Het lef van Adil en Bilall - Ward Verrijcken

Na maanden van hype, prijzen in Toronto en ontelbare Facebook-posts, kunnen we vanaf vandaag eindelijk “Black” gaan ontdekken in de bioscoop. Adil El Arbi en Bilall Fallah sleuren de Belgische cinema kicking and screaming de 21ste eeuw in. Waar onze filmman Ward Verrijcken zijn eeuwige dank voor betuigt.
analyse
Analyse

Ward Verrijcken is filmrecensent bij VRT Nieuws.

Het talent van het regisseursduo spat van het doek. Maar minstens zo zichtbaar is hun bewonderenswaardige stoutmoedigheid. Of je nu houdt van hun stijl, op en naast het doek, of niet, El Arbi en Fallah schudden de vaderlandse cinema wakker met hun explosieve vertelling en hun ongebreidelde enthousiasme. “De shit van het millennium”? Abso-fucking-lutely.

Vijf redenen waarom de makers van “Black” zulke heerlijke lefgozers zijn:

Het werd tijd

“Black” wordt wel eens omschreven als “de Belgische “La haine””. U weet wel: die gevierde Franse film over rellen in de banlieues van Parijs. Wel, “La haine” dateert van 1995. Het heeft met andere woorden twee volledige decennia geduurd vooraleer iemand de bendeoorlog op de straten van Brussel durfde verfilmen en wij de Franse cinema eindelijk zijn bijgebeend. Het boek van Dirk Bracke waar “Black” op gebaseerd is, is trouwens ook al negen jaar oud.

Vlaams in het Frans

“Black” is een film gesteund door het Vlaams Audiovisueel Fonds, maar Fallah en El Arbi wilden bovenal authentiek zijn. Die jeugdbendes in Brussel spreken Frans, gekruid met street slang en Arabisch. Een Vlaamse film dus waarin amper Vlaams te horen is. Vertolkt door acteurs die vaak, net als hun regisseurs, perfect drietalig zijn: ze switchen vlotjes tussen het Nederlands, Frans en Arabisch. Het zijn stuk voor stuk prachtige ambassadeurs van het moderne, multiculturele België.

Kleurenblind

In “Black” zit er geen enkele obligate bekende kop. De film bulkt van het jonge, ontembare talent, en de meeste van de acteurs hebben een andere huidskleur dan de blanke. Ook dat is een realistische weergave van de bevolking in onze grootsteden, maar buiten de films van de Turkse broers Balci had de Vlaamse cinema daar nooit eerder oog voor. Dankzij de kleurenblinde rolverdeling van Fallah en El Arbi, georganiseerd via hun bedrijf Hakuna Casting, leren we nu ook een nieuwe topactrice kennen: de Mechelse Martha Canga Antonio.

Feminisme

Van de hoofdrolspeelster gesproken: Martha Canga Antonio geeft gestalte aan een onvergetelijke protagoniste. Een meisje dat, geportretteerd door gemakzuchtiger scenaristen, had kunnen blijven steken in een slachtofferrol. Maar Fallah en El Arbi maken van Mavela, de Julia in hun Shakespeare-romance, het morele kompas te midden van het mensonterende geweld. De heren zijn zowaar feministen, niet onbelangrijk voor een film die uitkomt op nationale vrouwendag.

Ambities

De wereldpremière van “Black” vond plaats begin september op het prestigieuze festival van Toronto. De Amerikaanse pers was danig onder de indruk, Fallah en El Arbi wonnen er de zogenaamde Discovery Award. En dus willen ze hun Hollywood-droom zo snel mogelijk waarmaken, daar komen ze ongegeneerd voor uit. Ze hebben al getekend bij een agency dat naarstig op zoek is naar een eerste Amerikaans project. Het regisseursduo legt de lat heel hoog: de ambitie zit inhoudelijk en visueel in hun film, én in hun carrièreplanning. Van lef gesproken.

Meest gelezen