Super Tuesday: de kansen van Trump en Clinton - Leen De Witte

Vannacht is het Super Tuesday, een dag met voorverkiezingen in een reeks Amerikaanse staten. Volgens de peilingen wint Donald Trump uitgesproken bij de Republikeinen en Hillary Clinton bij de Democraten. Journaliste Leen De Witte zoekt naar hun kansen in deze presidentiële race.
analyse
Analyse

Leen De Witte is VRT journalist en volgt de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten.

Op Super Tuesday, de eerste dag in de lange reeks voorverkiezingen waarbij verschillende staten op dezelfde dag stemmen, levert niet meteen een ontknoping op. Het blijft wel de dag waarop de meeste afgevaardigden verdeeld worden en kandidaten dus zekerder kunnen worden van hun positie.

Volgens de peilingen wint Donald Trump uitgesproken bij de Republikeinen en Hillary Clinton bij de Democraten. De redenen voor hun succesverhaal lopen erg uiteen.

Donald Trump

Donald Trump wil Amerika weer groot maken en die boodschap slaat aan, bij zowat alle Republikeinen. In de peilingen ligt Trump zowat in alle Super Tuesday-staten op kop. De vraag is dus niet zozeer of hij wint, wel met hoeveel voorsprong.

Het ziet er meer en meer naar uit dat hij de kandidaat voor de Republikeinen wordt, ook al volstaat de uitslag van Super Tuesday niet om dat al met zekerheid te zeggen. En dat veroorzaakt de nodige paniek in de hoogste rangen van de GOP, de Grand Old Party. Peilingen geven hem 49 procent van de stemmen of evenveel als al zijn tegenstanders samen. Marco Rubio volgt met 16 procent, Ted Cruz met 15 procent.

In het beste scenario neemt Trump straks een grote voorsprong op al zijn rivalen in de race door zoveel mogelijk afgevaardigden achter zich te scharen. En ook al is de kloof niet groot genoeg om nu al de overwinning uit te roepen, dan blijft hij nog zwaar aan kop in de race.

Uitkijken naar 1 maart

Er vallen 661 Republikeinse afgevaardigden te ‘winnen’ en volgens de regels moeten die proportioneel verdeeld worden, dus evenredig met het aantal behaalde stemmen. Alleen voorverkiezingen die na 15 maart gehouden worden, mogen alle afgevaardigden naar de overwinnaar laten gaan, volgens het principe ‘the winner takes it all’.

Vanaf dan wordt het nog veel moeilijker om de koploper in te halen, dus is het alle hens aan dek voor de andere kandidaten. Welke regels gevolgd worden, hoe de stemmen precies verdeeld worden en of je daarvoor een ‘kiesdrempel’ moet overschrijden, mogen de staten zelf bepalen.

Voor de republikeinen zijn dat op 1 maart Alabama, Arkansas, Georgia, Massachusetts, Oklahoma, Tennessee, Texas, Vermont, en Virginia. Daar komen nog caucussen of partijvergaderingen bij in Colorado, Minnesota, Alaska en Wyoming.

Marco Rubio

Trump heeft nog vier tegenstanders, die het onder elkaar proberen uit te vechten terwijl hij de afgevaardigden verzamelt.

Er is Marco Rubio, de senator uit Florida, die de partijtop van de Republikeinen als sterkste tegenstander van Trump ziet maar die nog geen enkele overwinning binnenhaalde. Na vier voorverkiezingen werd hij nog niet meer dan een beloftevolle tweede en momenteel is nog niet duidelijk of Super Tuesday daar verandering in zal brengen.

Rubio maakt het meeste kans in staten waar het stempubliek conservatief en hoogopgeleid is. Ook godsdienst speelt een rol. Zo kan hij in Massachussets – een hoofdzakelijk katholieke staat – als enige katholieke kandidaat misschien wel potten breken. Maar hij moet nu niet winnen, op 15 maart houdt ‘zijn’ Florida voorverkiezingen en dan krijgt de winnaar alle afgevaardigden toegewezen.

Ted Cruz

Wie wel moet winnen, is de oerconservatief Ted Cruz. Al lijkt dat op dit moment eerder een poging te worden om wat achterstand op Trump in te lopen. Op papier valt er op Super Tuesday best wat te rapen voor Cruz: de zeven zuidelijke staten waar de meeste afgevaardigden te veroveren zijn, zijn sociaal conservatief en vormen dus het ideale kiespubliek voor Cruz.

Maar volgens de peilingen doet ook Trump het in al die staten even goed. In Texas, zijn thuisstaat, ligt Cruz op kop, maar de voorsprong op Trump varieert van 10 tot 1 procent. In elk geval is het make-or-break voor Cruz want waar zou het wel lukken als hij niet wint in Texas. De staat levert bovendien met 155 de meeste afgevaardigden op, dus zonder aanzienlijke winst kan Cruz Trump nooit meer bijbenen.

Einde voor Carson?

Beide heren zien we in elk geval terug na Super Tuesday. Dat is minder zeker voor de gouverneur van Ohio, John Kasich, en oud-neurochirurg Ben Carson. Die eerste wil vooral blijven meespelen tot de voorverkiezingen in de meer noordelijke – en gematigd republikeinse staten plaatsvinden.

