De muur van Laken - Kristien Bonneure

In het Brussels Parlement dient Groen een voorstel in om het Koninklijk Domein in Laken open te stellen voor het publiek. Ook SPA, Open VLD en N-VA zijn dat idee genegen. Kristien Bonneure gaat elk jaar trouw naar de bloemen in de serres kijken, en hoopt op méér.
analyse
Analyse

Kristien Bonneure is VRT-journalist, ze presenteert Bonus op Radio 1.

Als in mei de Koninklijke Serres na drie weken dichtgaan, valt de poort weer in het slot. De rest van het lange jaar kijk je dan op zes kilometer muur rond het Koninklijk Domein, drie meter hoog, opgevrolijkt met prikkeldraad en camera’s. Een zeldzame keer klimt er toch een onverlaat over of rijdt er iemand een gat in met z’n auto.

De muur slingert langs het Chinees Paviljoen en de Japanse Toren, en als je langs het kanaal naar Vilvoorde fietst dan zie je niets, niets dan muur van de Laken- tot de Van Praetbrug.

Op een punt kun je een prieelachtig vervallen gebouwtje onderscheiden, geflankeerd door een eerbiedwaardige oude ceder. Naar de grote, wondere wereld daarachter hebben we het raden. Naar het schijnt gaat de koning joggen in zijn ommuurde hof.

(lees verder onder de foto)

In de pas

Gewone stervelingen zoals ik mogen enkel in de serres komen. Dat doe ik bijna elke lente, ‘comme il faut’, door het royale hek. Het is een prettige wandeling langs groepjes enorme rode beuken, de ware masten van het park, en een hele mooie linde.

De graspartijen met bosschages en narcissen lonken, maar je mag de Paadjes Niet Verlaten. Op elke hoek staat een agent. Op bezoek bij de koning is verdwalen of opzettelijk verkeerd lopen geen optie. Er zijn zelfs geen shortcuts zoals in de Ikea.

Eén miljoen liter mazout

De Oranjerie is het oudste deel van de serres, een zotternij van voor de geboorte van België, van de Nederlandse koning Willem I. De collectie sinaasappel- en mandarijnbomen en camelia’s is wereldvermaard en eeuwenoud.

Het was natuurlijk Leopold II, de Bob de Bouwer van de Belgische monarchie, die er de rest van de Glazen Stad aan toevoegde, getekend door Alphonse Balat, leraar van Victor Horta. Een kathedraal van staal en glas, met koepels, kamers en gangen, die perfect de palmen en de reuzenvarens weerspiegelde die er in wortelen.

(lees verder onder de foto)

Copyright 2012

De serres zijn een plantaardige bonbondoos waarin alles precies en ‘toevallig’ bloeit in april en mei. Een ideale florale wereld zonder dorre bladeren, schimmel of ongedierte.

Ecologisch kun je de folly van Leopold II niet noemen. De serres verwarmen kost 800.000 liter stookolie per jaar, met het kasteel erbij een miljoen liter. 1.000.000 liter mazout! Eindelijk, eindelijk zijn er nu concrete plannen om de warmte van de afvalverbrandingsoven van Neder-over-Heembeek richting Laken te pompen.

(lees verder onder de foto)

"De mooiste en gunstigste plek van Brussel"

Sinds een jaar of tien leidt de wandeling van serre naar serre ook eventjes naar buiten, in open lucht. Daar ontvouwt zich een vista, zoals er maar weinig bestaan in Brussel: glooiend gazon, in de verte een half afgebroken zuil en een lusthof-terras, machtige bomenpartijen, vijvers. Daarachter de skyline van Brussel, en iets meer in de voorgrond de donkere Japanse Toren.

(lees verder onder de foto)

Eind 18de eeuw kocht de Oostenrijkse landvoogdes dit stuk grond "op de mooiste en gunstigste plek in de omgeving van Brussel, waar we een huis bouwden en een mooie tuin in Engelse stijl aanlegden", schreef haar echtgenoot in zijn memoires. De ontwerper was niemand minder dan Lancelot ‘Capability’ Brown, de uitvinder van de Engelse landschapstuin, die ook in Kew Gardens werkte of rond Blenheim Palace, waar het wiegje van Churchill stond. Een visioniair die inschatte hoe eiken en vijvers er over tien generaties zouden uitzien.

Open tuinen

Hoezeer de grassige hellingen ook uitnodigen om de leden te strekken, kinderen en ouders mogen er enkel naar kijken, drie schamele weken per jaar. Hoe zou het er in oktober uitzien? Daar zou ik een moord voor begaan. De vijftig tinten rood en bruin zijn vast adembenemend. Eens hoorde ik een moeder tegen haar kinderen zeggen: "Kijk maar eens goed, hier betalen wij allemaal voor."

Toen Vaclav Havel president van Tsjechoslovakije werd in 1989 zette hij de poorten van de koninklijke tuinen rond de Burcht van Praag wijd open voor het publiek. In Noorwegen is iedereen welkom in het Paleispark in Oslo. Ter gelegenheid van 25-jarig jubileum van de huidige koning is het park nog heraangelegd en opgewaardeerd, ten bate van de gemeenschap.

Wordt het geen tijd om dat ook met het Koninklijk Domein in Laken te doen? Voor mijn part af en toe, of elk weekend, met geleide wandelingen, maar ook open middagen waarop ik van de hellingen mag rennen en alle joekels van bomen in de uithoeken van het domein mag verkennen. Er is zelfs een koninklijk stationnetje, stel je voor dat ik hier met de trein heen kan.

(lees verder onder de foto)

‘For ever, for everyone'

Het Koninklijk Domein van Laken is eigendom van de staat – via de Regie der Gebouwen en de Koninklijke Schenking. Koning Filip en koningin Mathilde hebben dan wel een kroostrijk gezin, maar dat Koninklijk Domein is ruim bemeten: een kleine 200 hectaren. Plaats zat voor iedereen die van rust en ruimte houdt. We zullen elkaar niet in de weg lopen.

De Britse erfgoedorganisatie National Trust heeft als motto: ‘For Ever, For Everyone’. De National Trust heeft trouwens veel adellijke domeinen in beheer en stelt die open, zelfs al wonen de eigenaars er nog.

Soms is één plus één echt gewoon twee. Zo’n reuzegroene long in Brussel, vlak naast dichtbevolkte woonwijken? Tear down these walls, sire.

Meest gelezen