In wat voor een tijd leven wij? - Steven Decraene

Steven Decraene reisde voor de VRT-nieuwsdienst van de een aanslag naar de andere, van Parijs over Brussel naar Nice en naar ... Deze intense ervaringen roepen veel vragen op. "In wat voor een tijd leven wij? Is dit nog normaal?" Hij schreef die neer in "Het jaar van de verwarring". Een voorpublicatie.
analyse
Analyse

Steven Decraene is journalist bij VRT Nieuws en heeft over zijn afgelopen anderhalf jaar verslaggeving het boek “Het Jaar van de Verwarring” geschreven. (Van Halewyck).

Het afgelopen anderhalf jaar reisde ik door Europa om verslag uit te brengen van de gevolgen van de vluchtelingencrisis en de terreuraanslagen. De actualiteit bracht me op Griekse eilanden, langs dorre Balkanvlaktes, op troosteloze pleinen in Midden-Europa, in een akelig stil Parijs, in een geschokt Brussel en bij verslagen inwoners van Nice.

Al die indrukken zijn soms moeilijk te vatten in een paar minuten televisiereportages, daarom schreef ik het neer. "In wat voor een tijd leven wij? Is dit nog normaal? Waar gaat dat met die vluchtelingen eindigen? En wanneer ontploft de volgende bom?"

Zulke vragen heb ik het voorbije jaar vaak gehoord, niet alleen op televisie of op straat, maar ook in de redactielokalen van nieuwsmedia of aan de eettafel bij familie.

Vliegende reporter

De gebeurtenissen van de afgelopen maanden slaan iedereen met verstomming. Het lijkt alsof de aarde sneller rond haar as draait en de geschiedenis net dat tikkeltje anders verloopt dan verwacht. Van de oorlog in Syrië, de exodus van miljoenen mensen tot de aanslagen op het vrije Europa en de verbrokkeling van de Europese Unie … Niemand durft nog met de zekerheden van gisteren de actualiteit van vandaag te bekijken, laat staan de toekomst uit te tekenen.

Als vliegende reporter stuurt een redactie je uit om verslag te brengen van wat er gebeurt in de wereld. Ik sta tussen de vluchtelingen en naast de brokstukken. Vaak is het verhaal zichzelf nog aan het schrijven wanneer ik er al over moet rapporteren – dat zijn nu eenmaal de wetten van het harde nieuws. ‘Breaking News’, noemen de Amerikanen het … Of nog anders: ‘News as it happens.’

Waan van de dag?

Wat is de meerwaarde van een journaliste ter plaatse? Je kan toch alles van internet halen en je hebt bovendien een beter overzicht, het zijn maar enkele redenen waarom sommige media minder investeren in correspondenten.

In een tijd waar nieuws sneller rond de aardbol raast dan ooit tevoren, is het nochtans een absolute meerwaarde om als nieuwsmedium je eigen paar ogen en oren op de plaats van het nieuws te hebben. Snelheid blijft belangrijk, maar het is vooral de context van het nieuwsevent en de reactie daarop die vaak een blijvende impact hebben op een regio, een bevolking of een beeldvorming.

Door mijn verschillende missies naar Frankrijk heb ik het klimaat voelen omslaan bij de Fransen. Van gezamenlijk protest tegen blinde terreur tot racistische bedreigingen tegen een bepaalde bevolkingsgroep, op minder dan 15 maanden tijd is de sfeer totaal omgeslagen.

Vluchtelingen en terreur, lange tijd kon je beide thema’s nog apart behandelen, maar na de nog altijd verwarrende gebeurtenissen op oudejaarsnacht in Keulen is de geest uit de fles. Een verslaggever merkt hoe de reacties van de bevolking veranderen, maar ook hoe vluchtelingen zich meer dan ooit bewust zijn dat ze niet overal nog met open armen ontvangen worden.

Sociale media

Als er één fenomeen is dat de journalistieke wereld danig door elkaar geschud heeft, is het wel de opkomst van de sociale media. Plotseling heeft en geeft iedereen een mening en een persoonlijke lezing van de feiten.

Op zich kan je dat maar toejuichen: hoe meer stemmen, hoe meer vreugde. Toch enkele kanttekeningen: niet iedereen komt even goed beslagen op het ijs en velen voelen zich geroepen om de eigenbelangen te verdedigen.

Als beroepsjournalist krijg je plotseling concurrentie van miljoenen amateur-journalisten. Sommigen zijn ongelooflijk professioneel en zouden zonder moeite kunnen meedraaien op een nieuwsredactie, maar het merendeel wil toch vooral aandacht voor de eigen stem, de eigen verlangens, de eigen agenda, de eigen angsten …

De impact van sociale media op de nieuwsberichtgeving is enorm. Na een aanslag kan je er zeker van zijn dat de eerste beelden ervan nu opduiken op Twitter, Facebook of een kleine website. Twitteraars signaleren nieuwswaardige elementen en vormen vaak de eerste en belangrijkste getuigen van nieuwsfeiten.

