Draait "goede gok" van Lutgen uit op een nachtmerrie?

Het leek een goede gok toen CDH-voorzitter Benoît Lutgen uit alle regeringen met de PS stapte. Maar nu het eerste stof is gaan liggen, wordt duidelijk dat hij een groot kluwen heeft veroorzaakt en dat de gok wel eens een nachtmerrie kan worden.
analyse
Analyse

Ivan De Vadder is Wetstraatwatcher voor VRT Nieuws. Hij maakt en presenteert ook het programma "De afspraak op vrijdag".

Om onze politieke situatie te beschrijven, werken Italiaanse woorden meestal goed. In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werden onze politici beschuldigd van malgoverno. Ze hadden te veel aandacht besteed aan de staatshervormingen, en daardoor de economische situatie uit het oog verloren.

Of catenaccio, dat is een Italiaanse voetbalstijl waarbij vooral de acties van de tegenstander onderuit worden gehaald door vooral te verdedigen. Het is ook een onderhandelingsstijl bij regeringsvormingen.

Of nog imbroglio, dat is een ingewikkeld kluwen, en dat is precies de situatie waarin de CDH-voorzitter Benoît Lutgen de Belgische politiek dreigt te storten.

Scotché

Het leek een gedurfde zet. De kleine partij in de regeringen aan Franstalige zijde trekt er de stekker uit. De CDH, de opvolger van de PSC, wil niet meer weten van de PS. Naar eigen zeggen, om nobele redenen, want Benoît Lutgen, de voorzitter van de CDH, wil niet meer weten van de affaires van de socialisten:

"De hebzucht van sommige mensen gaat elk begrip te boven. Hun sociaal ‘geweten’ wordt meegesleurd door het winstbejag. Zitpenningen opstrijken ten nadele van de minst begoeden is choquerend. En zoals elke burger, ben ik gedegouteerd tot in het diepst van mijzelf."

Dat was de aanhef van een partijvoorzitter die tot voor kort zwoer bij de samenwerking met de PS. Scotché was de tem die de Franstaligen zelf gebruikten. Vastgekleefd met plakband, van het bekende merk.

In 2014, bij de onderhandelingen over de vorming van een federale regering, hebben de CD&V en de MR hemel en aarde bewogen om Benoît Lutgen ervan te overtuigen om toch in de federale regering te stappen. Maar de CDH verkoos de samenwerking met de PS, en die twee partijen namen de vlucht vooruit, en verzekerden zich van de macht in de Waalse en de Brusselse regering, en in de Franse gemeenschapsregering.

Motie van wantrouwen

Die band is nu verbroken door de gedurfde zet van Benoît Lutgen. Het is een splinterbom die duidelijk hard is aangekomen bij de PS. De Waalse minister-president Paul Magnette wond er gisteren bij RTL geen doekjes om: "Eens een verrader, altijd een verrader." Dat was zijn mening over Benoît Lutgen, die hij ervan beschuldigde om zich als partijvoorzitter te vaak en te veel te moeien met het werk van de Waalse regering. Hij noemde Lutgen onomwonden de ‘negende’ (en dus onbestaande) minister van de Waalse regering.

Het is de eerste keer dat het systeem van de ‘constructieve motie van wantrouwen’ wordt toegepast in ons land. De deelstaatregeringen zijn legislatuurregeringen. Het betekent dat er geen nieuwe verkiezingen komen wanneer een van de besturende partijen het vertrouwen in de regering opzegt. De grondwet geeft die partij de opdracht om een nieuwe meerderheid te zoeken.

En dat doet Lutgen ook in zijn mededeling. Hij doet een beroep op de andere partijen (MR, Ecolo en DéFi) om te onderzoeken of samen een ‘positieve meerderheid’ kan worden gevormd.

Wie niet waagt, niet wint. Als Lutgen slaagt in zijn opzet, wordt de CDH de enige partij die zich heeft durven los te maken van de PS maar tegelijk ook niet regeert met de N-VA. En dat is een unieke positie in Franstalig België.

Brussel?

Maar nu het stof is gaan liggen, wordt duidelijk dat Lutgen misschien niet alle gevolgen van zijn gedurfde zet helemaal heeft doorzien. In de eerste plaats wordt wel snel duidelijk dat er sprake is van een coup monté met de MR. De partij van premier Michel zit op het regionale vlak als sinds 2004 in de oppositie, en ziet in het voorstel van Lutgen een gedroomde kans om zich opnieuw in de Waalse regering te hijsen.