Voor Carson wordt Super Tuesday mogelijk het einde van de race. Al worden ze misschien allebei onder druk gezet door de partijtop om op te geven. Hoe langer zij blijven meedoen, hoe moeilijker het voor Cruz en Rubio wordt om het tegen Trump op te nemen.

Democraten: Nobody leaving

Veel minder keuze is er voor de democratische kiezer en hoe het ook uitdraait, geen van beide kandidaten zal het strijdtoneel moeten verlaten na Super Tuesday. Er zijn voorverkiezingen in Arkansas, ‘Clintonland’, waar Bill Clinton geboren werd, gouverneur was en Hillary jarenlang first lady.

In thuishaven Vermont haalt Bernie Sanders volgens de peilingen 71 procent. Maar in de andere staten lijkt vooral de demografie te zullen bepalen of Sanders kan winnen of niet. Clinton scoort in tegenstelling tot Sanders goed bij de Afro-Amerikaanse en Latino-stemmers die een groot deel van het kiespubliek uitmaken in de zuidelijke staten.

Als Clinton daar haar slag thuishaalt, kan ze een aardige voorsprong aan afgevaardigden opbouwen. Hoe hoger het aantal Afro-Amerikaanse stemmen, hoe kleiner de kans dat Sanders wint.

Er zijn wel een aantal staten waar hij kan en zal proberen te winnen, in Colorado bijvoorbeeld. De meeting die Sanders er in oktober hield, lokte zoveel volk dat meteen duidelijk werd dat hij een blijver zou worden. Sanders komt er vaak en wil hier bewijzen dat hij ook Latino-stemmen kan trekken en dus blijven meedoen als de race om het presidentschap verder trekt naar het westen.

Blank of zwart

Er is Massachussets, dat naast Vermont ligt en waar Sanders ook gesteund wordt door heel wat democraten uit de partijtop. Toch voorspellen de peilingen een nek-aan-nekrace met Clinton. In het overwegend blanke Oklahoma gaf Sanders veel geld uit aan zijn campagne en zou hij het ook halen van Clinton met 48 tegenover 43 procent. Maar centraal in zijn campagne ligt Minnesota, waar Sanders populair is bij de progressieve en vooral blanke bevolking. Die staat wordt de grote test.

Maar in Texas, waar de grootste brok afgevaardigden te verdienen zijn, ligt Clinton zwaar voorop: er stemmen veel Afro-Amerikanen, vrouwen en Latino’s. Sanders is er wel strijdvaardig en voert hevig campagne in tegenstelling tot in Tennessee. Die voornamelijk zwarte staat liet hij zo goed als links liggen.

Hillary Clinton

Clinton is van plan om terug te slaan en zet stevig in op de staten waar Sanders denkt te kunnen winnen. De manier waarop beide kandidaten campagne voeren, verloopt zowat overal volgens hetzelfde patroon: Team Hillary is snel zichtbaar aanwezig in de staat en krijgt meteen de steun van het establishment.

Team Sanders komt meestal wat later aan maar de 74-jarige senator trekt telkens een pak volk met zijn ‘rallies’, waar hij tekeergaat tegen het establishment en Wall Street, en pleit voor inkomensgelijkheid en gratis hoger onderwijs.

De peilingen geven Clinton een grote voorsprong: 55 procent tegenover 38 voor Sanders. Maar hij gaat zelfs bij verlies door naar het Noorden en Midwesten, waar zijn boodschap voor een meer faire economie voor de middenklasse meer gehoor krijgt.

Superdelegates

Maar uiteindelijk gaat het om het verzamelen van genoeg afgevaardigden die op de nationale conventie in de zomer zullen bepalen wie de kandidaat wordt voor elke partij. Op Super Tuesday worden dus de meeste afgevaardigden tot nu toe ‘uitgedeeld’.

Er zijn ook nog de superdelegates: prominenten uit de partij die zich bij de finale stemming voor de presidentskandidaat niet hoeven te houden aan de uitslag van de voorverkiezingen maar zelf kiezen voor wie ze willen. Dat systeem werd in 1980 ingevoerd toen Jimmy Carter het bij de Democratische nominatie haalde van Edward Kennedy op basis van een hype maar de uiteindelijke presidentsverkiezing verloor.

Hooggeplaatsen binnen de democratische partij kregen toen een speciale stem om ‘anomalieën’ tegen te gaan. Dat zijn er zo’n 800 op 4800 bij de Democraten en hun stem kan doorslaggevend zijn.
Zo heeft Clinton nu 91 afgevaardigden verzameld en Sanders 65. Maar tel je daar de superdelegates bij, dan wordt het 544 tegenover 85. Een verschil dat nog moeilijk overbrugbaar lijkt.

Bij de Republikeinen zijn er 2.380 afgevaardigden waarvan 123 zogenoemd ‘unpledged’, of niet gebonden. Maar volgens de regels van het Republican National Congress worden zij verplicht om zich bij de stemming te houden aan de uitkomst van de voorverkiezingen.

Voor de Republikeinen komt het er dus op aan om zoveel mogelijk afgevaardigden bij elkaar te krijgen en de nominatie in de wacht te slepen. En op dit moment lijkt dat Donald Trump te zullen worden.

Meest gelezen