Hebben de reddingen van de Louise-Marie een "aanzuigeffect"? - Mieke Strynckx

Collega Mieke Strynckx reisde twee weken mee met de Louise-Marie op de Middellandse Zee. Ze zag hoe 118 migranten en vluchtelingen werden gered. Klopt het dat zulke reddingsoperaties een "aanzuigeffect" hebben en er dus toe leiden dat nog meer mensen de oversteek wagen in gammele bootjes?
analyse
Analyse

Mieke Strynckx is buitenlandjournaliste bij VRT Nieuws.

Het mandaat voor operatie Sophia, de Europese operatie tegen mensen- en wapensmokkel, loopt eind deze maand af. Het nut van die operatie wordt in vraag gesteld, het is dus niet zeker dat het mandaat verlengd zal worden.

Ook België neemt deel aan operatie Sophia, met het fregat Louise-Marie. Regeringspartij N-VA liet alvast bij VTM duidelijk weten dat die bijdrage wat haar betreft niet meer hoeft. De N-VA levert de bevoegde minister met minister van Defensie Steven Vandeput (foto), al verliep de communicatie via staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken. Het argument van de N-VA ligt dan ook op zijn terrein: operatie Sophia zou een “aanzuigeffect” hebben op migratie. Maar klopt dat wel?

 

Francken doelt op de reddingsoperaties die de Louise-Marie heeft uitgevoerd, waarvan ik er eentje heb bijgewoond. Laten we eerst duidelijkheid scheppen: die reddingsoperaties zijn niet de opdracht van Operatie Sophia, dat is het verstoren van het businessmodel van de smokkelaars.

Het is een moeilijke en tijdrovende taak, heb ik tijdens mijn aanwezigheid op het schip ondervonden. En de vraag is legitiem of het veel oplevert. In twee jaar tijd zijn 109 vermoedelijke smokkelaars opgepakt, en 422 smokkelboten vernietigd of in beslag genomen.

Dat zijn geen spectaculaire resultaten. Toen ik op het schip zat, heeft de Louise-Marie vier dagen lang één vermoedelijke smokkelboot geschaduwd, die ze uiteindelijk zonder bewijs moest laten gaan. Twee andere schepen van Operatie Sophia werden daarbij ook ingeschakeld, samen goed voor de helft van de totale vloot die in het kader van Sophia actief was op de Middellandse Zee.

De smokkelaars opereren ook grotendeels buiten het Europese grondgebied, waar Europa geen mandaat heeft om op te treden. De vraag is dus of anti-smokkeloperaties op de Middellandse Zee wel de meest efficiënte manier zijn om het businessmodel van smokkelaars te verstoren.

Maar of de N-VA met deze uitspraken het nut van anti-smokkeloperaties in twijfel trekt, is niet duidelijk. De kritiek van Francken ging over de reddingsoperaties die de schepen van operatie Sophia in de marge van hun opdracht wel eens uitvoeren.

Schepen zijn namelijk volgens het internationale zeerecht verplicht om mensen in nood te redden. En soms stuurt het commando van de Italiaanse kustwacht schepen van operatie Sophia uit voor een reddingsoperatie, omdat dat het dichtst in de buurt ligt.

In totaal hebben de schepen van Operatie Sophia sinds het begin van hun missie in 2015 op die manier iets minder dan 34.000 mensen gered, een klein percentage dus, want dit jaar alleen al zijn in totaal al bijna drie keer zoveel mensen gered. De Louise-Marie zelf redde in haar twee missies binnen het kader van Operatie Sophia 290 mensen.

In het geval van de reddingsoperatie die ik meemaakte, ging dat als volgt. Terwijl de Louise-Marie vier dagen lang de vermoedelijke smokkelboot schaduwde, probeerden er elders op de Middellandse Zee elke dag duizenden mensen in rubberbootjes de zee over te steken.

Er waren tot 25 reddingsoperaties per dag, op een paar dagen tijd zijn 12.000 mensen uit de zee gehaald. Toen er gaten vielen in dat net, omdat de reddingsschepen die migranten en vluchtelingen naar een veilige haven moeten brengen, werd ook de Louise-Marie ingeschakeld. Omdat er anders te veel mensen dreigden te verdrinken.

Aanzuigeffect?

Of die reddingsoperaties ook een onbedoeld neveneffect hebben, en smokkelaars ertoe aanzetten om meer mensen de zee op te sturen (het zogenaamde aanzuigeffect, of de pull factor), is iets wat ons de laatste tijds steeds vaker als een “feit” wordt aangereikt.

Maar onderzoek (onder meer van de prestigieuze universiteit van Oxford, die een afdeling Migratiestudies heeft) wijst iets anders uit. Grootschalige reddingsoperaties zijn er voor het eerst gekomen na twee schipbreuken met honderden doden in 2013. Die doden wekten toen nog grote verontwaardiging.

