Een handtekening is niet genoeg – Freek Willems

Na meer dan een halve eeuw oorlog hebben de Colombiaanse overheid en de FARC eindelijk een definitief vredesakkoord gesloten. Maar is er nu ook vrede in Colombia? Absoluut niet, het echte werk moet nog beginnen; en het zal niet van de poes zijn.
analyse
Analyse
AFP or licensors

Freek Willems is eindredacteur bij deredactie.be en volgt het nieuws uit Latijns-Amerika.

U mag het gerust een historische gebeurtenis noemen, daar in Cartagena. In Colombia, een land waar het merendeel van de 46 miljoen mensen nooit vrede heeft gekend, hebben de regering en de grootste guerrillabeweging van Latijns-Amerika een definitief vredesakkoord gesloten. Dat het vredesproces in de Cubaanse hoofdstad Havana veel langer geduurd heeft dan eenieder aan de onderhandelingstafel had gehoopt, is nu nog slechts een detail.

De handtekeningen staan op papier. Tot voor kort gezworen vijanden hebben de hand gedrukt, elkaar in de ogen gekeken en afgesproken een einde te maken aan het langstlopende conflict op Amerikaanse bodem. Voldoende redenen tot opluchting en euforie. Maar er zijn ook redenen tot twijfel en voorzichtigheid.

Hoe historisch dit akkoord ook is, een handtekening op papier is niet genoeg. Geen Colombiaan die eraan twijfelt dat – ondanks moeilijke gesprekken die bijna vier jaar hebben geduurd – het echte en moeilijkste werk nog moet beginnen: de uitvoering van het akkoord. Het zal geen recht pad naar vrede zijn, maar een hindernissenparcours dat herinneringen aan eerdere pogingen tot vrede zal oproepen.

Referendum

Om te beginnen is er de ratificatie van het vredesakkoord. De Colombiaanse president Juan Manuel Santos zal het akkoord op 2 oktober voorleggen aan de bevolking via een referendum. Volgens verschillende peilingen zou een grote meerderheid van de bevolking het akkoord goedkeuren. Maar het blijft afwachten hoe de Colombianen echt zullen stemmen.

Colombia is in deze een gepolariseerd land. De roep om vrede klinkt er even luid als die om gerechtigheid. Veel Colombianen snakken naar vrede en juichen een vredesakkoord tussen FARC en overheid toe. Maar tegelijk vinden velen dat de guerrillabeweging er te gemakkelijk vanaf komt. Peilingen wezen er eerder op dat zowat 90 procent van de bevolking de FARC-leiders in de gevangenis wil zien belanden. Na alle gruwel die ze hebben begaan, zou een gevangenisstraf het minimum moeten zijn, zeggen ze.

Zo denkt ook de rechtse oppositie in het Colombiaanse parlement erover. Senator en ex-president Alvaro Uribe noemde het juridische deelakkoord – dat deels gebaseerd is op een vorm van amnestie voor wie geen oorlogsmisdaden heeft begaan – een toonbeeld van straffeloosheid. Uribe wil naar eigen zeggen ook vrede in zijn land, “maar niet op deze manier”.

Daarom zal niet alleen het referendum, maar ook de omzetting van het vredesakkoord in wetgeving nog een huzarenstukje worden. Naar verluidt hebben Santos en de FARC voldoende afspraken gemaakt om het akkoord te verankeren in de Colombiaanse wetgeving, zodat een nieuwe regering – Santos geeft in 2018 de macht door – het niet op de helling kan zetten. Maar dat dat allemaal van een leien dakje zal lopen, is niet gezegd.

Alle wapens neer

Ondanks de onvrede over de amnestieregeling, beseffen vele Colombianen wel dat er in dat juridische deelakkoord een zekere evidentie zit. Ze weten ook dat de FARC-leden nooit hun wapens zullen neerleggen om vervolgens decennia achter de tralies te belanden. De FARC zijn de voorbije vier jaar in Havana op diezelfde nagel blijven kloppen. Vrede in ruil voor een leven in de gevangenis, dat zagen ze niet zitten.

De wapens neerleggen en zich omvormen tot een politieke beweging of partij, dat is wel de bedoeling. Althans van de rebellenleiders. Binnen de zes maanden na de ondertekening van het vredesakkoord zouden alle guerrillero’s hun wapens moeten inleveren. Verschillende delegaties van de FARC keurden het akkoord afgelopen weekend na een congres unaniem goed, maar het is nog niet duidelijk of alle 7.000 à 8.000 rebellen ertoe bereid zullen zijn om effectief de wapens neer te leggen.

