Een leven van dromen en contrasten in de VS

Bij ons, in het oude Europa, zie je wel eens - vaker dan je lief is – mensen lopen zeuren. Hier, in de VS, leer ik elke dag met mijn hand over mijn hart strijken. De zevende Amerikaanse Kroniek van onze man in de VS, Björn Soenens.
analyse
Analyse

Björn Soenens is de Amerikacorrespondent van VRT Nieuws. Hij woont met zijn vrouw in Brooklyn, New York, maar reist het hele land door, op zoek naar altijd nieuwe verhalen over de VS.

 

“We grow great by dreams. All big men are dreamers.” (Woodrow Wilson)

 

Elke dag vallen mij de contrasten van Amerika op. Waar ik woon bijvoorbeeld, in de wijk Clinton Hill in Brooklyn, New York. Net om de hoek is er een heel hippe bar, ‘Sisters’ heet de twee jaar oude zaak: jonge hipsters komen er op de middag of in het weekend hun Bloody Mary’s drinken of hun matcha latte (schuimende groene theedrank).

Ze hebben meer dan genoeg poen, ze bestellen een avocado toast voor de lunch. Het gaat goed met ze, ze zitten lekker in hun vel. Ze brengen uiteraard hun laptop mee. Ze bestellen nog een rode huiswijn van 12 dollar: een Malbec graag, met een vleugje pruimen en bramen.

Buiten, nog geen tien meter verder, twee zwarte burgers die om een paar dollars smeken, om bij Bergen Bagels aan de overkant een sandwich te kunnen eten. Een vrouw die flessen uit de vuilniszakken sorteert om er aan de automaat, een straat verder, enkele dollarcenten statiegeld aan te verdienen. Een habbekrats. Nickle and dimed, noemen ze dat hier.

Op diezelfde straathoek, aan Fulton Street en Washington Avenue, is het altijd een drukte: tot ‘s nachts komen mensen hun pay day check innen, of hun wekelijkse uitkeringscheque verzilveren.

I need a dollar, a dollar is what I need…

Elke cent telt om te overleven. Armoe en rijkdom, allemaal op één hoek van de straat. Contrasten.

Dromers hebben Amerika groot gemaakt. De Amerikaanse Droom om hogerop te komen, blijft hardnekkig overleven, ook al zijn er veel tekenen dat het niet zo lekker loopt. De Amerikaanse droom blijft voor velen voor eeuwig een onweerstaanbare onmogelijkheid.

Dromers

Ja, Amerika is een harde, maar fascinerende samenleving. Je kunt blijven kijken, en er is ook veel te zien, voor wie wil kijken. Het is ook vrij makkelijk om mensen te ontmoeten hier, elk met hun verhaal.

Er zitten een pak dromers bij. Zonder dromen overleef je overigens niet in deze stad. Een week geleden nog trok ik met mijn vrouw op expeditie naar het luxewarenhuis Barneys aan 16th Street en 7th Avenue, in de beroemde wijk Chelsea.

Daar komen sinds de oprichting in 1923 veel rijke dromen en dromers samen. We duwden de deur van Barneys nog maar open en daar wachtte ons al een man op met zeer vrouwelijke maniertjes, een personage dat zo leek weggelopen uit ‘Sex and the City’.

"I am here to serve you today. We have great handbags, and top jewels and designer pumps. I’ll be happy to serve you. Welcome!"

Ok dan! Mijn vrouw en ik kwamen om te gluren. Eerlijk gezegd, Barneys New York is een winkel om je te vergapen aan wat buiten bereik van de eigen portemonnee is. Schoenen vind je niet onder de duizend dollar. Schoenen bezet met juwelen, met de inscriptie ‘Love’ op de sleehak. Ja, alleen de duivel draagt Prada.

Door mijn hoofd flitst het beeld van de arme zwarte bedelaar aan mijn deur op Washington Avenue, een hele wereld verwijderd van Barneys, met de metro nog geen twintig minuten ver. Contrasten.