Achteraf bekeken was het opzijzetten van Armand Dedecker als burgemeester van Ukkel het afgelopen weekend een voorbode van de vernieuwde entente tussen MR en CDH. Die twee partijen kunnen zo aan de slag in de Waalse regering. Wellicht was dat ook het oorspronkelijke plan.

De vraag is of Lutgen bij zijn gedurfde zet ook meteen aan de gevolgen voor de Brusselse regering heeft gedacht. Lutgen is een volbloed Waal, burgemeester van Bastenaken, en dat ligt mijlenver van de hoofdstad, met zijn complexe structuren.

Défi

Om te beginnen is Défi, het oude FDF van Olivier Maingain, in het Brusselse bestuur incontournable. Het betekent dat hij harde eisen kan stellen. En dat doet hij ook.

Hij wil dat de CDH zich ontdoet van oud-voorzitter Joëlle Miquet. Een eis die bij de CDH op een koude steen is gevallen. Maingain wil trouwens ook dat de MR zich ontdoet van Armand Dedecker én dat de MR bovendien – als enige Franstalige federale partij - de Brusselse eisen steunt in verband met de geluidsnormen.

Oeps, er zijn nog Vlaamse ministers!

Lutgen heeft misschien ook uit het oog verloren dat de Brusselse regering ook Vlaamse ministers heeft. Over die ministers hebben de Franstalige partijen niets te zeggen, die worden autonoom door de Vlaamse meerderheidspartijen aangeduid.

Behalve dat Ecolo gevraagd wordt om mee in die Brussel regering te stappen. En dat de groene partijen in ons land een ‘samen uit, samen thuis’-principe hanteren. Wie Ecolo uitnodigt aan de tafel, krijgt er dus onvermijdelijk Groen bij.

Maar Groen zit in Brussel in de oppositie, én er zijn maar 3 Vlaamse regeringsleden in de Brussel regering (voor 3 partijen op dit moment: SP.A, Open VLD en CD&V). De komst van Groen in de Brusselse regering betekent dus onvermijdelijk dat één van de andere Vlaamse partijen een regeringslid moet opofferen.

Harde eisen

Misschien worden de contouren van het imbroglio u stilaan duidelijk.
Bovendien willen de groene partijen van het momentum gebruik maken om hun eisen voor een nieuwe politieke cultuur op alle niveaus door te voeren.

Aan de onderhandelingen voor de Brusselse regering nemen uiteindelijk ook de federale regeringspartijen MR, Open VLD en CD&V deel. De eisen voor minder mandaten, lagere vergoedingen en minder structuren moeten niet alleen gelden voor het Brusselse niveau, maar op alle niveaus waarop die partijen deelnemen aan de macht, zo redeneren Ecolo en Groen.

Het verklaart ook waarom de uitnodiging van would-be-formateur Benoît Lutgen om te onderhandelen over de vorming van die regeringen zó slecht onthaald werd door Ecolo en Défi. Die twee partijen – die zich wellicht aan elkaar zullen vastklinken in de loop van de onderhandelingsgesprekken - willen eerst uitsluitsel krijgen over die nieuwe politieke cultuur, voor ze praten over nieuwe regeringen.

Op maat van MR

In de uitnodiging van Lutgen stonden naast die nieuwe politieke cultuur nog andere agendapunten, die bovendien erg op maat waren gesneden van de MR. Vandaar dat de voorzitter van de MR, Olivier Chastel, de enige was om snel te willen praten met Benoît Lutgen.

Een Waalse regering zou er snel kunnen komen. Een Brusselse regering zou wat meer voeten in de aarde kunnen hebben. En dan zwijg ik nog over de regering van de Franse gemeenschap, want ook die is intussen verlamd.

En dus, nu het stof is gaan liggen, beseft iedereen in België het imbroglio dat de zet van Benoît Lutgen misschien heeft veroorzaakt. Het verklaart waarom de PS in zekere zin afwachtend reageert.

De nieuwe regeringen zijn nog niet voor morgen. Intussen blijven de bestaande regeringen functioneren. En wie weet, als alle onderhandelingen mislukt zijn, kan de PS zelf, omdat ze de CDH niet meer vertrouwt, op zoek gaan naar een nieuwe meerderheid. Of moeten de drie betrokken regeringen in de huidige vorm doorwerken tot aan de verkiezingen in 2019.

Eigenlijk kan het woord imbroglio nauwelijks beschrijven hoe ingewikkeld deze situatie wel kan worden.

Meest gelezen