Wat kost een gevechtsvliegtuig? - Jens Franssen

Ons land heeft beslist de verouderde F-16's te vervangen door zo’n 30 nieuwe gevechtsvliegtuigen. Vijf toestellen zijn in de running. Maar wat kost nu zo’n toestel? En welk is dan het goedkoopste van de vijf? Moeilijke vragen. Of hoe een gevechtstoestel van 90 miljoen euro goedkoper kan zijn dan een concurrent van 50 miljoen euro.
analyse
Analyse

Jens Franssen is journalist bij VRT Nieuws. Hij volgt de buitenlandse gebeurtenissen en onder meer defensie voor VRT Nieuws.

Naakte stukprijs

Allereerst is er de naakte stukprijs van een gevechtsvliegtuig. Hiervoor krijg je grosso modo het eigenlijke vliegtuig, de motor(en), sensoren, bijkomende helmen, al dan niet ingebouwde radarsystemen en bv. afwerpbare extra brandstoftanks. De variatie per toestel is erg groot.

Sommige toestellen worden aangedreven door één motor (bv. F-35 en Gripen), andere hebben er twee (Rafale, Eurofighter, F-18 Super Hornet). Ook het arsenaal aan radars, sensoren, communicatiemiddelen en afweermechanismen per toestel verschilt gevoelig van elkaar.

En dat laat zich vanzelfsprekend allemaal voelen in de stukprijs, maar ook in de capaciteit van elk toestel. Een toestel met 2 motoren kan meer vermogen ontwikkelen maar is duurder in onderhoud.

Sommige producenten rekenen dat je met 2 dure toestellen een missie kan uitvoeren, andere rekenen daarvoor op 3 wat goedkopere toestellen. Dat moet je verrekenen in de kostprijs. 

Kosten wapensystemen

Bij de naakte stukprijs komen ook de kosten van de wapens waarmee je het toestel wil uitrusten. Denk aan de verschillende soorten raketten (lucht-lucht, lucht-grond, lucht-zee, afweerraketten), maar evengoed het type, op basis van laser- en/of infraroodgeleiding. Elke producent heeft zo een set ‘voorkeurwapens’, al zou je in theorie ook vrij kunnen shoppen bij andere producenten van wapentuig.

Welk soort wapen onder het toestel hangt, staat natuurlijk niet los van dat toestel. Raketten met een extra ver bereik onder een gevechtsvliegtuig hangen dat niet over een krachtige radar beschikt die ver kan kijken, heeft maar weinig zin.

Voor ons land kan meespelen dat we met de F-16 van producent Lockheed Martin (LM) al over een stock Amerikaanse wapens beschikken. Die zijn het makkelijkst compatibel met de F-35, die ook door LM wordt gebouwd.

Ingebruiknamekosten

Hieronder vallen alle kosten om het toestel (de vloot toestellen) in gebruik te nemen. Denk dan onder meer aan de kosten voor de opleiding van de eerste piloten, de nieuwe uitrusting van de werkplaatsen, aanpassing van hangars, aankoop van simulatoren of de huur of lease ervan.

Sommige producenten voorzien 2-zitters voor opleiding, andere niet omdat de opleiding meer via simulatoren kan.

De gebruikskosten

Dit is zonder twijfel de belangrijkste kostenpost om in rekening te nemen. Een gevechtstoestel gaat al makkelijk zo’n 30 jaar mee. Onder de gebruikskosten plaatsen we alle kosten tijdens die periode.

Kleine variaties in een parameter kunnen grote financiële gevolgen hebben. Onder de gebruikskosten verstaan we vanzelfsprekend de kosten zoals kerosine, personeelskosten om het gevechtstoestel en wapensysteem al die jaren te onderhouden, voorziene updates en wisselstukken.

En natuurlijk ook de kosten om het toestel gedurende die jaren in te zetten. Hier spelen erg veel parameters: als de wisselstukken gedurende 30 jaar in een vreemde munt moeten worden aangekocht, kan dat een grote invloed hebben op de prijs. Om de hoeveel uren moet het toestel een onderhoudsbeurt krijgen? En wordt er gedurende die jaren van gebruik updates voorzien? En kan je daarvoor samenwerken met een buurland? Kan je bijvoorbeeld samen wisselstukken beheren met andere landen in een gedeeld systeem, of moet je alleen voor die kosten instaan? En wat als er onvoorziene problemen opduiken na jaren, wie staat dan in voor de extra kosten?

