Het donkere verleden van "Amerika eerst" - Tom Van de Weghe

Presidentiëler dan afgelopen week hadden we Donald Trump nog niet gezien, toen hij beheerst maar ietwat houterig zijn buitenlandplannen uit de doeken deed. Van een autocue dan nog wel. Moet de rest van de wereld nu sidderen en beven, of valt het allemaal wel mee?
analyse
Analyse

Tom Van de Weghe is Amerikawatcher bij VRT Nieuws. Volg hem op Twitter via @tomvandeweghe.

Na de voorverkiezingen van afgelopen week is Donald Trump alweer een stapje dichterbij de nominatie van Republikeinse presidentskandidaat. Niets is tot nog toe onmogelijk gebleken in deze race, maar de kans dat zijn twee overgebleven rivalen hem nog stokken in de wielen kunnen steken is bijzonder klein geworden.

Het lijkt stilaan ook op wishful thinking van het establishment om op de partijconventie in Cleveland deze zomer nog een andere kandidaat dan Trump te laten nomineren. Eentje die minder polariserend zou moeten zijn. Als dat zou doorgaan dreigt de Republikeinse partij haar eigen doodvonnis te tekenen.

Het besef groeit ook bij de partijtop: de wil van de Republikeinse kiezer kan niet langer genegeerd worden. Trump scoorde deze week in sommige staten 64% van de stemmen.

Laten we er daarom gemakshalve van uitgaan dat we op 8 november de affiche Trump-Clinton krijgen. Daar gokken ook veel peilingen op. En die schatten de kansen van Trump op het presidentschap betrekkelijk laag in. Hij zou minder verkiesbaar zijn dan Hillary Clinton. Maar klopt dit wel? Het zou niet de eerste keer zijn dat de peilingen er dit jaar flink naast zitten. Er kan nog vanalles gebeuren de komende zes maanden. Hillary kan dus niet zomaar achterover leunen.

Amerika Eerst

Donald Trump wordt steeds sterker naarmate de race vordert. Steeds meer Republikeinse kiezers voelen zich aangesproken door zijn populistische boodschap. Een nationalistische boodschap ook, die de kiezer wil verleiden met het herstel van vergane glorie. Zoiets slaat aan in onzekere tijden, met gruwelijke aanslagen in Parijs, Brussel en San Bernardino. Trump speelt niet alleen perfect in op het angstgevoel van de Amerikanen, maar ook op hun eergevoel.

Da’s ook de bedoeling van zijn nieuwe slogan ”Amerika Eerst” waarmee hij zijn buitenlandbeleid in twee woorden samenvat. Een simplistische slogan, zo schoot gewezen buitenlandminister Madeleine Albright het meteen af. “Dat houdt geen steek in een geglobaliseerde wereld.”

Maar daar trekt The Donald zich niets van aan. Want in de oren van zijn kiezers klinkt het allemaal als muziek: “Nu is het onze beurt. De rest van de wereld moet maar wachten.”

Nieuw buitenlands beleid?

Trump belooft dus “een gedisciplineerd, gepland en samenhangend buitenlandbeleid”, dat in schril contrast moet staan met de “roekeloze, roerloze en doelloze” daden van president Obama en zijn buitenlandminister Clinton. Hij rekent niet alleen af met de regering Obama, maar ook met het havikenbeleid van de neoconservatieven in de regering Bush.

Opvallend: er vallen geen verrassende nieuwe voorstellen te bespeuren die zorgen voor krantenkoppen, zoals zijn eerdere oproep om moslims uit de VS te houden of een muur te bouwen op de grens met Mexico. Daar gaat hij ook niet verder op in.

Wel verwerpt hij het nucleair akkoord met Iran, wil hij investeren in een raketsysteem in Europa en meer steun voor Israel. Hij wijkt dus niet af van de bestaande consensus bij de Republikeinen.

Trump herhaalt ook zijn plan om de Navo te hervormen en eist dat Europese bondgenoten een grotere duit in het zakje doen. Hij slaat een opmerkelijk vriendelijke toon aan met Rusland, waarmee hij het op een akkoordje wil gooien in de strijd tegen de radicale islam. Een ander akkoordje wil hij sluiten met de Chinezen. “Of dat lukt weet ik niet,” geeft hij toe, maar “vertrouw mij, want ik ben goed in akkoordjes.”

Tegenstrijdigheden

Trump overdrijft in zijn analyse, maar heeft niet totaal ongelijk wanneer hij stelt dat de Obama-doctrine van de voorbije jaren gefaald heeft. Obama wou dat Amerika leiding gaf in de wereld zonder het voortouw te moeten nemen. “Leading from behind” dus.

In praktijk kwam het neer op getwijfel, getreuzel en verkeerde inschattingen. De problemen met Libië, Syrië, Irak en IS zijn uiteraard niet op rekening van Obama te schrijven, maar spreken boekdelen.