Veel FARC-rebellen vrezen namelijk voor een toekomst zonder wapens. Hun AK-47 gaf hen bescherming en status. Het was jarenlang hun trouwe gezel. Zonder voelen ze zich kwetsbaar. De rebellen vrezen vooral dat criminele organisaties het op hen gemunt zullen hebben. Die bendes, voortgesproten uit ontbonden paramilitaire organisaties, liggen op de loer om FARC-territorium in te nemen, inclusief de illegale handeltjes die er gevoerd werden.

Ze zouden ook wraak kunnen nemen voor de misdaden die de FARC hebben begaan. De FARC zijn nog niet vergeten hoe zo’n 3.000 leden van de UP – de politieke vleugel van de guerrilla in de jaren 80 – destijds door (para)militairen vermoord werden. Hoewel de regering in het vredesakkoord belooft om die neoparamilitaire groepen te ontwapenen, bestaat de vrees dat rebellen uit schrik voor wraakacties niet happig zullen zijn om al hun wapens in te leveren.

En wat die politieke transitie betreft, ook dat is voornamelijk een zaak voor de rebellenleiders. Vele guerrillero’s onder hen zijn amper geïnteresseerd in politiek, wel in de gewapende strijd. Zij zullen zich misschien nog het meest moeten aanpassen, binnen of buiten die politiek.

Het arme platteland

Een ander struikelblok is de precaire situatie op het platteland. De FARC namen zestig jaar geleden de wapens op wegens de ongelijke verdeling van grond in Colombia. Zes decennia later is die sociale ongelijkheid nog steeds een prangend probleem. Grond is heel ongelijk verdeeld en grotendeels in handen van steenrijke families, multinationals en gewapende groeperingen. Zij zien vooral de economische waarde ervan en azen op zoveel mogelijk grond om zoveel mogelijk winst te boeken.

Anders dan bij vorige vredesakkoorden of pogingen tot – die enkel gericht waren op ontwapening van de guerrilla – is landhervorming in dit akkoord wel opgenomen. De regering belooft onder meer massaal in het platteland te zullen investeren. Het moet de "gevolgen van het conflict omkeren en de omstandigheden die het voortdurende geweld in deze gebieden in de hand gewerkt hebben veranderen", staat in het akkoord te lezen.

De FARC drukken hun hoop uit dat deze hervormingen "ertoe zullen bijdragen om de historische oorzaken van het conflict op te lossen", zoals de concentratie van land bij een te kleine groep en de uitsluiting en achterstelling van de boerengemeenschappen.

Maar ook hierover blijft de (plattelands)bevolking sceptisch. Zolang er geen sociale rechtvaardigheid is en er niet voldoende in de landelijke gebieden wordt geïnvesteerd, zal er geen vrede zijn, is te horen bij de boerengemeenschappen. Het klinkt allemaal wel goed, wat de regering belooft, maar voorlopig zijn het in hun ogen niet meer dan beloftes.

De boerengemeenschappen vrezen ook dat een vredesakkoord meer buitenlandse investeerders zal aantrekken, wat de druk op het grondgebied nog zal verhogen en de aanleiding kan zijn voor nieuwe (sociale) conflicten. Alleen een vredesakkoord dat een waardig leven op het platteland mogelijk maakt, kan volgens hen effectief tot vrede leiden.

Nog meer guerrillero's

En dan is er nog dit: de FARC is niet de enige guerrillabeweging in Colombia. Hoewel het ELN of Nationaal Bevrijdingsleger beduidend minder rebellen telt – zo’n 1.500 à 3.000 – en minder relevant is, is de vraag hoe het ELN op het vredesakkoord zal reageren.

Zullen zij in het gat springen dat de FARC achterlaten? Of slaan ook zij de gewelddadige bladzijde om en kiezen ze voor vrede? In maart werd bekendgemaakt dat er nu ook met het ELN een formeel vredesproces opgestart zal worden, maar dat is nog niet echt uit de startblokken geschoten.

De enige weg

Kortom, nu de onderhandelaars terug zijn uit Havana en het feest in Cartagena achter de rug is, begint het echte werk. President Santos beseft dat dit vredesakkoord een compromis is en op weerstand botst, maar roept de Colombianen op erin te geloven. “Ook al heeft de vrede die we hier sluiten zijn zwaktes, het is de enige weg vooruit.”

Voor of tegen dit akkoord, feit is dat de Colombianen vrede verdienen. Want ondanks die gewelddadige geschiedenis – of net daarom? – zijn ze een van de warmste volkeren op het Amerikaanse continent.

In België moeten we met de jaren harder zoeken naar mensen die "den oorlog" nog bewust hebben meegemaakt. Als alles goed gaat, zullen er binnen één of twee generaties eindelijk ook Colombianen zijn die nooit oorlog hebben gekend.

Meest gelezen