De totale levensduurkosten

Door alle bovenstaande kosten in te schatten en samen te tellen kom je op de totale levensduurkosten. Op die manier zou je rekenkundig de prijzen naast elkaar kunnen leggen.

Weet dan wel dat elk toestel specifieke eigenschappen heeft die soms gevoelig van elkaar verschillen. Het lastigste is dus de parameters zo te bepalen dat je de totale levensduurkosten van de toestellen grondig met elkaar kan vergelijken.

De politieke kosten

Belangrijk om te weten is dat bv. ons land niet direct bij producenten van gevechtstoestellen koopt, maar bij de overheidsagentschappen van de landen waar ze gemaakt worden. Het zijn de bedrijven die bouwen (en lobbyen), maar de verkoop is er een tussen staten.

Dat is niet onbelangrijk, want het speelt ook wel mee in de waardering van een gevechtstoestel. Als je 30 jaar samen in zee wil gaan en afhankelijk bent voor een strategisch belangrijk wapensysteem, dan komt daar een prijs voor.

Verder speelt hier ook de politiek-strategische vraag: kopen we Europees of Amerikaans? Gaan we voor Europese jobs of kopen we ‘goodwill en vertrouwen’ bij onze grootste veiligheidsgarantor, de VS? En als het feit dat sommige toestellen zich al echt bewezen hebben in gevaarlijke conflicten een rol speelt, welk bedrag kleven we daar dan op?

Economie

Ook de economische return speelt mee in het bepalen van de uiteindelijke kostprijs. Europa verbiedt formeel de klassieke economische return, maar voor dit soort grote investeringen zijn er wel constructies mogelijk zodat een deel van de investering via contracten of tewerkstelling terugvloeit.

Aangezien alle kandidaten al ontwikkeld zijn, wordt eerder gekeken naar onderhoud tijdens de gebruiksperiode. Verder ook wordt gedacht aan ruimere economische samenwerking, waardoor zo een veel ruimer deel van investering kan terugvloeien.

De meeste producenten maken deel uit van grote industriële groepen. De return zou in economische samenwerkingen kunnen zijn rond satellieten, de bouw van windmolens, hoogtechnologie, of eenvoudig via contracten voor de onderdelen voor de burgerluchtvaart.

Voor de producenten is het vooral zoeken in Vlaanderen naar voldoende levensvatbare bedrijven die zouden kunnen inhaken. Vlaanderen is immers een land van kmo's, en die hebben weinig ervaring laat staan ‘goesting’ in dit soort contracten met producenten van wapens.

De totale kostprijs

De totale kostprijs is dus het geheel van alle voorgaande objectieve en subjectieve factoren. Want niet alles kan je in cijfers uitdrukken. Weet ook dat –zoals bij elke aankoop- het aantal toestellen dat je aankoopt voor een stuk mee de prijs zal bepalen. Hoe meer, hoe groter de ruimte om de prijs wat te drukken.

Maar er zijn –helaas- nog meer factoren die de uiteindelijke kostprijs zullen bepalen. Erg belangrijk is wat je als land met zo’n gevechtstoestel de komende 30 jaar wil doen.

Hou er rekening mee dat het niet makkelijk is om vooruit te kijken in deze volatiele wereld en toekomstige dreigingen in te schatten. Welke rol speelt zo’n wapensysteem dan in het veiligstellen van onze welvaart, economie en belangen?

Moet zo’n nieuw toestel een kernwapen kunnen vervoeren, iets wat de huidige F-16 kan? Willen we alleen ons eigen luchtruim beschermen, of indien nodig ook de zeeroutes naar onze havens beveiligen?

En moet zo’n toestel dat dan ook kunnen afdwingen tegen een relatief goed bewapende schurkenstaat? Wat voor soort toestel hebben we daarvoor nodig? Een duur dat veel kan, of een dat misschien goedkoper maar wat minder performant is? Wat is goed genoeg? En tegen welke prijs?

Meer dan het antwoord op de vraag wat zo’n toestel nu kost, telt vooral de vraag: wat verwachten we van zo’n vloot gevechtstoestellen de komende decennia, en welke prijs willen we daarvoor betalen?

Meest gelezen