelingen van de president nauwgezet moeten volgen. Tegen het licht houden. Zonder agenda, zonder vooroordeel. En soms eens een keer de woorden van de president negeren. De emotie loskoppelen. Niet trappen in de val van de wederzijdse hysterie. Trump wil niet liever. Trump heeft al tijdens zijn campagne de woede en de frustratie ontkurkt. Die is er nu. De geest is uit de fles.

Yellow cabs

Zijn publiek vindt het fijn om te zien hoe hij alle conventies en normen aan zijn laars lapt. Voor hen is het een soort klassenstrijd. En in ons tv- en internettijdperk is elke tweet of elk optreden van de president een soort moddergevecht, en dus ook een geliefde vorm van podiumkunst.

Waarom moet dat allemaal uitgezonden worden? Die vraag moeten we echt stellen. Trump heeft uiteraard niet liever, en wordt altijd op zijn wenken bediend. Never a dull moment. ook al is het bittere ernst.

Trump heeft er nooit bij gehoord, maar hij is wel de president van Amerika. Weet u, vroeger waren alle klassieke taxi’s in New York yellow cabs. Dat was zo, dat zou altijd zo blijven. Maar toen kwam Uber. En het is Uber dat wint en de meeste klanten binnenrijft.

Ontwrichting is een onmiskenbaar teken van deze tijd. Dat te weten, verschaft veel inzicht.

Meest gelezen