Als journalist kan je in feite maar blij zijn om een extra informatiebron. Alleen komt er ook veel ruis binnen door die bron: geruchten, foute informatie en zelfs volledige gemanipuleerde berichtgeving. Zijn al die gedeelde filmpjes wel authentiek? En wat doe je met actualiteit die live binnenkomt via Facebook? Nieuwe uitdagingen voor ons journalisten. Alle nieuwtjes op twitter controleren, fact-checking in de echte betekenis van het woord, dat wordt een job op zich.

Mede door al die extra ‘informatiekanalen’ dreigen de traditionele media in het verdomhoekje te belanden. Het verwijt komt dat kranten en tv-zenders te traag nieuws opmerken. Maar, o wee als die media een thema breed uitspelen want dan krijgen ze klachten dat ze sensatie zoeken of het conflict willen aanwakkeren.

Wanneer media voorzichtig handelen vanwege gevoelige informatie of omdat niet alle feiten in een verhaal kloppen, slijpen de media-watchers ook al hun messen. Beschuldigingen in de aard van ‘regime-pers’, ‘politieke correcte brigade’ of ‘censuur’ zijn dan schering en inslag.

Oeps, sorry ...

Door wekenlang met vluchtelingen en asielzoekers in contact te komen, heb ik geleerd dat iedereen de wereld op zijn eigen manier ziet. Wij in België beschouwen de situatie als bedreigend of op zijn minst uitdagend.

In het Midden-Oosten en Afrika denken veel inwoners dat Europa nu krijgt waar het om gevraagd heeft. Europa krijgt de rekening gepresenteerd omdat het decennialang met een kortetermijnvisie aan buitenlandse politiek gedaan heeft.

In de Arabische wereld staat er geen CNN en amper BBC World op, maar kijkt iedereen naar Al Jazeera. Geen ellenlange betogen over de aanslagen in Parijs of Brussel, maar veel beelden van geallieerde bombardementen die ook burgerdoelen treffen. ‘Collateral damage’ noemen ze dat op Amerikaanse zenders, maar in de landen zelf kan je met zo’n emotieloos woord niet aan verslaggeving doen.

Ik heb het zelf aan de lijve ondervonden toen ik verslag uitbracht in Zaventem na de aanslag van 22 maart. Er zat meer woede en boosheid in mijn stem dan vooraf gewild. Je bent gewoon emotioneel meer betrokken als er dicht bij jouw leefwereld iets gebeurt van die omvang.

Toen ik naar Sousse vertrok in de zomer van 2015, was ik in de eerste plaats bezig met hoe ik alles praktisch zou regelen. Een jaar later, op weg naar Nice, kon ik alleen maar denken: toch niet opnieuw? Gaat dit ooit stoppen?

Cynisme

Een gebroken man of vrouw overtuigen om zijn verhaal voor tv te doen, is een heel karwei. De impact van een camera blijft groot. Vaak willen vluchtelingen of familieleden van slachtoffers wel getuigen, maar niet als de camera draait. Televisie is zo’n krachtig medium, de emoties komen ongefilterd binnen.

Bij al die getuigenissen van vluchtelingen probeer je je in te leven, bij al die aanslagen probeer je de impact op de levens van de familieleden voor te stellen. Maar je mag daar niet te ver in gaan.

Ik vertrek naar elke opdracht met een frisse geest en een wit blad. Om me tegen overgevoeligheid maar ook tegen cynisme te beschermen, laat ik de emotioneel beladen momenten achter wanneer ik terug op het vliegtuig stap richting Brussel. Uit sommige ontmoetingen ontstaan vriendschappen, maar ik probeer me niet emotioneel te hechten aan onderwerpen.

Evenwichtsoefening

Ook dit is een evenwichtsoefening. Wie alleen op reportage trekt om te scoren of om een journalistieke prijs te winnen, verliest de menselijke dramatiek uit het oog en mist empathie. Wie zich te veel laat leiden door wat er allemaal op die plaatsen gebeurt, dreigt vroeg of laat emotioneel te crashen.

Na een tijdje weet een journalist ook hoe het scenario in elkaar zit: je komt ergens aan, je zoekt getuigen, daarna belicht je de oorzaken, misschien nog wat sfeerreportages na de eerste dagen en we kunnen weer verder.

Ons werk mag nooit in een soort routine vervallen. Net zoals we niet mogen wennen aan terreur, mogen we niet toegeven aan de sleur van de actualiteit. Elk moment is uniek, elke situatie anders.

Meest gelezen