Bondgenoten weten niet meer wat ze nog van Amerika kunnen verwachten en voelen zich in de steek gelaten. Concurrerende grootmachten zoals Rusland, China en Iran tasten al jaren de grenzen af. Ze hebben van de afwezigheid van Amerika gebruik gemaakt om hun regionale positie te versterken.

Toch is het de vraag of het voor de wereld allemaal eenduidiger wordt met Donald Trump. Als we afgaan op zijn speech, staan zijn plannen bol van de tegenstrijdigheden.

Zo pleit hij eerst voor een meer onvoorspelbaar buitenlands beleid, om even later te besluiten dat Amerika een meer standvastig buitenlands beleid nodig heeft. Hij wil alle moslims buiten houden, maar wil tegelijk meer internationale samenwerking om de verspreiding van de radicale islam tegen te houden, zonder in details te treden.

Trump bekritiseert zijn voorganger als het over Irak gaat, maar verwijt hem even later dat hij geen oorlog in Syrië is gestart “om de christenen te helpen.” En zo gaat het verder.

Trump blijkt opvallend veel mosterd gehaald te hebben uit het verleden. Neem nu zijn slogan “Amerika Eerst”. Die is niet nieuw, maar roept herinneringen op aan een donker hoofdstuk uit de recente Amerikaanse geschiedenis.

Begin jaren 40 was het de naam van een isolationistische beweging met illustere namen zoals autobouwer Henry Ford, vliegtuigpionier Charles Lindbergh en zelfs de latere president Gerald Ford.

"Amerika moet neutraal blijven," zo klonk het. Ze wilden het op een akkoordje gooien met Hitler en lieten zich betrappen op anti-joodse uitspraken. Met de Japanse aanval op Pearl Harbor stierf ook America First.

We lijken het na acht jaar bijna vergeten, maar ook president Obama trad destijds aan met de belofte dat er onder hem niet om het even waar ter wereld aan “nation-building” zou gedaan worden. Het zou voortaan vooral in Amerika zelf gebeuren.

Het probleem is net dat veel Amerikanen daar te weinig van gemerkt hebben. Ze sukkelden verder van crisis naar crisis. Daarom is hun vertrouwen in Washington er verder op achteruit gegaan en hebben ze hun hoop gevestigd op een outsider als Trump. Hij moet het tij keren.

Ook wat de kritiek op de Navo-bondgenoten betreft doet Trump oude wijn in nieuwe zakken. Hij sluit daarmee aan bij wat Obama begin deze week nog herhaalde in Londen. "Europese landen dienen minstens 2% van hun bnp te investeren in defensie." Lees : een grotere last dragen in de werking van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie.

Handelsoorlogen

Maar of Trump zijn campagneslogan “Amerika first” ook in daden zal omzetten en Amerika van het wereldtoneel zal terugtrekken lijkt onwaarschijnlijk. Zo belooft hij in zijn toespraak onomwonden dat hij niet zal twijfelen om militairen in te zetten indien nodig. Dat lijkt verdacht veel op interventionisme, en niet op isolationisme.

Overgoten met een Trumpiaans sausje weliswaar: “Als Amerika gaat vechten, dan is het alleen wanneer we een plan hebben om te winnen.” Heet dit niet gewoon de Powell Doctrine, genoemd naar generaal en later buitenlandminister Colin Powell die de grondoorlog in Irak in 1991 leidde?

Behalve de verpakking verschilt de inhoud van Trump’s buitenlandplannen dus niet zoveel met wat we al eerder gehoord hadden bij de Republikeinen. Hij is dus geen isolationist pur sang.

Hij onderscheidt zich van zijn partijgenoten vooral door te redeneren vanuit een zakelijk instinct in plaats van een politiek instinct. En dat is niet zonder gevaar. Zo is hij bijvoorbeeld voorstander van een protectionistischer handelsbeleid. Maar dat kan uitdraaien op regelrechte handelsoorlogen.

Als dat gebeurt dreigt Trump de wereld in een nieuwe recessie te storten. En da’s net het omgekeerde van zijn belofte “Make America Great Again.”

Nu, voor het zover is zal Trump eerst nog oog in oog moeten staan met zijn uitdager Hillary Clinton, gepokt en gemazeld in het buitenland. Dat zal vooral gebeuren tijdens de tv-debatten, waarvan er eentje uitsluitend zal gaan over buitenlands beleid.

Hij heeft nog enkele maanden om zich in te werken. Hoe hij dat zal doen? Boeken leest hij amper, zo gaf hij al eerder toe. Zijn grootste bron van informatie? Televisie kijken. Een ideetje daaromtrent: misschien moet hij nog eens in zijn rol van The Apprentice kruipen en enkele goede buitenlandadviseurs aanwerven?

Meest gelezen