Stijlgoeroe Linda Rodin

Op de eerste verdieping van Barneys ontmoeten mijn vrouw en ik de befaamde stijlgoeroe. Linda Rodin. Een formidabele vrouw. 70 jaar is ze geworden, onlangs. Een heldin van mijn echtgenote. Een klasse dame die eenvoud en pure schoonheid uitstraalt. Linda Rodin, ooit fotomodel, nu gevierd styliste en eigenares van haar eigen merk gezichtsolie en vintage parfum.

Linda heeft prachtig natuurlijk grijs haar, vermiljoenrood gestifte lippen, en een ondeugende blik achter een zware zonnebril. "I love my name", zegt ze. Rodin heeft Joods-Russische en Duitse wortels. Ze komt uit Long Island. "I love New York, I hate New York," vertrouwt ze mij meteen toe.

Linda Rodin blijft dromen, van eenvoud, van een eigen stijl en van een pure levenshouding. Zonder franjes. "Het is hard om als ex-model 70 te zijn en je niet te laten botoxen of te faceliften", zegt ze. "Ik ben één en al rimpeldoos maar toch weiger ik mezelf te verbouwen." Ze hengelt subtiel naar een compliment van een bijna 49-jarige, maar ik ben blij om het haar te geven.

Haar schoonheid is verbluffend en aandoenlijk. Ik sta hier bij Barneys te praten met een stukje New Yorkse legende, moet u weten. "You look really awesome, Ms. Rodin!"

Ik hoef helemaal niet te liegen. Het verschil tussen mij en haar op de foto is wellicht voor sommigen onder u bijna stuitend. Ha. Zo zit de wereld in elkaar: contrasten.

"Onze president is helaas ons land aan het verkloten, denk je niet?"

Ik zeg haar dat buiten New York, in het Amerikaanse hartland, heel veel mensen al hun hoop en vertrouwen op hem hebben verwed.

Linda Rodin is een dromer, was een doener. Letterlijk vanuit haar keuken in haar huis in de wijk Chelsea startte ze haar eigen schoonheidsbedrijfje. Ze mixte oliën in haar eigen flesjes, eerst voor zichzelf (een droge huid, weet u wel), later voor vriendinnen, en nog later voor beroemde mensen en mensen met veel geld.

Elk weekend mengde en vulde ze eigenhandig bijna 500 flesjes in haar keuken. Tot ze een fabriekje vond in New Jersey dat haar werk overnam en automatiseerde. Rodin’s Luxury Face Oil (met jojoba en jasmijn) Een eigen parfum, Linda Rodin Bis, volgens kenners een geur met de grandeur en de charme van de jaren 50, en volgens haar een ode aan haar moeder.

Zelf doet ze er niet gewichtig over: "So much bullshit is told about beauty!" Ze vertelt hoe het bedrijfje met haar naam uiteindelijk werd overgekocht door het miljardenimperium van Estée Lauder.

Heldin van twintigers en dertigers

Linda Rodin werkte ooit als styliste voor het beroemde Harper’s Bazaar, voor Vogue, en voor Victoria’s Secret (het lingeriebedrijf dat modellen met grote borsten opvoert). Ze was de styliste van iconen als Gisèle Bündchen, van Halle Berry en van Madonna.

Nu is Rodin de heldin van jonge twintigers en dertigers (zoals mijn vrouw Emma). Tot haar verwondering, beweert ze zelf. Rodin vindt het overigens erg dat velen uit die generatie New York worden uitgedreven, omdat ze het niet meer kunnen betalen. Wonen is er buitensporig duur, zeker in de buurten die vroeger door jonge kunstenaars werden ingenomen.

Met lede ogen ziet Rodin aan hoe karaktervolle buurtwinkeltjes worden omgetoverd tot alweer een nieuwe Starbucks. Maar Rodin geeft niet op, zegt ze. ‘Ik zal altijd van New York zijn’ (ook al wil ze graag naar Italië verhuizen). Contrasten.

Ook Belgen

Ook veel Belgen blijven hun Amerikaanse Droom najagen. Het is hartverwarmend om al dat enthousiasme te aanschouwen. Neem nu Patrick Van Rosendaal, intussen ook écht Amerikaan geworden. De man die de Vlaamse toeristen New York heeft leren kennen.