Italië begon met operatie Mare Nostrum, uitgebreide zoek- en reddingsoperaties op zee. Een jaar later werd de operatie stopgezet, en vervangen door de Europese operatie Triton, die veel minder uitgebreid de Middellandse Zee afspeurde. Maar minder reddingsoperaties zorgden er niet voor dat minder mensen die de zee probeerden over te steken, integendeel. Het effect was wel dat meer mensen verdronken.

Sindsdien proberen NGO’s de leemtes op te vullen door zelf reddingsoperaties uit te voeren, tegenwoordig zijn ze goed voor 40 procent van alle reddingen. Maar de NGO’s liggen dezer dagen onder vuur omdat ze smokkelaars in de kaart zouden spelen, en volgens sommigen zelfs actief helpen.

Dat verwijt krijgen ze omdat ze dicht in de buurt van de Libische territoriale wateren varen. Er zijn aanwijzingen dat sommige, meer activistische NGO’s ook wel eens binnen die Libische wateren opereren, wat verboden is. In Italië loopt een juridisch onderzoek naar een aantal kleinere NGO’s die hun positie zouden doorgeven aan smokkelaars. Maar bewijzen daarvoor zijn er nog niet.

Meer algemeen is de kritiek aan NGO’s dat ze door zo dicht te varen smokkelaars ertoe aanzetten om meer mensen te sturen in steeds gammeler bootjes, want ze worden toch al snel gered.

(lees verder onder de foto)

Dat smokkelaars hun businessmodel en werkwijze voortdurend aanpassen is een feit. Maar ze zijn al overgeschakeld op het gebruik van rubberbootjes voor de NGO-schepen met hun reddingsacties begonnen.

Onderzoek wijst zelfs uit dat de tactiek om smokkelboten systematisch te vernietigen (zoals binnen de Europese anti-smokkeloperatie Sophia gebeurt) er mee voor gezorgd heeft dat smokkelaars goedkope rubberbootjes begonnen te gebruiken, waar ze meestal ook nog de buitenboordmotor afhalen zodra die de internationale wateren bereiken (want dat is het duurste stuk van zo’n rubberbootje, dat kan dus maar beter gerecupereerd worden).

De vraag is dus: houdt de smokkel op als Europa stopt met mensen te redden? Houden de reddingsoperaties de smokkel aan de gang?

Zelfs als reddingsoperaties een aanzuigeffect sorteren (de zogenaamde “pull factor”), is er ook nog altijd de “push factor”, de redenen waarom mensen blijven proberen om die Middellandse Zee over te steken.

Onderzoek wijst uit dat de “push factor” vele malen groter is dan de “pull factor”. De reddingsoperaties stopzetten zal er dus wellicht vooral toe leiden dat opnieuw veel meer mensen verdrinken. Vorig jaar waren dat er 5.000, een triest record – dit jaar zijn op de route Libië-Italië al 2.200 doden gevallen, volgens cijfers van de Internationale Organisatie voor de Migratie.

Mensen laten verdrinken kan niet de bedoeling zijn, zegt ook staatssecretaris Francken. Het alternatief dat hij aanreikt, is iets waar binnen Europa steeds meer hardop over wordt nagedacht, en het zou interessant zijn om hierover een standpunt van de voltallige federale regering te krijgen: Moet Europa ervoor zorgen dat de mensen die op zee gered worden, gewoon teruggebracht kunnen worden naar Libië?

Tot nader order is dat nog altijd in strijd met verschillende internationale verdragen die België mee ondertekend heeft. Mensen terugdrijven naar een plek waar hun leven mogelijk in gevaar is, mag niet.

Toch gaat de samenwerking van Europa met Libië steeds verder.

Europa betaalt en verzorgt voor een deel de opleiding van de Libische kustwacht (ook dat is een onderdeel van Operatie Sophia). Italië heeft zelfs al een schimmig akkoord met enkele milities in het zuiden van Libië, om migranten en vluchtelingen aan de zuidgrens van Libië tegen te houden.

(lees verder onder de foto)

Het wordt ook steeds duidelijker wat er in Libië met migranten en vluchtelingen gebeurt. Ze worden er opgesloten, ontvoerd, als slaven verkocht, gefolterd en verkracht.

Ook dat heb ik vorige week in Sicilië kunnen vaststellen, in de horrorverhalen die migranten en vluchtelingen mij over Libië vertelden. En in die verhalen is ook de Libische kustwacht niet onbesproken.

Libië is een land in totale anarchie, met drie regeringen. Eén daarvan wordt door Europa en de VN erkend, maar heeft weinig controle over het grondgebied.

Zelfs als Europa garanties eist over de behandeling van migranten en vluchtelingen, is het zeer de vraag of die garanties wel afgedwongen kunnen worden.

Meest gelezen