Wie benijdt nog John Crombez? - Fabian Lefevere

Als het over ellende gaat, zijn de socialisten wel wat gewoon. Maar de golf van problemen is zo hoog en zo krachtig dat ze stilaan moeten bidden dat de problemen snel overgaan. Zo niet dreigt een debacle. Zou iemand op dit ogenblik de positie van John Crombez benijden?
analyse
Analyse

Fabian Lefevere is eindredacteur bij deredactie.be en volgt de Belgische politiek al jaren.

“Politiek is slecht toneel, gespeeld door schitterende acteurs” - het is en blijft een van de trefzekerste quotes van Bart De Wever. Maar het volkstheater van de voorbije dagen in Hasselt, had een miscast in de absolute hoofdrol: burgemeester Hilde Claes.

Als John Crombez een gong ter beschikking zou hebben om haar af te voeren, hadden ze hem wellicht van Hasselt tot Oostende horen galmen.

Dat een burgemeester op deze manier reclame voor haar eigen bal maakt, is op zijn minst knullig. Dat ze overheidsopdrachten aan de partner van haar kabinetschef toewijst, is op zijn minst autodestructief – zelfs al is alles correct verlopen.

En dat ze vervolgens stampei maakt in haar eigen partij, is vanuit het standpunt van de Grasmarkt – het Brusselse hoofdkwartier van SP.A - ronduit wraakroepend. Nu gaat het over ruziënde socialisten, veel meer dan over de politieke zeden in Hasselt.

Worstelen met het verleden

Wat overblijft is het beeld van een partij die worstelt met haar verleden. Die zo lang met de macht verkleefd is, dat sommigen die als vanzelfsprekend gingen beschouwen. (Een probleem dat overigens ook op andere plekken waar de SP.A nog aan de macht is, bestaat.)

Het is een perceptie die Crombez kan missen als kiespijn. Zeker zo kort na de Optima-affaire, nota bene door Crombezs eigen partijgenoot (en concurrent) Bruno Tobback met de Agusta-affaire vergeleken.

Tel daar nog het onophoudelijk gebeuk van de N-VA bij – die met veel succes de socialisten in het verdomhoekje heeft geduwd - en meteen wordt duidelijk tegen welk gigantisch imagoprobleem Crombez moet opboksen. Dan is een cumulverbod – zoals hij dat kort na zijn aantreden invoerde – een druppel op een hete plaat.

Hamer en aambeeld

In zo’n schandaalsfeer – we hebben het niet eens over de uitsluiting van Erdogan-supporter Ahmed Koç gehad – moet Crombez zijn partij zien te vernieuwen. Ook dat is een strijd bergop.

Allereerst op vlak van personeel. Crombez verbeterde de sfeer in de partij gevoelig na de killere Tobbackperiode, probeert ook nieuwe mensen naar het voorplan te brengen, maar die nieuwe generatie staat er nog niet. Een nieuwe Stevaert die de stroom kan verbreden lijkt daar vooralsnog niet tussen te zitten.

Ook wat de inhoudelijke vernieuwing betreft, zit Crombez tussen hamer en aambeeld. Want hoe los je het aloude probleem van de socialisten op? Hoe verzoen je de twee flanken van de partij met elkaar? De linkse “intellectuele kosmopolieten” en het traditionele arbeiderspubliek?

Bij het begin van de legislatuur leek dat te gaan lukken. Het politieke debat ging over de socialistische core: geld en economie. Met een vrij klassiek herverdelingsverhaal – waar Crombez een geut links-populisme à la Syriza mee vermengde - kon de partij scherpe oppositie voeren, de verschillen met de zittende regering in de verf zetten, en tegelijk de achterban bijeenhouden.

Maar toen werd Crombez ingehaald door de actualiteit (zoals hem al vaker is overkomen tijdens zijn prille voorzitterscarrière) en ging het politieke debat nog uitsluitend over asiel en migratie.

Dat pak zat hem, net als zijn voorgangers, veel minder comfortabel. In het verleden zwegen de socialisten het liefst over migratie en asiel – het gat in de haag, waar Stevaert het niet over wilde hebben.

Flinks risico

Crombez heeft nu een keuze gemaakt: hij gaat voor een “flinksere” koers, met het risico dat hij de linkse, steedse “intellectueel” afstoot, maar erop rekenend dat de winst bij de bredere bevolking groter is dan het verlies. Zwak punt daarin: met deze koers (en ook de uitsluiting van Koç) riskeert Crombez veel moslimkiezers af te stoten. Zeker in de steden, waar de SP.A traditioneel het sterkst staat, hebben ze die nodig.

Als de ellende blijft duren, moeten de socialisten stilaan het ergste vrezen. En brengen ze misschien nog vijf jaar langer in de oppositie door. Maar als het een troost kan zijn: ook CD&V had twee legislaturen nodig om zich enigszins te herstellen van de opdoffer van de dioxinecrisis in 1999.

Meest gelezen