Patrick Van Rosendaal, dat is de vleesgeworden definitie van geestdrift in het kwadraat. High energy man, met z’n eigen bedrijfje BENY, België/New York. Patrick is een man van ‘never give up’, en van ‘alles kan’. Weerstanden zijn er om te overwinnen, is zijn devies. Het is heel Amerikaans: niet zeuren, niet treuren, maar doorgaan. Go for that dream, baby! Opgevlamde hoge verwachtingen van het leven, ook dat is Amerika, in weerwil van alle obstructies. Contrasten.

Op uw 46ste opnieuw 21

Koen Blanquart is er nog zo één, zo’n dwarse dromer. Ooit was Koen een hoge pief bij Belgacom. Hij was er CTO, Chief Technology Officer. Vijf jaar geleden koos hij voor een nieuwe start in New York. Hij begon helemaal van nul af aan.

Nu, op zijn 46ste is hij opnieuw 21, zegt hij me. De manager zou voortaan fotograaf zijn, en documentair filmer. En zo geschiedde. Hij leerde zichzelf alles, elke dag opnieuw zichzelf heruitvinden. Een self made man. Zo Amerikaans. Hij offerde er zelfs een langdurige relatie voor op. Het knaagt wat aan hem – wat bewijst dat hij een mens is - maar hij wilde zijn droom niet opbergen, dat ging niet, fluistert hij kwetsbaar in de koffiebar van Barnes & Noble op Court Street in Brooklyn. Terwijl hij de woorden uitspreekt, komt een vrouw een dollar bedelen op de eerste verdieping. Contrasten.

Koen is blij en gedreven. Vorige week zat hij nog dolenthousiast – maar ook met de nodige doodsangst – tussen de grizzlyberen op Alaska. Weken ervoor zat hij nog condors in Zuid-Amerika te fotograferen. Condors, niet toevallig de gieren van de Nieuwe Wereld genoemd.

Hij toont me een prachtige foto van zwarte onmacht tegen blanke politiekracht. Een foto gebruikt door Black Lives Matter. Al zijn spaarcenten heeft hij geïnvesteerd om zijn droom te kunnen leven en beleven. Hij was bij de Eskimo’s op de Noordpool en in de regenwouden van Costa Rica. Als een zwerver ver van huis, maar met een vaste stek van 45 vierkante meter in New York.

Dromen kunnen veel vergen van een mens. Binnenkort gaat hij zeilen op Antarctica. Avonturier, rusteloze ziel. Een digitale nomade noemt hij zich. Koen Blanquart droomt ervan om ooit een befaamde Tedlezing te geven over een ambitieus, nieuw documentair project in zijn hoofd.

Je loopt na zo’n gesprek buiten en je hoort het nog nagalmen in je hoofd: ‘Yes, you can. Blijven proberen!’ Bij ons, in het oude Europa, zie je wel eens - vaker dan je lief is – mensen lopen zeuren.

Sommigen hebben een volledige baan aan zelfmedelijden. Ik bezondig er mij soms ook – deeltijds - aan. Hier in de VS is het leven ongetwijfeld harder. Maar de dromen zijn niet dood te krijgen. Hengelen naar medelijden doen ze hier niet, of niet dikwijls. Het is hier niet van ‘arme ik’.

En als je het een keer verkloot – het overkomt ons allemaal – dan begin je gewoon, op z’n Amerikaans, opnieuw.

Maar het is hard. En vele dromers stranden of lopen te pletter. Op mijn wandeling naar de metro aan Jay Street, na mijn ontmoeting met Koen, bots ik op verschillende haveloze mensen, New Yorkers die lopen te razen langs de straat.

Hier in New York leer ik elke dag meer mededogen hebben met de wereld. Ik las gisteren nog over het record aantal drugsdoden in de Bronx, in het noorden van deze miljoenenstad. Dromen kunnen soms hard zijn en meedogenloos uiteenspatten. Hier leer ik elke dag met mijn hand over mijn hart strijken.

Meest gelezen